KT2 H9 les 4

Hoofdstuk 9
boek op blz. 131, agenda en je laptop dicht op tafel
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 9
boek op blz. 131, agenda en je laptop dicht op tafel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
Welkom
Lezen
Uitleg
Zelfstandig werken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4*
Je lichaam reageert op veranderingen.
Je begint te rennen. Welke veranderingen vinden in je lichaam plaats?

De hoeveelheid zuurstof in je bloed

De hoeveelheid koolstofdioxide in je bloed

Je lichaamstemperatuur

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

opdracht 14
In welke situatie is er sprake van uitscheiding?

A
In de longen gaat koolstofdioxide uit het bloed.
B
De huid regelt de lichaamstemperatuur door het verwijden van bloedvaten.
C
De spieren vormen koolstofdioxide bij de verbranding van glucose.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 8*
A) Wat is het verschil tussen aangeschoten zijn en dronken zijn? Geef voorbeelden bij je uitleg.


B) Waarom moet je niet autorijden als je alcohol op hebt?

Als je nog meer drinkt, word je dronken. Zien, horen, bewegen en reageren gaan dan nog slechter. De volgende dag heb je dan vaak een kater.
Omdat je niet goed en snel kan reageren op verkeerssituaties.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 15*
Merel is sinds een jaar begonnen met roken. Vroeger kon ze makkelijk 5 kilometer hardlopen, maar nu is ze veel sneller moe.
Koolstofmonoxide neemt de plaats in van zuurstof in het bloed. Daardoor krijgen de cellen van Merel minder zuurstof. Hierdoor raakt ze veel sneller vermoeid.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 19*
A) Drugs kunnen verdovend werken. Dat betekent dat ze ...

B) Drugs kunnen stimulerend werken. Dat betekent dat ze ...

C) Drugs kunnen bewustzijnsveranderend werken. Dat betekent dat ze ...
Drugs kunnen bewustzijnsveranderend werken. Dat betekent dat ze je hersenen anders laten werken.
Drugs kunnen verdovend werken. Dat betekent dat ze je hersenen en andere organen trager laten werken.
Drugs kunnen stimulerend werken. Dat betekent dat ze je hersenen sneller laten werken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 9.2
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stoffen in ons lichaam?
  1. Water
  2. koolstofdioxide
  3. zuurstof
  4. glucose
  5. zouten
  6. andere afvalstoffen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

In stilte lezen lezen
Hoofdstuk 9.2 goed geregeld

timer
5:00
blz. 134, 138 en 140
blz. 112 en 114

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samen lezen
hoofdstuk 9.2
blz. 134, 138 en 140

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stoffen in ons lichaam
  • Water
  • koolstofdioxide
  • zuurstof
  • glucose
  • zouten
  • andere afvalstoffen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Je nieren
Bloed met afvalstoffen

nieren

filteren

schoon bloed





Urine

Slide 13 - Slide

uitleg
glucose niveau in je lichaam

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


Verbranding
Wielrenners kunnen heel hard fietsen.

om snel te fietsen werken  orgaanstelsels samen.
+
+
+

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Glucose in je lichaam
bloedvat naar lever



lever naar bloed

Slide 16 - Slide

uitleg
Suikerziekte

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Suikerziekte

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welk orgaan is verantwoordelijk voor het filteren van afvalstoffen uit ons bloed?
A
Lever
B
Longen
C
Huid
D
Nieren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de functie van de lever?
A
Pompen van bloed
B
Afbreken van giftige stoffen
C
Opnemen van voedingsstoffen
D
Aanmaken van afvalstoffen

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welk orgaan produceert urine?
A
Lever
B
Huid
C
Longen
D
Nieren

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
  • Je kunt opnoemen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen.
  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.*

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen 9.2
  • Je kunt uitleggen hoe je lichaam regelt dat je bloed de juiste hoeveelheid stoffen bevat.
  • Je kunt beschrijven wat er gebeurt als je te veel of te weinig glucose in je bloed hebt.
  • Je kunt de bouw en de werking van je nieren beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat er aan de hand is bij iemand met suikerziekte.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandig werken



  • Ga rustig bezig met de opdrachten.
  • Je mag fluisterend overleggen met je buurman/vrouw.
  • Als je een vraag hebt, steek je je vinger op.
Succes!
Blz. 131-142
maken: 7 t/m 11 en 16 t/m 22
Blz. 110-115
maken: 8 t/m 14

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Je mag in fluister toon overleggen.
Bij een vraag, lees eerst nog een keer de vraag door, 
vraag je buurman/vrouw en anders steek je je vinger op.


Blz. 131-142
maken: 7 t/m 11 en 16 t/m 22

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Volgende Les
Huiswerk:
maken H9.2



 
Blz. 131-142
maken: 7 t/m 11 en 16 t/m 22

Slide 27 - Slide

huiswerk en meme