This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Herhaling PWstof
Tussenletters bij samenstellingen
Hoofdletters en aanhalingstekens
Aan elkaar of los?
Werkwoordspelling
Samengestelde zinnen
Zinsdeelzinnen
Slide 1 - Slide
Tussenletters bij samenstellingen
Waar je het hoort!
Bij S: Begint het tweede deel met een S? Check met een ander woord of er een extra S moet komen.
Bij e(n): Gebruikt EN bij ZN met alleen een meervoud op EN.
Slide 2 - Slide
Tussenletters
A
dwarstraat en hondeweer
B
dwarsstraat en hondeweer
C
dwarstraat en hondenweer
D
dwarsstraat en hondenweer
Slide 3 - Quiz
tussenletter
A
reuzeleuk en dorpsstraat
B
reuzenleuk en dorpstraat
C
reuzenleuk en dorpsstraat
D
reuzeleuk en dorpstraat
Slide 4 - Quiz
tussenletter
A
aktetas en hogenschool
B
aktetas en hogeschool
C
aktentas en hogenschool
D
aktentas en hogeschool
Slide 5 - Quiz
tussenletter
A
rijstenpap en stekeblind
B
rijstenpap en stekenblind
C
rijstepap en stekenblind
D
rijstepap en stekeblind
Slide 6 - Quiz
Hoofdletters en aanhalingstekens
Hoofdletter: Begin zin, eigennamen, bijv. nw die afgeleid zijn van aardrijkskundige namen.
Aanhalingstekens: Directe reden/citaten, titels, bij verwijzingen naar het woord
Slide 7 - Slide
Welke naam is goed gespeld (wat betreft hoofletters)
A
mevr. van der Ploeg-ter Heide
B
mevr. Van der Ploeg-ter Heide
C
mevr. van der Ploeg-Ter Heide
D
mevr. Van der Ploeg-Ter Heide
Slide 8 - Quiz
Waar staan leestekens en hoofletters goed?
A
"Ik wil graag een coca-cola. Nee, ik wil geen andere cola."
B
"Ik wil graag een Coca-Cola. Nee, ik wil geen andere Cola."
C
"Ik wil graag een Coca-Cola. Nee, ik wil geen andere cola."
Slide 9 - Quiz
In welke zin zijn alle hoofletters goed geschreven.
A
S'middags ga ik altijd met Suzan naar sportschool Basic Fit.
B
Met Kerst heb ik een Nike trui gekregen van mijn zus Sharon.
C
Tijdens de Paasvakantie gaan we naar Spanje.
D
s 'Ochtends moet ik altijd op de fiets naar de Wethouder beverstraat.
Slide 10 - Quiz
Aan elkaar of los?
Aan elkaar: samenstellingen, getallen met honderd en duizend, samengestelde werkwoorden, bijvoeglijk nw met een deelwoord, er, hier, daar of waar + voorzetsels
Slide 11 - Slide
Oefenen?
Nee, dat hebben we gisteren nog uitgebreid gedaan!
Slide 12 - Slide
Werkwoordspelling
- Nog meer lastige werkwoordsvormen
- Twee PV's in een zin
- PVTT of VD
Conclusie: Alle werkwoordspelling
Slide 13 - Slide
werkwoordspelling
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren.
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.
Slide 14 - Quiz
werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
Slide 15 - Quiz
werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Waalwijk.
B
Gisteren verhuisten we naar Sprang-Capelle.
C
Gisteren zijn we naar Drunen verhuisd.
D
Gisteren zijn we naar Waspik verhuist.
Slide 16 - Quiz
Samengestelde zinnen
Zin met meerdere PV's
Hoofdzinnen en bijzinnen
Slide 17 - Slide
Hoe kun je een bijzin vinden?
Slide 18 - Open question
In onderstaande zin staat een bijzin. Neem de bijzin over.
Aan wie het horen wil, vertelt zij over haar overwinning met scrabble.
Slide 19 - Open question
In onderstaande zin staat een bijzin. Neem de bijzin over.
Ik kan je niet vertellen of alle online lessen allemaal zijn gelukt.
Slide 20 - Open question
Zinsdeelzinnen
Bijzinnen hebben een functie in de hoofdzin.
Bepalen wat die is? Vervang de bijzin door een woord(groep) en ontleed de zin. De bijzin heeft dezelfde functie als het woord
Slide 21 - Slide
Benoem de bijzin: 2. Haar reactie was helaas zoals ik voorspeld had.
Slide 22 - Open question
Benoem de bijzin: 1. Wie de wedstrijd wint, wordt zeker kampioen.
Slide 23 - Open question
Benoem de bijzin: 3. Als het dooit, kunnen de schaatswedstrijden niet doorgaan.
Slide 24 - Open question
Benoem de bijzin: 5. Wie snel wil verbeteren, kan ik dit trucje aanraden.