5.2 De overheid en de economie.

§ 5.2 De overheid en de economie.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§ 5.2 De overheid en de economie.

Slide 1 - Slide

In deze les leer je:
- het verschil tussen een planeconomie en 
  een vrijemarkteconomie;
- dat Nederland een sociale markteconomie is;
- over de instellingen CBS, CPB en SER;
- wat we bedoelen met het BBP;
- over economische groei, recessie en 
  economische crisis.

GOALS!

Slide 2 - Slide

Hoe "stuurt" de overheid de economie van een land:

Oftewel: welke rol speelt de overheid bij de economie? We onderscheiden:

  • een planeconomie
  • een sociale markteconomie
  • een vrijemarkteconomie

Slide 3 - Slide

Planeconomie
  • GEEN marktwerking





  • Voorbeeld: Noord-Korea (vroeger ook Cuba, China, Rusland)

Overheid bepaalt ...
  1. wat er geproduceerd wordt 
  2. hoeveel er geproduceerd wordt 
  3. door wie er geproduceerd wordt 
  4. tegen welke prijs er geproduceerd wordt

Slide 4 - Slide

Vrijemarkteconomie
  • Vraag & aanbod bepalen de prijs
  • De overheid grijpt niet in met regels/wetten
  • V.S. lijkt hier op 

Vrijemarkteconomie is nergens helemaal aanwezig; overal is er wel een overheid die maatregelen neemt.

Slide 5 - Slide

Sociale markteconomie
Prijzen worden bepaald door Vraag en Aanbod 
Maar de overheid grijpt in met wetten en regels: 
  • om basisbehoeften betaalbaar te houden 
  • om iedereen een redelijk bestaan ('bestaansminimum') te garanderen.

  • Denk bijvoorbeeld aan:
minimumloon en ARBOwet (§ 4.1)
sociale zekerheid (§ 5.3)  

Slide 6 - Slide

Adviseurs van de overheid
De overheid kan bij het maken van keuzes op economisch gebied informatie en/of advies krijgen van:

CBS
CBS = Centraal Bureau voor de Statistiek:
verzamelt informatie over o.a. economische veranderingen.
CPB
CPB = Centraal Planbureau:
onderzoekt wat de gevolgen kunnen zijn van economische beslissingen.
SER
SER = Sociaal Economische Raad:
adviseert over sociaal-economische onderwerpen
(bestaat uit werkgevers, werknemers en onafhankelijke deskundigen).

Slide 7 - Slide

BBP = Bruto Binnenlands Product

totale waarde van alle geproduceerde 
goederen en diensten in een land
=

Slide 8 - Slide

BBP = Bruto Binnenlands Product

totale waarde van alle geproduceerde 
goederen en diensten in een land
=
Nationaal inkomen = het totale inkomen van een land 
(alle winsten van bedrijven en inkomens van werknemers)

Slide 9 - Slide

Bbp per inwoner 2022
€ 53.200
Totale bbp
2022: € 943,3 miljard

2023: € 1.017,8 miljard

Slide 10 - Slide

Als het BBP toeneemt, is er sprake van
economische groei.
Overheidsinkomsten stijgen door ...
meer btw, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
Overheidsuitgaven dalen door ...
minder werkloosheidsuitkeringen --> sociale premies/loonbelasting omlaag --> hoger nettoloon
volgende slide: video 2

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Recessie
economische groei is lager dan de voorgaande periode en lager dan gemiddeld
Economische crisis
recessie duurt een langere tijd of het bbp krimpt

Slide 13 - Slide

Wat kan de overheid doen om uit een recessie te komen, dus om de economie te stimuleren?
Inkomstenbelasting verlagen 
--> meer bestedingen --> meer productie
1
Subsidie aan innovatieve bedrijven --> betere concurrentiepositie t.o.v. buitenland
3
Investeren in onderwijs --> betere (hoogwaardige) productie
4
Investeren in infrastructuur --> meer werkgelegenheid
5
BTW verlagen --> producten worden goedkoper --> meer bestedingen --> meer productie
2

Slide 14 - Slide

Juist of onjuist?
In de collectieve sector is er sprake
van marktwerking.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Door marktwerking zullen de
prijzen meestal ....
A
stijgen
B
dalen

Slide 16 - Quiz

De overheid stelt de prijs van producten vast in een ...
A
planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
sociale markteconomie

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort economie is de Nederlandse economie

Slide 18 - Open question

Welke instantie rekent de kosten van verkiezingsprogramma's van de politieke partijen door?
A
CBS
B
CPB
C
SER

Slide 19 - Quiz

Waarvoor staat de afkorting bbp?
A
bruto buitenlands product
B
bruto binnenlands product
C
bruto buitenlands productie
D
bruto binnenlands productie

Slide 20 - Quiz

Als het bbp toeneemt,
spreken we van ...
A
recessie
B
economische crisis
C
economische groei
D
economische krimp

Slide 21 - Quiz

Wat kan de overheid doen om de economie te stimuleren?
A
belasting verhogen
B
belasting verlagen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video