Oefen som deel 2

Oefen som deel 2
Druppels snelheid en oplossen 
Mayrani Budhram 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Medisch Rekenen druppel snelheid en oplossenMBOStudiejaar 4

This lesson contains 33 slides, with text slides.

Items in this lesson

Oefen som deel 2
Druppels snelheid en oplossen 
Mayrani Budhram 

Slide 1 - Slide

som 1
Mevrouw M. krijgt medicatie infuus, 500 ml moet gegeven worden in 50 minuten.
(1 ml = 18 druppels)
Wat is de druppelsnelheid per minuut?

Slide 2 - Slide

oplossing som 1
500 x 18 = 9000 druppels  : 50 = 180 dr/min
OF
500 : 50 = 10 ml/min  X 18 = 180 dr/min

Slide 3 - Slide

som 2

Meneer K. krijgt 300 ml sondevoeding. De voeding wordt in 1,5 uur tijd gegeven.
(1 ml = 16 druppels)
Wat is de druppelsnelheid per minuut?
(Rond af op hele druppels)

Slide 4 - Slide

oplossing som 2
300 x 16 = 4800 druppels  : 90 = 53,33 dr/min, afgerond 53 dr/min
OF
300 : 90 = 3,33 ml/min X 16 = 53,33 dr/min, afgerond 53 dr/min

Slide 5 - Slide

som 3
Meneer G. heeft een infuus van 1,5 liter glucose 5%. De inlooptijd is 5 uur.
(1 ml = 20 druppels)
Wat is de druppelsnelheid per minuut?

Slide 6 - Slide

oplossing som 3
1500 X 20 = 30 000 druppels  : 300 = 100 dr/min
OF
1500 : 300 = 5 X 20 = 100 dr/min

Slide 7 - Slide

som 4

Mevrouw Z. heeft een zakje van 450 ml met een antibiotica-oplossing gekregen. Het is in 2 uur ingelopen. (1 ml = 20 druppels)
Wat was de druppelsnelheid per minuut?

Slide 8 - Slide

oplossing 4
450 X 20 = 9000 druppels  : 120 = 75 dr/min
OF
450 : 120 = 3,75  X 20 = 75 dr/min

Slide 9 - Slide

som 5 
Dhr P. krijgt antibiotica een zakje van 500 ml. De pompstand is 150.
Hoe lang duurt het voordat het zakje is ingelopen?
(Geef het antwoord in uren en minuten)

Slide 10 - Slide

oplossing som 5
Stand 150 = 150 ml/uur = 150 ml/60 minuten = 2,5 ml/minuut
500 ml : 2,5 = 200 minuten
3 uren en 20 minuten

Slide 11 - Slide

som 6
Meneer S. krijgt een infuus met NaCl 0,9 %. Het infuus loopt 30 druppels per minuut. (1 ml = 20 druppels)
Hoeveel ml heeft Meneer gekregen na 10 uur?

Slide 12 - Slide

oplossing som 6
10 uur = 600 minuten
600 X 30 druppels = 18000 druppels : 20 = 9000 ml

Slide 13 - Slide

som 7 
Mevrouw R. krijgt 1 liter sondevoeding per dag. Er lopen 40 druppels per minuut in. (1 ml = 20 druppels)
Hoeveel uren en minuten per dag krijgt Mevrouw sondevoeding?

Slide 14 - Slide

oplossing som 7
1 liter = 1000 ml X 17 = 20.000 druppels
20.000 : 40 = 500 minuten = 8 uur en 20 minuten

Slide 15 - Slide

som 8
Meneer J. ligt in het ziekenhuis. Hij krijgt 150 ml vocht via een venflon.
De verpleegkundige zet de pomp op stand 50.
Hoeveel uren of minuten is de pomp ingelopen?

Slide 16 - Slide

oplossing som 8
150 : 50 = 3  3 uur OF
50 ml : 60 = 0,83 ml/minuut
150 : 0,83 = 180 minuten

Slide 17 - Slide

som 9
Mevrouw Z. krijgt medicatie via een spuitenpomp. Deze loopt 60 ml in 6 uur tijd.
Op welke stand moet de pomp staan?


Slide 18 - Slide

oplossing som 9
60: 6 = 10

Slide 19 - Slide

som 10
De spuitenpomp van meneer G. staat op stand 5,2. In de spuit zit 26 ml.
Na hoeveel uur is de spuitpomp leeg?

Slide 20 - Slide

oplossing som 10
26 : 5,2 = 5 uur

Slide 21 - Slide

som 11
Je hebt een 3% zout-oplossing in 500 ml.
Hoeveel gram zout zit er in de oplossing?

Slide 22 - Slide

oplossing som 11
Een 3%-oplossing = 30 mg/ml
500 X 30 = 15000 mg = 15 gram

Slide 23 - Slide

uitleg som 11
Totale oplossing 100%  500ml
1% van de oplossing 5ml
Opgeloste stof in % 3%
Opgeloste stof in ml/gram 3 x 5 =15 gram





Slide 24 - Slide

som 12

In 400 ml is 12 gram suiker opgelost.
Wat is de sterkte van de oplossing in %?

Slide 25 - Slide

oplossing som 12
Totale oplossing 100%400ml
1% van de oplossing 4ml
Opgeloste stof in ml/gram 12 gram
Opgeloste stof in %12 : 4 = 3%







12 : 4 = 3%




Slide 26 - Slide

som 13
In de kast staat een flesje medicatie met nog 500 ml erin. Op het etiket zie je dat het om 2,5%-oplossing gaat.
Hoeveel gram werkzame stof zit daarin?

Slide 27 - Slide

oplossing som 13
Een 2,5%-oplossing = 25 mg/ml
25 X 500 = 12.500 mg = 12,5 gram

Slide 28 - Slide

uitleg som 13
Totale oplossing 100% 500 ml
1% van de oplossing 5 ml
Opgeloste stof in %2,5 %
Opgeloste stof in ml of gram 12,5 gram





Slide 29 - Slide

som 14
Je hebt 500 ml water met daarin opgelost 15 gram medicatie.
Wat is het percentage van deze oplossing?

Slide 30 - Slide

uitleg  som 14
 Totale oplossing100%500 ml
1% van de oplossing 5 ml
Opgeloste stof in ml of gram15 gram
Opgeloste stof in %15 : 5 = 3 %






Slide 31 - Slide

oplossing som 14
Oplossing =3%

Slide 32 - Slide

som 15
Je moet 20 ml alcohol van 70% verdunnen naar 10%.
Wat is de verdunningsfactor?

Slide 33 - Slide