Herhalingsles H2 Jongeren maatschappijleer

Herhalingsles:
Hoofdstuk 2: Jongeren
Wat moet je leren?
De samenvatting die op its learning staat
Tekstboek: blz. 18 t/m 34
Werkboek: 18 t/m 33


1 / 20
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhalingsles:
Hoofdstuk 2: Jongeren
Wat moet je leren?
De samenvatting die op its learning staat
Tekstboek: blz. 18 t/m 34
Werkboek: 18 t/m 33


Slide 1 - Slide

Toets maatschappijleer H2
  • Op vrijdag  22 januari heb je een toets van maatschappijleer H2 
  • Je hebt de toets om 14:00 tot 14:50 in lokaal in lokaal 23 en 24.
  • Nakijkbladen voor de gemaakte opdrachten staan op its learning vanaf vanmiddag.

Slide 2 - Slide

1. Hoe wordt je wie je bent?
Een deel van je karakter is aangeboren (ADHD, verlegenheid, dyslexie) en aangeleerde (rechts schrijven, instrument bespelen) eigenschappen.

Je gedraagt je onbewust naar de 
cultuur  = alle gewoontes normen & waarden in een samenleving





Slide 3 - Slide

Socialisatie 
Het bewust of onbewust aanleren van waarden, normen en gewoonten die bij jouw groep horen. 


Doel: zorgen dat je omgang tussen mensen goed verloopt. 

Waar? Gezin, school, vrienden, sport, werk 

Slide 4 - Slide

Wat is het doel van socialisatie?
A
Leren over de Nederlandse cultuur
B
Leren hoe jij je moet gedragen en wat je van anderen kan verwachten
C
Hoe je je moet aanpassen aan anderen.

Slide 5 - Quiz

Wat is aangeleerd?
A
Een meisje is verliefd op een ander meisje
B
Een timmerman begint luid te vloeken
C
Een jongen is in de klas altijd erg driftig

Slide 6 - Quiz

2. Hoe leren we?
1. Informatie en aanwijzingen

2. Imitatie

3. Ervaringen

4. Experimenteren

Slide 7 - Slide

Goed of fout gedrag?
Sociale controle: 
Mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt. 


Sancties (maatregel): 
Manieren waarop je laat merken of iets goed of fout is. 
Positief  / Negatief

Slide 8 - Slide

Internalisatie
Het aangeleerde gedrag vertoon je automatisch, 

zonder erbij na te denken

Het is een deel van je gedrag geworden.


Slide 9 - Slide

Welke manier van leren vindt hier plaats?
Voor de eerste keer een meisje versieren.
timer
0:30
A
Informatie
B
Imitatie
C
Experimenteren

Slide 10 - Quiz

Welke manier van leren vindt hier plaats?
De nieuwe pizzeria is erg lekker, je gaat hier vanaf nu vaker naar toe!
timer
0:30
A
Informatie
B
Imitatie
C
Ervaringen

Slide 11 - Quiz

Als er sprake is van internalisatie is socialisatie gelukt.
timer
0:15
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Rechts rijden in het verkeer, je hand opsteken als je iets wilt vragen doe je automatisch. Dit zijn dus voorbeelden van:
timer
0:30
A
Sociale Controle
B
Internalisatie
C
Socialisatie

Slide 13 - Quiz

3. Wat is normaal?
Wat voor de een normaal is, vindt de ander raar.

Als je tolerant bent, accepteer je dat sommige mensen zich anders gedragen dan jij. 

Asociaal = Je normen en waarden zij heel anders dan die van je omgeving

Slide 14 - Slide

Groepsnormen
Groepsdruk: 
Het gevoel dat je je moet aanpassen aan de groep.
(pestgedrag, kleding, roken, drinken)

Generatieconflict: 
Een meningsverschil dat wordt veroorzaakt door verschil in leeftijd.

Slide 15 - Slide

Jongeren begroeten elkaar op een eigen manier, bijvoorbeeld door te ‘boksen’. Ouderen geven elkaar een hand.
Dit is een voorbeeld van een:
A
Sociale controle
B
Groepsnorm
C
Generatieconflict

Slide 16 - Quiz

4. Bij welke groep hoor je?
Identificatie: 
Je herkent kenmerken van jezelf bij de ander.

Groepsidentificatie:
Je voelt je verbonden met een groep mensen vanwege dezelfde gewoonten.

Slide 17 - Slide

4. Hoe ontstaat een groepsgevoel?
  • De plaats waar je vandaan komt.

  • Het geloof dat je hebt.

  • Het hebben van dezelfde belangen of problemen.

  • Dezelfde smaak en interesses hebben.

Slide 18 - Slide

Als Nederland het over de zwarte pieten discussie heeft zie je..
A
Weinig Sociale Cohesie
B
Veel Sociale Cohesie
C
Een wij-groep tegen een zij-groep

Slide 19 - Quiz

Als we een WK-voetbal finale winnen zie je juist..
A
Weinig sociale cohesie
B
veel sociale cohesie
C
een wij-groep tegen een zij-groep

Slide 20 - Quiz