PW zorg voor de leefomgeving periode 2

Zorg voor de leefomgeving
Periode 2 PW
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Zorg voor de leefomgeving
Periode 2 PW

Slide 1 - Slide

AFSPRAKEN
  •  Op tijd in de les
  •  Huiswerk gemaakt
  • Luisteren naar elkaar
  • Elkaar laten uitpraten
  • Respect voor elkaar!

Slide 2 - Slide

UITLEG PERIODE 2

LEERMIDDELEN:
  • Studieboek pedagogisch werk; Zorg voor de omgeving
  • Werkboek digitaal

Slide 3 - Slide

Studiepunten
  • Portfolio uitwerking verwerkingsopdrachten module 4
  • Eindopdracht

Slide 4 - Slide

Eindopdracht
  1. Uitwerken dieet van aantal kinderen die je onder je hoede hebt
  2. Traktatie bedenken voor deze kinderen, thuis maken en filmen en presenteren (dit mag individueel of in tweetallen)
  3. Verslag maken van deze opdrachten en inleveren via Magister

Slide 5 - Slide

Herhalen van lesstof en verder met de volgende theorie

Serieuze antwoorden!

Slide 6 - Slide

Een allergie is:

A
overgevoeligheid van het lichaam op alles
B
overgevoeligheid van het lichaam voor bepaalde stoffen
C
een erfelijke afwijking
D
een familiaire afwijking

Slide 7 - Quiz

Wat kan je zeggen over Schoonmaak
frequenties?

Slide 8 - Mind map

Noem zo veel mogelijk controle punten
van speeltoestellen.

Slide 9 - Mind map

Wat weet je van het begrip Protocol?

Slide 10 - Open question

Emotionele veiligheid betekent:
A
geborgenheid
B
bescherm worden tegen negatief gedrag
C
jezelf kunnen zijn
D
alle drie de antwoorden

Slide 11 - Quiz

Fysieke veiligheid betekent
A
voorkomen van lichamelijke verwondingen
B
beschermt worden tegen negatief gedrag
C
geborgenheid
D
Alle 3 de antwoorden

Slide 12 - Quiz

Welke aandachtspunten van veiligheid zijn er
voor een ruimte waar kinderen verblijven?

Slide 13 - Mind map

80 kinderen onder de vier worden per dag behandeld op eerstehulpafdelingen van
ziekenhuizen door een privé-ongeval.


A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

De meeste ongelukken met kinderen onder de 4 jaar gebeuren in en om het huis.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

In Nederland overlijden ieder jaar ongeveer 40 kinderen onder de 4 als gevolg van een
privé-ongeval.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Het meest voorkomende ongeval bij kinderen onder de 4 jaar is botsen en stoten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een baby van 3 maanden kan zich al omrollen.

A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Verpakkingen met kindveilige sluitingen zijn veilig voor kinderen (bijvoorbeeld sluitingen
van schoonmaakmiddelen).

A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

Verdrinking is de belangrijkste doodsoorzaak bij met kinderen onder de 4 jaar.
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Een laagje water van 10 cm is voor kleine kinderen al genoeg om in te verdrinken.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Bij verstikking gaat het in de helft van de gevallen om voedsel.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Waarom is risicovol spelen goed?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

TOT SLOT

Huiswerk
  • Lezen hoofdstuk 1 module 4
  • Verwerkingsopdrachten hoofdstuk 1

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

‘s Morgens komt moeder Karin haastig en moe-uitziend op de opvang aan. Haar baby Susanne huilt
continue. Ze vertelt jou dat ze, tot haar grote opluchting, een manier heeft gevonden om haar baby
rustig te krijgen. En dat is wanneer ze Susanne op haar buik in de wieg legt.
Hoe zou jij hier op reageren?
A
Je legt Karin direct uit dat dit gevaarlijk is en dat ze dit niet meer mag doen.
B
) Je zegt er niks van op dit moment, want je ziet dat ze erg blij is dat ze eindelijk een oplossing heeft gevonden.
C
Je bespreekt alternatieve mogelijkheden met haar om te zorgen voor meer rust en regelmaat.

Slide 41 - Quiz

Waar staat EHBO voor?
A
Eerste hulp bij ongevallen
B
EHBO is geen afkorting van iets

Slide 42 - Quiz

Gevaren?

Slide 43 - Mind map

• Noem een voorbeeld van een reinigingsmiddel

Slide 44 - Open question

Deze? natuurlijke uitstraling.

Slide 45 - Slide

Of deze? Kleurrijk.

Slide 46 - Slide

Welke buitenruimte vind jij aantrekkelijk en waarom? De natuurlijke of de kleurrijke?

Slide 47 - Open question