PFE H10 check

Wat zijn de eerste twee vragen die je stelt bij een nalatenschap
1 / 15
next
Slide 1: Open question
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat zijn de eerste twee vragen die je stelt bij een nalatenschap

Slide 1 - Open question

Wat zijn je opties als je erfgenaam blijkt te zijn?

Slide 2 - Open question

Testamentair erfrecht
Regels over hoe je kunt afwijken van het wettelijk erfrecht

Slide 3 - Slide

Voorbereiding
Zorg dat je 
- de screencast hebt gekeken
- van het boek H10 hebt gelezen

Slide 4 - Slide

Uitvoering
Maak de vragen uit je hoofd
Zeg het in je eigen woorden

Slide 5 - Slide

Afkortingen
De volgende afkortingen worden mogelijk gebruikt:
tst = testament, 
nls = nalatenschap
verm = vermogen
ega = echtgenoot
LP = legitieme portie
De volgende afkortingen worden mogelijk gebruikt:

tst = testament,
nls = nalatenschap
verm = vermogen
ega = echtgenoot
kids = kinderen
LP = legitieme portie

Slide 6 - Slide

Redenen voor
maken testament

Slide 7 - Mind map

Wie mag een testament maken? (meerdere antw. mogelijk)
A
Piet, 89 jaar
B
Angela, 17 jaar
C
Betty, 72 jaar, onder bewind
D
Hein, 27 curatele wegens geestelijke stoornis

Slide 8 - Quiz

Ab overlijdt, heeft vrouw en 2 kids. Nls is 600.000. Wat erft ieder?

Slide 9 - Open question

Wat is een legitieme portie?

Slide 10 - Open question

Wat is de legitieme portie van kids van Ab, uit vorige vraag?

Slide 11 - Open question

An overlijdt, heeft ega, ouders en 1 broer. Nls 40.000. Wie erft wat?

Slide 12 - Open question

Mo overlijdt, heeft 1 kind. Nls 40.000
Hoe groot is de legitieme portie?

Slide 13 - Open question

Wat is het verschil tussen een erfdeel krijgen en een legaat krijgen?

Slide 14 - Open question

Quiz gedaan. Wat denk je, heb je de lesstof onder de knie?
A
Weet er nog niks van
B
Best lastig nog
C
Gaat al best goed
D
quiz was een makkie!

Slide 15 - Quiz