What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spaans A1 generiek CJ hoofdstuk 1
Spaans A1 unidad 1
1 / 54
next
Slide 1:
Slide
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
This lesson contains
54 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spaans A1 unidad 1
Slide 1 - Slide
Mi familia y yo
Saludar
Slide 2 - Slide
Hoe zeg je....... Ik ben Gloria
A
Yo tal Gloria
B
Yo todo Gloria
C
Yo soy Gloria
D
Yo encantada Gloria
Slide 3 - Quiz
Buenos días, soy Pedro González
Wat kun je hierop antwoorden?
A
Muy bien, ¿y usted?
B
Mucho gusto, yo soy Paz García
C
Encantado, yo soy de Barcelona
D
No me gustan las cucarrachas
Slide 4 - Quiz
Hoe zeg je....... Met mij gaat het goed
A
Estoy bien
B
Encantada
C
Yo me llamo bien
D
Soy bien
Slide 5 - Quiz
Hoe zeg je...... Hoi!
Slide 6 - Open question
Hoe vraag je..... Hoe gaat het met je?
Slide 7 - Open question
Wat betekent ..... Igualmente
A
Aangenaam kennis te maken
B
Met mij gaat het goed
C
Met mij gaat het helemaal niet goed
D
Insgelijks
Slide 8 - Quiz
Hoe zeg je...... Doei!
Slide 9 - Open question
Los números
Slide 10 - Slide
ocho - cero - diez
A
9 - 0 - 2
B
het juiste antwoord ontbreekt
C
8 - 0 -10
D
4 - 6 - 7
Slide 11 - Quiz
cinco - siete - seis
A
5 - 7 - 6
B
5 - 6- 7
C
5 - 9 - 4
D
5 - 3 - 7
Slide 12 - Quiz
15 in het Spaans
A
diecicinco
B
dieciseis
C
catorce
D
quince
Slide 13 - Quiz
diecinueve - veinte - trece - once - doce - dieciocho
A
19 - 20 - 12 - 13 - 11 - 15
B
19 - 10 - 13 - 11 - 12 - 17
C
19 - 20 - 13 - 11 - 12 - 18
D
A, B en C zijn fout
Slide 14 - Quiz
Schrijf de getallen die je hoort achter elkaar op
Slide 15 - Open question
La familia
Slide 16 - Slide
Noem zoveel mogelijk familieleden (broer, zus, etc.)
Slide 17 - Mind map
El padre de mi hermana es mi
Slide 18 - Open question
La pronunciación
Slide 19 - Slide
De 'u' spreek je in het Spaans uit als ...
A
u
B
i
C
oe
D
a
Slide 20 - Quiz
De 'z' spreek je uit als ...
A
een V
B
de Engelse 'th'
C
een S
Slide 21 - Quiz
'LL' spreek je uit als ...
A
een gewone L
B
een X
C
de J
Slide 22 - Quiz
Niño spreek je uit als ....
A
nienjo
B
nieno
Slide 23 - Quiz
De J spreek in het Spaans uit als ...
A
De Nederlandse J
B
De Nederlandse W
C
De Nederlandse G
Slide 24 - Quiz
¡Vamos! spreek je uit als .....
A
Vamos
B
Wamos
C
amos
D
Bamos
Slide 25 - Quiz
¡Hola! spreek je uit als ...
A
ola
B
hola
C
bola
D
vola
Slide 26 - Quiz
El verbo 'ser'
Slide 27 - Slide
ik - jij - hij
in het Spaans
A
yo - ti - ella
B
yo - usted - ellos
C
yo - tu - él
D
vosotros - tu - él
Slide 28 - Quiz
Zij (bijv. Maria)
in het Spaans
A
el
B
ella
C
tú
D
yo
Slide 29 - Quiz
Ik ben ...... Maria
A
yo soy
B
yo tengo
C
yo soya
D
yo es
Slide 30 - Quiz
Ben jij Nederlands?
A
¿Tú es holandes?
B
¿Tú eres holandes?
C
¿Eres holandesa?
D
¿Tú soy holandes?
Slide 31 - Quiz
Madrid ..... la capital de España.
A
soy
B
ser
C
eres
D
es
Slide 32 - Quiz
Welk werkwoord gebruik je als je leeftijd wilt zeggen
A
ser
B
estar
C
tener
D
cocinar
Slide 33 - Quiz
El verbo 'tener'
Slide 34 - Slide
Zet de juiste vorm bij de persoonsvorm van 'tener'
pag. 21
yo
tú
él
nosotros
vosotros
ellos
tienes
tenemos
tengo
tienen
tiene
tenéis
Slide 35 - Drag question
Ik heb
A
Yo tengo
B
Tengo
C
Yo tener
D
Yo tiene
Slide 36 - Quiz
Juan heeft vakantie.
A
Juan tengo vacaciones
B
Juan tiene vacaciones
C
Juan tener vacaciones
D
Juan tienes vacaciones
Slide 37 - Quiz
¿Cuántos años .........?
A
tienes
B
eres
C
es
Slide 38 - Quiz
Zeg in een hele zin hoe oud je bent.
Slide 39 - Open question
El sustantivo
Slide 40 - Slide
Wat weet je over Spaanse zelfstandige naamwoorden?
Slide 41 - Open question
Bij elk zelfstandig naamwoord hoort een lidwoord. Welke Spaanse lidwoorden ken je?
Slide 42 - Open question
Hoe vertaal je in het Spaans:
een museum
Slide 43 - Open question
Wat is het meervoud van:
la plaza (het plein)
A
la plazas
B
los plazas
C
las plazas
D
los plazos
Slide 44 - Quiz
Wat is het meervoud van:
el pueblo (het dorp)
A
los pueblos
B
el pueblos
C
las pueblas
D
los pueblas
Slide 45 - Quiz
Wat is het meervoud van:
el color (de kleur)
A
els colors
B
los colors
C
las colores
D
los colores
Slide 46 - Quiz
Hoe vertaal je:
een paar kleuren
A
los pares colores
B
unos colores
C
un colores
D
unas coloras
Slide 47 - Quiz
Los verbos en -ar
Slide 48 - Slide
Regelmatige werkwoorden eindigend op -ar
Weet je de regel nog?
pag. 24/205
Slide 49 - Slide
¿Marta, tú ........ inglés?
A
hablas
B
habla
C
hablar
Slide 50 - Quiz
Yo .................. español
A
estudiar
B
estudio
C
estudiamos
Slide 51 - Quiz
Oefenen met regelmatige werkwoorden op -AR
YO
TÚ
ÉL, ELLA, USTED
NOSOTROS, NOSOTRAS
VOSOTROS, VOSOTRAS
ELLOS, ELLAS, USTEDES
HABLO
BAILO
CANTA
BAILAN
ESCUCHAS
TOCAMOS
ESCUCHÁIS
BAILA
HABLAN
CANTAMOS
ESTUDIÁIS
HABLAS
Slide 52 - Drag question
Vul de ontbrekende werkwoordsvormen in:
Buenos días, Ana Soria.
de Bolivia.
muy bien
inglés y alemán.
Pero en Barcelona.
soy
hablo
me llamo
estudio
Slide 53 - Drag question
Ik geef mijn kennis van hoofdstuk 1 een
3
5
7
9
welke taal is dit eigenlijk?
Slide 54 - Poll
More lessons like this
Spaans generiek CJ unidad 2
October 2024
- Lesson with
34 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
Unidad 3 Gramática Presente de los verbos regulares
March 2022
- Lesson with
39 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Meta Profesional capitulos 1-3
June 2021
- Lesson with
48 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2
Clase de 8/12 - 1CM
November 2021
- Lesson with
13 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1
20221021 Repetir verbos
October 2022
- Lesson with
13 slides
Spaans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cómo estás?
March 2022
- Lesson with
41 slides
Spaans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Verbos Regulares e Irregulares
January 2021
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
UNIDAD 1 Mi familia y yo - parte 3.5
February 2022
- Lesson with
18 slides
Spaans
MBO
Studiejaar 1,2