Omgaan met sociale vraagstukken P4 Les 4 ZRM

Sociale Problematieken
Dak- en thuislozen
Les 4
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Sociale Problematieken
Dak- en thuislozen
Les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
- Terugblik vorige les
- Zelfredzaamheid
-Uitleg ZRM
- Oefenen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar moet je opletten als een cliënt zich meldt die dakloos is geworden omdat hij moest vluchten uit een oorlogssituatie?
A
Dat hij alleen kan slapen
B
Of er een verslaving aanwezig is
C
Of hij een adres heeft
D
Wat voor triggers hij heeft door trauma (geluiden ed.)

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan je navragen als sociaal werker aan een dakloze
met lichamelijke problemen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Opdracht 
               Vul in duo's (2) het ZRM in aan de hand van onderstaande casus. 

Casus: 
Maria is een 45-jarige vrouw die dakloos is geraakt na een reeks persoonlijke en financiële tegenslagen. Ze heeft geen sociale netwerk waarop ze kan terugvallen en leeft momenteel op straat. Maria heeft geen vast inkomen, geen toegang tot gezondheidszorg en geen stabiele woonsituatie. Ze worstelt met gevoelens van hopeloosheid en isolement.

timer
3:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opdracht deel 2 
Noteer twee vragen die het doen van deze opdracht bij jou heeft opgeleverd 
timer
1:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je legt het begrip zelfredzaamheid uit
  • Je begrijpt de begrippen van de ZRM
  • Je past een ZRM toe in een casus

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van
zelfredzaamheid?

Slide 9 - Mind map

wat weet je al van zelfredzaamheid of wat denk je dat dit betekent 
Zelfredzaamheid
Letterlijk betekent het jezelf kunnen redden.

Zelfredzaamheid heeft meerdere betekenissen:
  • Het vermogen om alledaagse activiteiten zelf te doen en mogelijke problemen zelf op te lossen
  • De mate waarin iemand in staat is voor zichzelf te zorgen
  • Je leven in kunnen richten zonder hulp van (professionele) anderen

Slide 10 - Slide

Opleiding en Kennis
Basisvaardigheden: Het kunnen koken, schoonmaken, en persoonlijke hygiëne onderhouden.

Financiële vaardigheden: Begrip van geldbeheer, zoals sparen, budgetteren, en verantwoord omgaan met zakgeld of een baantje.

Academische vaardigheden: Organisatie, studievaardigheden, en tijdmanagement.

Sociale Vaardigheden
Communicatie: Effectief kunnen communiceren met leeftijdsgenoten, leraren, en andere volwassenen.

Probleemoplossing: Het vermogen om problemen zelfstandig te identificeren en op te lossen.

Conflictoplossing: Omgaan met conflicten op een constructieve manier.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe zelfredzaam ben jij?
0100

Slide 12 - Poll

Hulp nodig bij:
- Op tijd op school komen?
- Rijles?
- Eten klaarmaken?
Methodieken
Er zijn verschillende methoden die helpend zijn in het werken met deze doelgroep o.a.:
- Herstelgericht werken
- Krachtwerk

Kern: uitgaan van de mogelijkheden 

Bv: een cliënt wil graag piloot worden en wordt na begeleiding schoonmaker op Schiphol.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Zelfredzaamheidsmatrix (ZRM)
- Meetinstrument om te zien wat iemand allemaal nog WEL kan
- Geeft overzicht op welke gebieden er zorg nodig is
- Cliënt kan deze ook zelf invullen met begeleider
- Kan gemakkelijk worden geëvalueerd. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Tijdsbesteding: de mate waarin activiteiten gedurende de dag als plezierig of nuttig worden ervaren door de persoon, de mate waarin een persoon structuur in zijn dag aanbrengt en het dag-nachtritme van een persoon.  

Huiselijke relaties:
Je beoordeelt de kwaliteit van alle relaties van de persoon met de andere leden van het huishouden. 
ZRM

Slide 16 - Slide

Basale ADL (de basis)
Specifiek gaat dit domein over de uitvoering van de volgende activiteiten:
- verplaatsen -persoonlijke hygiëne -kleden - voeden -toiletbezoek
Instrumentele ADL
* koken * vervoeren * inkopen doen * huishoudelijk werk * administratie * medicijnen * apparaten en producten
Maatschappelijke participatie
Deelname aan elke vorm van georganiseerde activiteit zoals een sportclub, een vereniging, (school-)comité, religieuze organisaties,
De ZRM heeft in totaal 13 domeinen.
Dit kun je ook wel deelgebied of leefgebied noemen. 

Per domein kan je scores geven:
  1. acute problematiek
  2.  niet zelfredzaam
  3. beperkt zelfredzaam
  4. voldoende zelfredzaam
  5.  volledig zelfredzaam
De ZRM heeft in totaal 13 domeinen.
Dit kun je ook wel deelgebied of leefgebied noemen.

Per domein kan je scores geven:
- acute problematiek
- niet zelfredzaam
- beperkt zelfredzaam
- voldoende zelfredzaam
 - volledig zelfredzaam

Scores

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Casus Dave 
Dave werkte een hele tijd als vrachtwagen chauffeur. Door de jaren werken en gezelligheid in de cafés langs de snelweg is hij regelmatig gaan drinken. Nadat hij is aangehouden met alcohol op achter het stuur verloor hij zijn baan. Sinds die tijd slaapt hij bij verschillende vrienden of kennissen en wel eens in een verlaten kantoorpand. Hij helpt in een café met kleine klusjes en krijgt zo wat zwart geld voor eten en drinken. Sinds een week heeft hij flinke kiespijn en meldt zich nu bij de nachtopvang voor hulp.
Opdracht

Ga in twee of drietallen de casus bekijken en scoren via de ZRM

Bedenk daarnaast welke verdiepende vragen je zou kunnen stellen om de ZRM nog beter in te vullen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Uitwisselen
Wissel met het groepje voor of achter je uit hoe jullie de ZRM hebben gescoord. 

Zijn er verschillen? Bespreek deze met elkaar. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Afsluiting
Schrijf op een post-it en plak op de deur voor je het lokaal uit gaat:

- Wat neem je mee uit deze les?
- Wat zie je de volgende keer graag terug?
- Wat zou je liever anders willen volgende week?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions