6.1 De invloed van de Golfstroom

Goedemorgen B1A

Leg op je tafel:
1. Laptop (dicht)
2. Schrift
3. Etui
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Goedemorgen B1A

Leg op je tafel:
1. Laptop (dicht)
2. Schrift
3. Etui

Slide 1 - Slide

6.2

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je kunt uitleggen wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa.
  • Je weet in welke luchtstreken Europa ligt.
  • Je kunt uitleggen wat de invloed van de Golfstroom is op de temperatuur in Europa.
  • Je kunt uitleggen wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa.

Slide 3 - Slide

Waarom is het warmer bij de evenaar dan bij de polen?

Slide 4 - Open question

Korte weg door dampkring
bij loodrecht
Kleiner oppervlak
bij loodrecht

Slide 5 - Slide

B48: breedteligging en temperatuur
Breedteligging heeft groot effect op de temperatuur:
Hoge breedte - koud / Lage breedte - warm
Bij evenaar zonnestralen loodrecht op aardoppervlak.

2 oorzaken:
1. Loodrechte zonnestralen verwarmen een kleiner oppervlak met dezelfde energie als schuine zonnestralen
2. Loodrechte zonnestralen hebben korte weg door dampkring - dus minder stofdeeltjes en wolken

Slide 6 - Slide

B49 Luchtstreken 
De temperatuurzones op aarde noem je luchtstreken.
Wiskundige begrenzing - breedtecirkels
Thermische begrenzing - isothermen

Tropen
Gematigde zone
Poolstreken
Kenmerk
Altijd warm
Niet te warm, niet te koud
Altijd koud
Breedtegraad
tussen 23½⁰ N.B. en Z.B.
23½⁰ en 66 ½⁰ N.B. en Z.B.
vanaf 66 ½⁰ N.B. en Z.B.
Grens
Keerkringen
Subtropen
Poolcirkels

Slide 7 - Slide

Weer en klimaat

Het weer: temperatuur, neerslag, wind op bepaalde plaats en op bepaald moment.

BV. Als je nu naar buiten kijkt. Het is bewolkt, het regent en het is koud.


B42 - Weer en klimaat


Het klimaat: gemiddelde weer in een bepaald gebied en over een langere tijd (meestal 30 jaar).
 

BV. Eén hele hete dag, verandert het klimaat niet, want heeft weinig invloed op het gemiddelde over 30 jaar


Slide 8 - Slide

Hoe zit dat in Europa?
Grotendeel in de luchtstreek: gematigde zone 
  1. Geen extreme temperaturen door breedteligging 
  2. Kouder op hoge breedte, warmer op lage breedte

Zuid-Europa ligt in de subtropen
  • Gemiddeld warmer

Deel Noord-Europa ligt in de poolstreken
  • Te koud voor bomen

Slide 9 - Slide

De Golfstroom en aanlandige wind
Ander temperatuurverschil in Europa: ligging ten opzichte van zee

Zeestromen: ontstaan als de wind lange tijd uit één richting waait.

Golfstroom: brengt warm water naar Europa.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

B53 Temperatuur boven land en zee

Zonnestralen vallen op land of op zee -> veel invloed op de temperatuur

Strandvoorbeeld zomerse dag:
 - overdag: heet zand, koel zeewater
 - avond: koud zand, koel zeewater 
 conclusie: land warmt sneller op dan zee,  maar koelt ook sneller af

Wat is het gevolg?

Slide 12 - Slide

B53 Temperatuur boven land en zee

Verschil heeft gevolgen voor de temperatuur van de lucht:

Boven zee: nooit heel koud, nooit heel heet
-> zee heeft een matigend effect op de temperatuur

Boven land: kan heel warm en heel koud zijn
-> temperatuur kan snel wisselen

Slide 13 - Slide

Aan de slag:
Wat?
§6.1 Opdrachten 1 t/m 4
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 14 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • Je kunt uitleggen wat de invloed van de breedteligging is op de temperatuur in Europa.
  • Je weet in welke luchtstreken Europa ligt.
  • Je kunt uitleggen wat de invloed van de Golfstroom is op de temperatuur in Europa.
  • Je kunt uitleggen wat de invloed van aanlandige westenwinden is op de temperatuur in Europa.

Slide 15 - Slide

De Golfstroom en aanlandige wind
Ander temperatuurverschil in Europa: ligging ten opzichte van zee

Zeestromen: ontstaan als de wind lange tijd uit één richting waait.

Golfstroom: brengt warm water naar Europa.

Slide 16 - Slide

B54 Aanlandige en aflandige winden
De windrichting heeft veel  invloed op de temperatuur. 
2 soorten:
  1. Aanlandige wind
    - in de zomer minder warm
     - in de winter minder koud

  2. Aflandige wind
    - in de zomer warmer
    - in de zomer kouder

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

De Golfstroom en aanlandige wind
Boven relatief warm zeewater is ook de lucht warmer.
  1. Westenwind blaast warme lucht richting Europa ->
    Aanlandige wind / zeewind ->
    Winter: niet erg koud in de winter
    Zomer: niet erg warm door relatief koele lucht vanaf zee

Slide 19 - Slide

De Golfstroom en aanlandige wind
Hoe verder landinwaarts, hoe kleiner de invloed van de zee.
-> kouder in de winter, warmer in de zomer

Binnenland Rusland: extreem grote temperatuurverschillen, want:
Geringe invloed zee, groot landoppervlak = koelt snel af, warmt  snel op.

Slide 20 - Slide

Aan de slag:
Wat?
§6.1 Opdrachten 5 t/m 9

Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 21 - Slide