What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3.4.1 2JAM2
Today
Revision articles (=lidwoorden)
Work on 3.5
Check Unit 3
Go to Lessonup.app
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Engels
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Today
Revision articles (=lidwoorden)
Work on 3.5
Check Unit 3
Go to Lessonup.app
Slide 1 - Slide
Articles
(lidwoorden)
In Dutch: ''De, Het, Een'', are the
articles
In English: ''The, A, An'', are the
articles
Slide 2 - Slide
Articles
Wanneer je in het Nederlands
de
of
het
voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels
the
.
Wanneer je in het Nederlands
een
voor een zelfstandig naamwoord zet, gebruik je in het Engels
a
of
an
.
Slide 3 - Slide
Articles A / AN
a
gebruik je voor woorden die beginnen met een
medeklinker
.
an
gebruik je voor woorden die beginnen met een
klinker
.
a
p
et
a
t
eacher
a
b
ike
a
c
ar
a
d
oor
a
r
oom
an
e
ar
an
i
nvestigation
an
o
fficer
an
a
pple
an
a
nswer
an
E
nglish man
Slide 4 - Slide
Articles A / AN
Let op! Deze keuze hangt niet alleen af van of je dit schrijft, maar ook of dat je het hoort.
an
h
our (je hoort
our
)
a
u
niversity (je hoort
j
university)
an
M
&M (
je hoort
em&em)
Slide 5 - Slide
A / AN
Articles A / AN
moet je gebruiken bij...
- een beroep dat meerdere mensen doen;
She is
a
teacher
.
- nationaliteiten en religies;
He is
an
English man.
She is
a
Christian.
Slide 6 - Slide
A / AN
Articles A / AN
moet je
NIET
gebruiken bij...
een beroep / positie dat maar één persoon kan uitvoeren.
She is
Queen of England
. She is
the
Queen of England
.
Trump was
p
resident
of the USA. He was
the
president
...
Slide 7 - Slide
THE
moet je gebruiken als je
specifiek verwijst naar
...
- een maaltijd;
The
lunch we had was amazing!
- een muziek instrument.
I play
the
piano.
Let op! Dus
niet
bij
sporten.
Articles THE
Slide 8 - Slide
a of an?
.... university
A
a
B
an
Slide 9 - Quiz
a of an?
.... plant
A
a
B
an
Slide 10 - Quiz
a of an?
..... dog
A
a
B
an
Slide 11 - Quiz
a of an?
.... uniform
A
a
B
an
Slide 12 - Quiz
A of AN?
.... president
A
a
B
an
Slide 13 - Quiz
a of an?
.... apple
A
a
B
an
Slide 14 - Quiz
__________ dress
______ aeroplane
_____ university
_______ hour
______ scarf
_______ umbrella
A
An
A
An
A
An
Slide 15 - Drag question
Which one?
"... president visited our school."
A
A
B
The
C
X
D
An
Slide 16 - Quiz
Which one?
"We left school ... hour ago."
A
A
B
The
C
X
D
An
Slide 17 - Quiz
3.5
assignments 1+2
Slide 18 - Slide
Homework
Test Unit 3: 19-3
Herkansing schrijven: 22-3
Herkansingen spreken: Week van 22 april, indeling volgt.
Finish & study unit 3
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Articles: a & an (the basics)
April 2024
- Lesson with
18 slides
Engels
MBO
Studiejaar 3
Unit 1 Articles
September 2022
- Lesson with
21 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2
A or AN
April 2023
- Lesson with
18 slides
(a/an/the)
November 2021
- Lesson with
43 slides
Engels
MBO
Studiejaar 3
Unit 1 : Articles: a/an/the
October 2021
- Lesson with
48 slides
Engels
MBO
Studiejaar 3
(a/an/the)
April 2024
- Lesson with
30 slides
Engels
MBO
Studiejaar 3
English basics lesson 5: the a/an rule
March 2023
- Lesson with
21 slides
Engels
MBO
Studiejaar 1
Fase 2: lidwoorden 3.2
September 2023
- Lesson with
23 slides
Engels
MBO
Studiejaar 2