KT2A H9 les 3

Hoofdstuk 9.2
boek open op Blz. 131, agenda en je laptop dicht op tafel
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9.2
boek open op Blz. 131, agenda en je laptop dicht op tafel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Gezondheid
Hoofdstuk 9.2 goed geregeld


blz. 131 - 142
blz. 110 - 115

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lokaal regels

  • Je hebt altijd je boek en agenda bij je.
  • Als ik aan het uitleggen ben, ben je stil.
  • Je steekt je vinger op als je iets wil zeggen of vragen.
  • We laten elkaar uitpraten.
  • We gaan normaal met elkaar om!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vandaag

Welkom
Lezen
Uitleg
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H9 gezondheid
9.1 - gezondheid, levensstijl en gevolgen van genotsmiddelen.
9.2 - lever en nieren, Glucose regeling in je lichaam, uitscheiding van afvalstoffen.
9.3 - taken van je huid, en hoe ze uitvoeren. huidkanker en wondjes.
9.4 - ziek zijn, ziekteverwekkers, witte bloedcellen, inentingen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 6*
A) Vul voor elke tekening in of het om lichamelijk afhankelijk of om geestelijk afhankelijk gaat.

B) Ramon was verslaafd aan alcohol, maar drinkt nu niet meer. De eerste dagen heeft hij allerlei klachten, zoals trillen en zweten.
Hoe noem je dat soort klachten?
  1. geestelijk
  2. geestelijk
  3. lichamelijk
ontwenningsverschijsel

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 8*
A) Wat is het verschil tussen aangeschoten zijn en dronken zijn? Geef voorbeelden bij je uitleg.


B) Waarom moet je niet autorijden als je alcohol op hebt?

Als je nog meer drinkt, word je dronken. Zien, horen, bewegen en reageren gaan dan nog slechter. De volgende dag heb je dan vaak een kater.
Omdat je niet goed en snel kan reageren op verkeerssituaties.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 15*
Merel is sinds een jaar begonnen met roken. Vroeger kon ze makkelijk 5 kilometer hardlopen, maar nu is ze veel sneller moe.
Koolstofmonoxide neemt de plaats in van zuurstof in het bloed. Daardoor krijgen de cellen van Merel minder zuurstof. Hierdoor raakt ze veel sneller vermoeid.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 19*
A) Drugs kunnen verdovend werken. Dat betekent dat ze ...

B) Drugs kunnen stimulerend werken. Dat betekent dat ze ...

C) Drugs kunnen bewustzijnsveranderend werken. Dat betekent dat ze ...
Drugs kunnen bewustzijnsveranderend werken. Dat betekent dat ze je hersenen anders laten werken.
Drugs kunnen verdovend werken. Dat betekent dat ze je hersenen en andere organen trager laten werken.
Drugs kunnen stimulerend werken. Dat betekent dat ze je hersenen sneller laten werken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 9.2
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.*

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stoffen in ons lichaam?
  1. Water
  2. koolstofdioxide
  3. zuurstof
  4. glucose
  5. zouten
  6. andere afvalstoffen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

In stilte lezen lezen
Hoofdstuk 9.2 goed geregeld

timer
5:00
blz. 131, 132 en 136
blz. 110 en 111

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen
hoofdstuk 9.2
blz. 131,32 en 136

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Stoffen in ons lichaam
  1. Water
  2. koolstofdioxide
  3. zuurstof
  4. glucose
  5. zouten
  6. andere afvalstoffen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Uitscheidingsorganen
Longen

Lever

Nieren

Huid


uitscheidingsorgaan dat giftige stoffen zoals medicijnen en alcohol omzet in minder schadelijke stoffen en oude rode bloedcellen afbreekt en er gal van maakt
uitscheidingsorganen; halen giftige stoffen, overbodige stoffen en overtollige stoffen zoals zouten en water uit het bloed
uitscheidingsorgaan dat water en zouten uitscheidt door zweten; de huid beschermt je tegen ultraviolette stralen van de zon en tegen ziekteverwekkers en helpt je ook bij het afkoelen
uitscheidingsorganen; hierin zitten vele longblaasjes waarin gaswisseling plaatsvindt; je ademt lucht met zuurstof in en water(damp) en koolstofdioxide uit

Slide 15 - Slide

uitleg
Welk orgaan is verantwoordelijk voor het opnemen van zuurstof en het afgeven van koolstofdioxide?
A
Longen
B
Lever
C
Nieren
D
Huid

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaan produceert urine?
A
Lever
B
Huid
C
Longen
D
Nieren

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaan is belangrijk voor het afbreken en afvoeren van giftige stoffen in ons lichaam?
A
Longen
B
Nieren
C
Huid
D
Lever

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaan is verantwoordelijk voor het filteren van afvalstoffen uit ons bloed?
A
Lever
B
Longen
C
Huid
D
Nieren

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de nieren?
A
Filteren van afvalstoffen uit het bloed
B
Opnemen van voedingsstoffen
C
Aanmaken van afvalstoffen
D
Pompen van bloed

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de lever?
A
Pompen van bloed
B
Afbreken van giftige stoffen
C
Opnemen van voedingsstoffen
D
Aanmaken van afvalstoffen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk
Je mag in fluister toon overleggen.
Bij een vraag, lees eerst nog een keer de vraag door, 
vraag je buurman/vrouw en anders steek je je vinger op.


Blz. 131-142
maken: 1 t/m 6 en 12 t/m 15

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 9.2
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.*

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Volgende Les
Huiswerk:
maken H9.2



 
Blz. 131-142
maken: 1 t/m 6 en 12 t/m 15

Slide 24 - Slide

huiswerk en meme