Lezen H3

Lezen hoofdstuk 3 
Lesdoelen:
Tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Samenvattende, voorwaardelijke, toegevende en doel-middel verbanden in een tekst herkennen.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lezen hoofdstuk 3 
Lesdoelen:
Tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.
Samenvattende, voorwaardelijke, toegevende en doel-middel verbanden in een tekst herkennen.

Slide 1 - Slide

Opfrissen theorie tekstverbanden

Slide 2 - Slide


Wat is een tekstverband?

Slide 3 - Open question


Waaraan herken je een tekstverband?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Oorzakelijk / redengevend
Oorzakelijk verband > Er gebeurt iets buiten jou wil. 
Verschil tussen redengevend en oorzakelijk verband > Bij een redengevend verband kies je zelf en bij een oorzakelijk verband gebeurt iets buiten je wil.

Doordat het warm is (oorzaak), zijn mijn planten uitgedroogd (gevolg).
Omdat het warm is (reden), doe ik een korte broek aan (besluit).

Slide 6 - Slide

Er brak brand uit in het stadion, waardoor de wedstrijd niet kon doorgaan.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
oorzakelijk verband
D
vergelijkend verband

Slide 7 - Quiz

Julia houdt van zonnen, daarom heeft ze een vakantie naar Spanje geboekt.
A
concluderend verband
B
redengevend verband
C
oorzakelijk verband
D
vergelijkend verband

Slide 8 - Quiz

Uitleg nieuwe theorie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Doel-middelverband

Om de eindronde te bereiken zullen we de komende twee wedstrijden echt moeten winnen.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Samenvattend verband
Het bestuur wil strenge maatregelen nemen tegen de speler. De spelersraad vindt dit overdreven en de leider van het team denkt dat een waarschuwing voldoende is. Kortom, het is nog onduidelijk hoe dit gaat aflopen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Voorwaardelijk verband

Als het morgen mooi weer is, dan gaan we naar het strand.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Toegevend verband

Hoewel Anne van kamperen houdt, gaat ze dit jaar niet mee naar de camping.

Slide 20 - Slide

Doel-middelverband
De bezorger heeft de bakfiets nodig om de maaltijden te bezorgen.
Doel = maaltijden bezorgen
Middel = bakfiets

Slide 21 - Slide

Samenvattend verband
De uitvinder houdt zijn betoog. 'Het is onzin dat iedereen een beschuit met een inkeping had kunnen bedenken. Dat het moeilijk is om beschuit uit de rol te krijgen, was al lang bekend, maar voor mijn uitvinding zijn bakkers nooit op deze oplossing gekomen', aldus Tempels. Al met al is hij content met de uitspraak.

Slide 22 - Slide

Voorwaardelijk verband
Wanneer de coronabesmettingen afnemen en de druk op de ziekenhuizen minder wordt, mogen we weer naar school. 
Voorwaarden > Als de coronabesmettingen en de druk op de ziekenhuis afnemen.
Als aan deze voorwaarden voldaan is, mogen we weer naar school.

Slide 23 - Slide

Toegevend verband
Hoewel Sofie van pizza houdt, heeft ze vandaag pasta thuis laten bezorgen.
Toegeving > Sofie houdt van pizza (vandaag kiest ze desondanks voor pasta).

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
Maak de startopdracht van Lezen H3 op blz. 76. Ga daarna verder met opdracht 1.

Klaar?
Maak opdracht 2.


Slide 25 - Slide

doel-middelverband
samenvattend verband
voorwaardelijk verband
toegevend verband

Slide 26 - Drag question