Havo 3 Project 2 Rol 1 VVV-medewerker

Havo 3 Project 2 Rol 1 VVV-medewerker
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Havo 3 Project 2 Rol 1 VVV-medewerker

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
- Ik kan zinnen maken in het Frans die gaan over een reis.
- Ik heb zinnen in mijn schrift staan die bij de rol van de VVV-medewerker horen.

Slide 2 - Slide

L'heure de départ
Un voyage direct
Tu pars
il faut changer
La chambre d'hôtes
une chambre double
Le lit superposé
La gaufre

Slide 3 - Drag question

De VVV-medewerker
- Vertellen van waar je vertrekt en waar je naar toe gaat, 
- Vertellen met welk vervoersmiddel je gaat. 

Schrift open! Pen vast! Projectboekje blz 11 en werkboek blz 124

Slide 4 - Slide

Un exemple en néerlandais
Welkom bij onze reis. Met onze reis ga je naar de bestemming disneyland. Het is naast de stad Parijs. 
Je gaat met de trein. Het is niet een directe reis. In Parijs moet je overstappen op de bus. 
Je vertrekt om 8 uur 's ochtends. De aankomsttijd is om half 10 's avonds. 
Je moet reserveren online. Je kan ook reserveren met de telefoon. 
Goede reis!

Slide 5 - Slide

Kies de juiste vertaling van de volgende zin:
We gaan naar Zweden. Je vertrekt met het vliegtuig.
Kijk op blz 11 van je projectboekje
A
On va en Suède. Tu pars en avion.
B
On va en Suède. Tu vas en avion.
C
On va en Suède. Tu pars en l'avion
D
On va en Suède. Tu en avion

Slide 6 - Quiz

Vertaal naar het Nederlands:
Nous avons un voyage très amusant pour vous. La desination est Paris! C'est la capitale de la France.

Slide 7 - Open question

La réponse correcte
Nous avons un voyage très amusant pour vous. La desination est Paris! C'est la capitale de la France. 

We hebben een erg amusante reis voor u. De bestemming is Parijs! Het is de hoofdstad van Frankrijk. 

Slide 8 - Slide

Vertaal naar het Nederlands:
Avec notre voyage, tu pars à la ville Rabat. C'est au Maroc. Tu vas en train et en bateau.

Slide 9 - Open question

la réponse correcte
Avec notre voyage, tu pars à la ville Rabat. C'est au Maroc. Tu vas en train et en bateau. 

Met onze reis, ga je naar de stad Rabat. Het is in Marokko. Je gaat met de trein en met de boot. 

Slide 10 - Slide

Vertaal naar het Frans:
We gaan naar Canada (au Canada). Het vertrek is in Amsterdam (à Amsterdam). Je gaat met het vliegtuig en met de auto.

Slide 11 - Open question

Remplis une phrase correcte:
Maak een zin waarin je vertelt aan je publiek dat ze een reis zullen maken met de boot.
timer
1:30

Slide 12 - Open question

Schrijf een stukje tekst waarin je vertelt:
- Waar de reis naartoe gaat (bestemming)
- Hoe de reizigers reizen.

Slide 13 - Open question