This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Lesplanning
0 min
2 min Uitleggen doelen deze les
5 min Theorie uitleg
15 min Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
35 min Filmpje
Inhoud
Werkvorm
Ontvangst
Individueel
Herhaling
Klassikaal
Theorie uitleg
Klassikaal
Opgaven maken
Individueel
Quizz
Klassikaal
Afsluiten/herhalen lesdoelen
Klassikaal
Lesplanning
Slide 1 - Slide
herhaling
Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
Uit een (s,t)-diagram kan je de ... halen
Uit een (v,t)-diagram kan je de ... halen
Hoe bereken je de resultante kracht
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wanneer een kracht arbeid verricht
Je kunt rekenen met W = F * s
Je kunt uitleggen wanneer de arbeid positief of negatief is
Slide 3 - Slide
Je kunt uitleggen wanneer een kracht arbeid verricht
Slide 4 - Slide
Je kunt rekenen met W = F * s
Slide 5 - Slide
Je kunt uitleggen wanneer de arbeid positief of negatief is
Slide 6 - Slide
Zelfstandig werken(samen)
Maak alle voldoende opgaven
Klaar? maak een samenvatting!
timer
15:00
Slide 7 - Slide
Quizz
In lessonUp, duurt 12 minuten
Top 3 krijg het huiswerkpunt van H4.2 alvast kado
Slide 8 - Slide
De rendieren van de kerstman leveren arbeid. Wat is arbeid eigenlijk?
A
Tja
B
Goede vraag
C
die gekke h
D
kracht * afstand
Slide 9 - Quiz
De negatieve arbeid op een auto zorgt ervoor dat:
A
De auto sneller gaat
B
De auto achteruit beweegt
C
De auto remt
D
De auto stopt
Slide 10 - Quiz
De arbeid die de luchtweerstandskracht verricht, is altijd negatief.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quiz
Wat is de invloed van de snelheid op de te leveren arbeid? Hoe groter de snelheid, hoe ........... de te leveren arbeid.
A
Groter
B
Kleiner
C
Maakt niet uit
Slide 12 - Quiz
Wat is de eenheid van Arbeid
A
N
B
Nm
C
J
D
W
Slide 13 - Quiz
De definitie formule voor arbeid is...
A
W = Δ Ek
B
W = m g h
C
W = P t
D
W = F s
Slide 14 - Quiz
Bij het gewichtheffen lukt het een deelnemer om een gewicht van 200 kg boven zijn hoofd te krijgen op 2,2m hoogte. Bereken de arbeid die daar voor nodig is. F=m*g; neem g=10
A
9,1Nm
B
4400Nm
C
440Nm
D
Aliens
Slide 15 - Quiz
Een stoel, 25kg, wordt met een constante snelheid verschoven. Hierbij is een spierkracht van 180N nodig. Bereken de arbeid die de spieren toevoegen om de stoel 2,0 m te verschuiven
A
50 J
B
50Nm
C
360Nm
D
4500Nm
Slide 16 - Quiz
Een jonge trekt een slee voort. De kracht voor het trekken aan de slee is 75 N. Bereken de arbeid als de jonge de slee 12 m trekt.
A
9 J
B
890 J
C
900 J
D
90 J
Slide 17 - Quiz
Laatste vraag! Je tilt een tas van 5,0 kg op van de grond en zet hem op een tafel met een hoogte van 70 cm. Hoe groot is de arbeid die je verricht?
A
34 J
B
3,4 J
C
343 J
D
0 J
Slide 18 - Quiz
Herhaling
Je kunt uitleggen wanneer een kracht arbeid verricht
Je kunt rekenen met W = F * s
Je kunt uitleggen wanneer de arbeid positief of negatief is