Wees helder over de reden van je gesprek
Zorg dat de ‘waarom’ van het gesprek vanaf het begin duidelijk is. Dit zorgt voor de juiste mindset, bij jou en de leerling.
Praat met je leerling en niet tegen de leerling
Het is verleidelijk om zelf veel te praten. Het gevolg is echter dat een kind zich geen eigenaar voelen van de oplossing. Gevolg: “ja” zeggen, “nee” doen.
Door met de leerling in gesprek te zijn, zal je andere vragen bedenken.
Luister!
Hier valt of staat je gesprek bij!
Als je een ander echt probeert te begrijpen, dan versterkt dat niet alleen de relatie, maar door het stellen van de juiste vragen (of juist even stil te zijn) haal je het onderliggende probleem naar boven.
Het echte onderwerp is zelden tot nooit waar het in de eerste paar minuten over gaat.
Dus luister zonder oordeel, waarde of vooringenomenheid. Geef geen sturing in je vragen!
voorbeeld:
Een leerling haalt de laatste weken slechte cijfers en je weet dat zijn ouders in scheiding liggen. Met een vraag als: “Komt het misschien door de scheiding van papa en mama?” geef je (onbedoeld) sturing aan de gedachten van de leerling. Na deze vraag zal je gesprek vermoedelijk vooral nog over de scheiding van ouders gaan en niet langer over de cijfers of het welbevinden van het kind. Misschien heeft de scheiding niets te maken gehad met de cijfers, maar speelt er heel iets anders.
Stel verdiepende vragen
Een gesprek kan soepeler verlopen door de manier van vragen stellen. “Waarom…” of “Wat…”.
Door verdiepende vragen te stellen (“Kun je me er meer over vertellen?”) stimuleer je de leerling om na te denken en te verhelderen wat hij bedoelt.
Laat oplossingen nog even achterwege
Het is vaak verleidelijk om direct oplossingen aan te dragen als een leerling een probleem heeft. Doe dit niet. Probeer de leerling zelf oplossingen te laten bedenken.
Een leerling die zelf tot een oplossing van zijn probleem kan komen, voelt zich dan eigenaar van de oplossing en is dan gemotiveerder de oplossing toe te passen.
Met oplossingsgerichte vragen help je de leerling om zelf antwoorden/oplossing te bedenken. “Wat zou het opleveren als …?” “Wat werkte tot nu toe wel om …?” “Hoe zou je…?” “Wat ga je doen dat je nu nog niet doet?”
Verbreed het perspectief
Soms is het nodig om afstand te nemen in je gesprek om tot een verheldering te komen. Om het perspectief op de situatie te verbreden zou je vragen kunnen stellen als: “Wat zou ik zien als ik kon meekijken?” of “Wat zou … hierover zeggen als ik dat vroeg?”
Praat niet over jezelf
“O, dat herken ik heel goed” of “Dat had ik nou nooit” of “Toen ik zo oud was als jij…” brengen de gedachten van de leerling op een ander spoor, namelijk jouw spoor.
Door als mentor veel meer op een coachende manier het gesprek te voeren help je de leerling om zelf oplossingen te bedenken en ondersteun je hem of haar om te groeien in pro-actief gedrag.
Een groot verschil met een sturend gesprek waar je veelal vooral zelf hard aan het werk bent!