5.1 Besluiten en besturen in Nederland

5.1 Besluiten en besturen in Nederland
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

5.1 Besluiten en besturen in Nederland

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Leerdoelen
  • Video kabinet
  • Instructie paragraaf 
  • Vragen tussendoor
  • Opdracht stellingen
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat een parlementaire democratie inhoudt
  • Je weet dat burgers (eens per 4 jaar) 150 leden van de tweede kamer kiezen
  • Je kunt het verschil tussen de regering, kabinet en het parlement uitleggen
  • Je weet dat de provinciale staten de 75 leden van de eerste kamer kiezen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Leerdoel 3
Parlement: eerste en tweede kamer
Kabinet: ministers en staatssecretarissen 
Regering: Koning en ministers

Slide 6 - Slide

Een wet uitvoeren, hoe gaat dat?
Voorbeeld: Waternoodsramp 1953.

  • Drie weken na de ramp: deltacommissie
  • Kabinet (ministers en staatssecretarissen) namen deze plannen over
  • Kabinet maakt een wetsvoorstel
  • Tweede kamer keurt wetsvoorstel goed
  • Eerste kamer keurt wetsvoorstel goed
  • Koningin (nu koning) zet handtekening
  • Deltaplan wordt uitgevoerd

Slide 7 - Slide

Voordat een nieuwe wet geldig is worden er een aantal stappen genomen. In welk antwoord staan de volgende 4 stappen in de juiste volgorde?
A
Regering doet een wetsvoorstel - Het staatshoofd ondertekend de wet - Eerste Kamer keurt de wet goed - Tweede Kamer keurt de wet goed
B
Regering doet een wetsvoorstel - Het staatshoofd ondertekend de wet - Tweede Kamer keurt de wet goed - Eerste Kamer keurt de wet goed
C
Regering doet een wetsvoorstel - Tweede Kamer keurt de wet goed - Eerste Kamer keurt de wet goed - Het staatshoofd ondertekend de wet
D
Regering doet een wetsvoorstel - Eerste Kamer keurt de wet goed - Tweede Kamer keurt de wet goed - Staatshoofd ondertekend de wet

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Wat past het beste bij kabinet?
A
Staatshoofd en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Staatshoofd, ministers en staatssecretarissen
D
Tweede Kamer en ministers

Slide 10 - Quiz

Wat past het beste bij regering?
A
Staatshoofd en ministers
B
Ministers en staatssecretarissen
C
Staatshoofd, ministers en staatssecretarissen
D
Tweede Kamer en ministers

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Stellingen
  • In tweetallen
  • In een word document
  • Namen
  • Zijn jullie voor of tegen? Werk je stellinginname uit 
  • 20 minuten de tijd

Slide 15 - Slide

Huiswerk = woensdag
  • Stellingen zijn uitgewerkt
  • Paragraaf 5.1 is af

Controle -> niet bij je/verkeerd boek etc = inhalen

Slide 16 - Slide