This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Geschiedenis
Geschiedenis 3M
Welkom!
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
Kennismaking
Regels
Programma
Overzicht van onderwerpen
Inloggen methode MeMo Online
Start H1, §1.1 Van vorstendommen tot kolonie
Slide 2 - Slide
Kennismaking
Mevr. Boonman
Mentor mavo 3
31 jaar
Aanwezig: ma, wo, do, vrij
Slide 3 - Slide
Vraag?
Stuur een bericht via Magister of loop even binnen (ik zit meestal in lokaal L111).
Slide 4 - Slide
Regels
We laten elkaar uitspreken!!!
Vinger opsteken (niet roepen door de klas)
Huiswerk maken (ik hou het bij)
Iedere les spullen bij (opgeladen iPad, schrift, Memo boek)
Aantekeningen maken is niet verplicht, wordt wel aangeraden
Mobieltjes zijn niet toegestaan
Niet eten
Water drinken mag
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Programma
PTA: VT's (overgang) + ET's (telt mee voor schoolexamen 4M)
Studieplanner P1
Herkansing: einde jaar, 1 toets PTA
Alles is terug te vinden in de ELO op Magister. Gedeelde documenten > 3M Geschiedenis
Slide 7 - Slide
Overzicht van onderwerpen
Periode 1 - H1
Nederland en Indonesië
Periode 2 - H5
De Koude Oorlog
Periode 3 - H6
Het Israëlisch-Palestijnse conflict
Periode 4 - H4
Nederland na 1945: cultuur en mentaliteit
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Inloggen methode Memo Online
Inloggen: Magister > ELO > leermiddelen > ges Memo Max
Neem altijd je boeken mee en evt. een schrift voor aantekeningen.
Klassencode 3M.GSS1: 750829
3M.GSS2: 836727
Slide 10 - Slide
nos.nl
Slide 11 - Link
Slide 12 - Video
H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie
A: de Indische eilanden vóór 1600
Slide 13 - Slide
Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C: Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.
Slide 14 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Begrippen:
Handelsmonopolie
Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
Begrippen:
Indirect bestuur
Gouverneur-generaal
Pacificatie
Koninklijk Nederlands-Indisch leger (KNIL)
Modern imperialisme
Slide 15 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Leerdoel:
Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders
50x zo groot als NL
Voor 1600 geen eenheid!
jagers-verzamelaars, maar ook grote landbouwsamenlevingen
Slide 16 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Vanaf 2e eeuw handel met Aziatische landen. Hierdoor meerdere culturele invloeden:
Schrift uit India
Chinese munten bij handel
Boeddhisme en hindoeïsme --> tempels
Vanaf 16e eeuw Islam belangrijkste godsdienst
Slide 17 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
A
De Indische eilanden vóór 1600
Koninkrijk Soenda (op Java):
Handelden met andere eilanden via hun havensteden zoals Jakarta en Bantam
1579: veroverd door de Islamieten: stichting sultanaat Bantam (sultan = islamitisch heerser)
Atjeh:
1520: Islamitisch sultanaat
Belangrijke schakel in handel tussen eilanden en vaste land
Handel in specerijen --> Atjeh werd rijk
Tempels, paleizen, sterke oorlogsvloot
Slide 18 - Slide
Huiswerk voor ma 26 aug
Oriëntatie van hoofdstuk 1
blz 8 en 9 van je werkboek
Klaar? werk alvast verder aan paragraaf 1.1: opgave 1 t/m 4
Slide 19 - Slide
H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie
B: De VOC in Oost-Indië
Slide 20 - Slide
Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C: Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.
Slide 21 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië
Einde 16e eeuw (rond 1590); Portugezen dreven handel via zee in specerijen -> veel winst.
NL wilde ook een route vinden naar Azië. Dit lukte in 1596.
Slide 22 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
1602: oprichting Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC).
Doel: concurrentie voorkomen. De VOC kreeg het handelsmonopolie. Alleen schepen van de VOC mochten handel voeren.
Handelsposten op Java, India, China, Japan. Belangrijkste: Batavia op Java
Fort, haven, pakhuizen, woningen VOC-bestuurders en soldaten
Slide 23 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
B
De VOC in Oost-Indië
De VOC: had bevoegdheden in Oost-Indië die normaal alleen een staat heeft:
oorlog voeren --> om handelspost te stichten --> gunstige handelsafspraken afdwingen
volkeren met geweld dwingen tot samenwerking (Genocide van Banda - 1621)
bestuurders aanstellen
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
www.ad.nl
Slide 27 - Link
H1: Nederland en Indonesië
§1.1 van vorstendommen tot kolonie
C: De kolonie Nederlands-Indië
Slide 28 - Slide
Leerdoelen §1.1
A: Je kunt culturele, economische, politieke en sociale kenmerken noemen van de Indische eilanden vóór de komst van de Nederlanders.
B: Je kunt beschrijven hoe de VOC handeldreef in Oost-Indië.
C: Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde.
Slide 29 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Leerdoel:
Je kunt uitleggen waarom en hoe Nederland zijn macht over Oost-Indië uitbreidde
1798: VOC gaat failliet. --> NL'se staat neemt alle bezittingen over.
De gebieden van Oost-Indië wordt een kolonie: Nederlands Indië
Slide 30 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
vanaf 1800: Modern imperialisme: Het idee bij Europese landen in de 19e eeuw dat zij zoveel mogelijk land moesten veroveren om zo een groot rijk op te bouwen.
Drie oorzaken:
Grondstoffen voor de industrie
Aanzien
Europeanen voelden zich het beste. Vonden dat ze recht hadden om andere volken te overheersen
--> Dit wilde NL ook
Kan jij deze spotprent uitleggen?
Slide 31 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Nederland richt het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL)op. Doel: alle eilanden veroveren.
Officieren waren Nederlanders, soldaten waren inheemse bewoners.
1873-1904: Atjeh-oorlog
Nederland noemde veroveren pacificatie: brengen van vrede
Zag de inheemse bevolking dit ook zo?
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
§1.1
Van vorstendommen tot kolonie
BASIS
C
De kolonie Nederlands-Indië
Indirect bestuur op NL-Indië
Gouverneur-generaal
Residenten
Regenten
Dorpshoofden
Rond 1850: 175 Nederlandse ambtenaren regeren over 13 miljoen inwoners Java.
Slide 34 - Slide
video
4 min - 5:47 min
Slide 35 - Slide
npokennis.nl
Slide 36 - Link
Herhalingsquiz
Slide 37 - Slide
Steen met schrift uit het koninkrijk Sriwijaya (eind 7e tot 13e eeuw) op het Indische eiland Sumatra
Slide 38 - Slide
Wat over de bron is waar?
A
Het eiland Sumatra had schrift, wat wijst op een ontwikkelde samenleving
B
Het koninkrijk Sriwijaya was waarschijnlijk het enige Indische rijk met schrift
C
Deze bron is waarschijnlijk geschreven door Nederlandse handelaren
D
Deze bron komt uit een samenleving van jagers en verzamelaars
Slide 39 - Quiz
Hieronder staan vier feiten over het Indische rijk Modjohit. Geef bij elk kenmerk aan of het een cultureel of een economisch kenmerk is, of geen van beide.
Cultureel
Economisch
Geen van beide
Modjohit beheerste veel handelsroutes
Modjohit had een koning
Modjohit ontstond rond 1300 op Java
Modjohit was hindoe-boeddhistisch
Slide 40 - Drag question
Welk recht kon de VOC gebruiken om de bevolking op de Indische eilanden tot samenwerking te dwingen?
A
Het recht om een handelsmonopolie op te richten
B
Het recht om een handelsroute naar Azië te vinden
C
Het recht om handelsposten te vestigen
D
Het recht om oorlog te voeren en forten te bouwen
Slide 41 - Quiz
Wat was een belangrijk argument voor inwoners van de Indische eilanden om niet te willen samenwerken met de VOC?
A
De VOC wilde de bevolking bekeren tot een ander geloof
B
De VOC wilde de handel met Chinese, Portugese of Arabische handelaren verbieden
C
De VOC wilde de winst van de handel in specerijen delen met andere handelaren
D
De VOC wilde het hele eiland veroveren
Slide 42 - Quiz
Welke zin past bij het indirecte bestuur in Nederlands-Indië?
A
Dorpshoofden wijzen een Gouverneur-Generaal aan
B
Nederlanders sturen regenten aan die hun eigen gebied besturen
C
Onafhankelijke Indische dorpshoofden besturen hun eigen gebied
D
Regenten geven bevelen aan Nederlandse residenten
Slide 43 - Quiz
Hoe werden de Indische bestuurders genoemd, die door Nederland werden benoemd?