Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

Zwakke werkwoorden

Kofschipregel ('t ex-kofschip/'t sexy fokschaap)

Werkwoordspelling verleden tijd:
Gisteren (antwoorden) hij snel.

1. antwoorde
2. antwoordde
3. antwoordt

werkwoordspelling verleden tijd

1. Gisteren verhuisden we naar Groningen.
2. Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Werkwoordspelling verleden tijd
(rennen) Het meisje ............. naar huis.

1. rent
2. rente
3. rende
4. renden

Wat zijn sterke werkwoorden?

1. Werkwoorden die van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
2. Werkwoorden die niet van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
3. Werkwoorden die aangeven dat een onderwerp sterk is.
4. Woorden die met 'sterk zijn' te maken hebben.

Wat is een sterk werkwoord?

1. vragen
2. darten

Wat is een sterk werkwoord?

1. branden
2. rijden
3. lachen
4. poetsen

Bij een sterk werkwoord...

1. blijft de klank hetzelfde
2. verandert de klank

Wat is een sterk werkwoord

1. branden
2. blussen
3. verhuizen
4. denken

Wat is een sterk werkwoord?

1. slapen
2. werken
3. branden
4. fietsen

Wat is een sterk werkwoord?

1. schilderen
2. roepen

Wat is het verschil tussen een zwak en een sterk werkwoord?