What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
1 / 24
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
This lesson contains
24 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Zwakke werkwoorden
Kofschipregel ('t ex-kofschip/'t sexy fokschaap)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Werkwoordspelling verleden tijd:
Gisteren (antwoorden) hij snel.
A
antwoorde
B
antwoordde
C
antwoordt
Slide 6 - Quiz
sterke werkwoorden
zwakke werkwoorden
Deze werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.
Deze werkwoorden veranderen niet van klank in de verleden tijd.
Slide 7 - Drag question
werkwoordspelling verleden tijd
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.
Slide 8 - Quiz
Ik-vorm verleden tijd
Wij vorm verleden tijd
Lachte
Woonden
Maakten
Gaapte
Raadde
Reisden
Slide 9 - Drag question
te(n) in de verleden tijd
de(n) in de verleden tijd
juichen
menen
voeren
kussen
leven
bouwen
hakken
boffen
Slide 10 - Drag question
Werkwoorden met
-
de
/ -
den
in de verleden tijd
Werkwoorden met
-
te
/ -
ten
in de verleden tijd
aanmelden
maken
leren
lachen
slagen
studeren
beleven
kletsen
Slide 11 - Drag question
Werkwoordspelling verleden tijd
(rennen) Het meisje ............. naar huis.
A
rent
B
rente
C
rende
D
renden
Slide 12 - Quiz
verleden tijd
+te
verleden tijd
+de
verleden tijd
sterk werkwoord
(klankverandering)
surfen
verhuizen
lachen
stressen
brainwashen
appen
mixen
ervaren
herhalen
verdoven
kloppen
bederven
buigen
zwijgen
verbazen
updaten
Slide 13 - Drag question
Werkwoorden met
-
de
/ -
den
in de verleden tijd
Werkwoorden met
-
te
/ -
ten
in de verleden tijd
maken
leren
lachen
slagen
studeren
beleven
kletsen
Slide 14 - Drag question
Wat zijn sterke werkwoorden?
A
Werkwoorden die van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
B
Werkwoorden die niet van klank veranderen als je de pv in de verleden tijd zet.
C
Werkwoorden die aangeven dat een onderwerp sterk is.
D
Woorden die met 'sterk zijn' te maken hebben.
Slide 15 - Quiz
Wat is een sterk werkwoord?
A
vragen
B
darten
Slide 16 - Quiz
Wat is een sterk werkwoord?
A
branden
B
rijden
C
lachen
D
poetsen
Slide 17 - Quiz
Bij een sterk werkwoord...
A
blijft de klank hetzelfde
B
verandert de klank
Slide 18 - Quiz
Wat is een sterk werkwoord
A
branden
B
blussen
C
verhuizen
D
denken
Slide 19 - Quiz
Wat is een sterk werkwoord?
A
slapen
B
werken
C
branden
D
fietsen
Slide 20 - Quiz
Wat is een sterk werkwoord?
A
schilderen
B
roepen
Slide 21 - Quiz
Het werkwoord verandert in de verleden tijd van klank.
Het werkwoord verandert in de verleden tijd
NIET
van klank.
lopen
fietsen
zwemmen
verzenden
krijgen
beloven
verdelen
klimmen
Slide 22 - Drag question
Wat is het verschil tussen een zwak en een sterk werkwoord?
Slide 23 - Open question
Verwerkingsopdrachten
Junior Einstein
Opdrachten staan bij donderdag
Slide 24 - Slide
More lessons like this
Werkwoordspelling les 1 POIB
June 2024
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
Basisschool
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nederlands H5 TV zwakke werkwoorden VT
May 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Paragraaf 20
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
verledentijd zwakke werkwoorden
May 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Week 3 werkwoordspelling
January 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Week 2 werkwoordspelling
January 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Persoonsvorm v.t.
October 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Werkwoordspelling sleeptoets
October 2024
- Lesson with
24 slides
Spellin
Basisschool
Groep 8