11.2 Bevruchting deel 1

Ben je startklaar?
- Doe je telefoon in de telefoontas.

- Jas aan de kapstok of in je kluisje.

- Tas van tafel.

- Pet of capuchon af.

- Boek en laptop op tafel.

Log in in LessonUp en draai je laptop om!


 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Ben je startklaar?
- Doe je telefoon in de telefoontas.

- Jas aan de kapstok of in je kluisje.

- Tas van tafel.

- Pet of capuchon af.

- Boek en laptop op tafel.

Log in in LessonUp en draai je laptop om!


 

Slide 1 - Slide

11.2 Bevruchting

Slide 2 - Slide

Planning
  • (Voor)kennis testen
  • Uitleg
   - bevruchting
   - innesteling
   - ontwikkeling embryo
   - HCG
  • Huiswerk
  • Afsluiten
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe een zaadcel bij een eicel komt.

Je kunt uitleggen wat er na de bevruchting met de eicel gebeurt.

Je kunt uitleggen hoe een embryo ontstaat.

Je kunt uitleggen op welke manieren je een zwangerschap kunt voorkomen.


Slide 3 - Slide

FSH stimuleert...
A
ontwikkeling follikel EN productie oestrogeen
B
ontwikkeling geel lichaam EN productie progesteron

Slide 4 - Quiz

Welke hormonen produceert een groeiende follikel
A
LH
B
FSH
C
Testosteron
D
Oestrogenen

Slide 5 - Quiz

Wat is een follikel?
A
Een onrijpe eicel
B
Een onrijpe eicel met een laagje andere cellen
C
Een rijpende eicel
D
Een ander woord voor baarmoeder

Slide 6 - Quiz

Waardoor is een eicel veel groter dan een zaadcel?
A
Doordat de eicel meer hormonen bevat.
B
Doordat de eicel meer voedingsstoffen bevat.
C
Doordat de eicel niet hoeft te zwemmen.

Slide 7 - Quiz

Tijdens de menstruatie kun je zwanger worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Als je op tijd de penis uit de vagina haalt, hoef je geen condoom te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Als je nog nooit ongesteld bent geweest, kun je niet zwanger worden van seks.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Van de eerste keer seks kun je zwanger worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wat is bevruchting?

Slide 12 - Open question

Het ontstaan van een zwangerschap
3 mL sperma = 20 tot 300 miljoen zaadcellen

Bevruchting = het versmelten van de kernen van de zaadcel en eicel. 

Ondoordringbare laag

Slide 13 - Slide

Van bevruchting tot innesteling
  • De bevruchte eicel begint te delen. 

  • Er ontstaat een bolletje van delende cellen. Het bolletje gaat naar de baarmoeder.

  • Na ong. 6 dagen zet het bolletje cellen zich vast in het baarmoederslijmvlies (innesteling). 
Embryo = het bolletje cellen dat is ingenesteld.




Slide 14 - Slide

Ontwikkeling van een embryo
(tekening 1)
Ong. 5 dagen na de bevruchting ontstaat in het bolletje cellen een holte

Binnenin zit een groepje cellen: de kiemschijf. Hieruit ontstaat het embryo.

 

Slide 15 - Slide

Ontwikkeling van een embryo
(tekening 2)
De buitenste cellen vormen uitstulpingen  (vlokken).

Deze nemen voedingsstoffen en zuurstof op uit de bloedvaten van de moeder en geven afvalstoffen terug
Later worden die vlokken de placenta.

Placenta = hierin worden stoffen uitgewisseld tussen moeder en kind.

 

Slide 16 - Slide

Ontwikkeling van een embryo
(tekening 3)
Tussen de vlokken en de kiemschijf ontstaat al snel een steel. Die steel wordt later de navelstreng.


Navelstreng = verbindt de baby met de placenta

Slide 17 - Slide

HCG
De vlokken maken HCG. 
HCG (zwangerschapshormoon):

  • voorkomt dat er een nieuwe eicel gaat rijpen.
  • zorgt ervoor dat het baarmoederslijmvlies niet wordt afgestoten.

Zwangerschapstest toont aan of het zwangerschapshormoon HCG in de urine aanwezig is.


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat?
Maken: 11.2 opdr. 3 t/m 11
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. Fluisterend overleggen of muziek luisteren.
Hulp?
Steek je hand op. Als je geen muziek luistert mag je ook overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Maak een samenvatting of mindmap van paragraaf 11.1 en 11.2
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! Nu weet je meer over de stof. 

Slide 20 - Slide

Klassikaal bespreken

Hoe ging het vandaag?

Wat heb je geleerd?
Afsluiten

  • Wachten met opruimen!
  • Blijf zitten tot de bel gaat
  • Vergeet straks je stoel niet aan te schuiven

Slide 21 - Slide