Taalverzorging 2.4 Meervoud

Herhalen - de beste manier van leren

...... jij hier niet altijd zo hard? (rijden)

1. rijd
2. rijdt

Naar het ........ schip kwamen veel mensen kijken. (stranden)

1. gestrande
2. gestrandde

Waardoor ..... jij vroeger toch je vingers zo vaak? (branden)

1. brand
2. brandt
3. brande
4. brandde

Raak jij zo snel ...... (vermoeien)?

1. vermoeit
2. vermoeid

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?

met kerst zijn we altijd vrij.

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?

in juni is het altijd warm in het gebouw aan de scheepsbouwweg.

Welke woorden uit de zin moeten met een hoofdletter?

veel turkse jongens kiezen voor het vak autotechniek.

In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?

1. Robin zei: 'Wie gaat er mee naar de Mac?'
2. Robin zei Wie gaat er mee naar de Mac?
3. Robin zei: Wie gaat er mee naar de Mac?
4. Robin zei 'Wie gaat er mee naar de Mac?'

In welke zin zijn de leestekens goed gebruikt?

1. Als jullie klaar zijn mogen jullie gaan ?
2. Als jullie klaar zijn, mogen jullie gaan !

Zijn de hoofdletters en leestekens juist gebruikt?

'Het is mooi weer voor een wandeling' : zei de buurman.

1. juist
2. onjuist

Nieuwe lesstof:

3.3

Wat is het meervoud van seconde?

1. seconde
2. secondes
3. secondes/seconden
4. seconden

Het meervoud van museum is:

1. museums
2. musea
3. museums en musea
4. museum heeft geen meervoud

Het meervoud van porie is:

1. porien
2. pories
3. porieën
4. poriën

Wat is het meervoud van categorie?

1. categoriën
2. categorieën

Taalverzorging 2.4 Meervoud

Zoveel mogelijk

opdrachten