Klimaatfactoren

Leerdoelen
Aan het einde van dit lesuur:


Weet je wat de vier klimaatfactoren zijn en kun je deze beschrijven













1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Leerdoelen
Aan het einde van dit lesuur:


Weet je wat de vier klimaatfactoren zijn en kun je deze beschrijven













Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weer of klimaat?

"Morgen wordt het mooi weer. 25 graden en af en toe een klein buitje".
A
Weer
B
Klimaat

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen het klimaat en weer?
A
meer neerslag bij weer dan bij klimaat
B
er is helemaal geen verschil tussen weer en klimaat
C
Bij het klimaat wordt vooral naar temperatuur gekeken
D
klimaat is het gemiddelde weer over periode van 30 jaar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

4 klimaatfactoren
1 de afstand tot zee
2 de breedteligging
3 de hoogteligging ten opzichte van het zeeniveau
4 de aanvoer van warmte en kou van elders
Het klimaat is niet overal op aarde hetzelfde. Zelfs binnen een klein gebied als Nederland zijn er duidelijke verschillen in weer en klimaat te zien. De oorzaken van deze verschillen zijn te vinden in de weer-­ en klimaatfactoren. De factoren die de verschillen in temperatuur beïnvloeden zijn:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Breedteligging
Breedteligging en temperatuur

Slide 8 - Slide

De zon is een ‘kachel’ die de aarde verwarmt. Maar de zon geeft niet overal op aarde evenveel warmte af. De breedteligging van een plaats is van grote invloed op de temperatuur. Op hoge breedte, dus in de poolstreken, is het koud. Op lage breedte, dus in de tropen, is het warm. Die temperatuurverschillen hebben twee oorzaken.
  1. Verwarmen van de grote van het aardoppervlak,
  2. Afstand die de zonnestralen afleggen door de dampkring

Breedteligging
1
Op hogere breedte is het kouder omdat de zon schuiner instraalt en dus een groter oppervlak moet verwarmen.
2
Op hogere breedte is het kouder omdat de zonnestralen een langere weg door de atmosfeer afleggen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1
hoge/lage breedte?
2
hoge/lage breedte?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe hoger de breedtegraad, hoe kouder het wordt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De atmosfeer = de dampkring
De atmosfeer is de luchtlaag om de aarde heen. 

Door deze atmosfeer is de temperatuur perfect op aarde voor al het leven.


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe hoger, hoe kouder
Zonnestralen verwarmen eerst de grond en dan de lucht boven de grond. Onze atmosfeer wordt dus van onder opgewarmd.
Elke 1000m, 6 graden omlaag

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
maak paragraaf 3.1, 3.2 af

werk aan paragraaf 3.3




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

noem 2 dingen die je nog niet goed begrepen hebt.

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

 Reliëf als klimaatfactor (hoogteligging)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 19 - Slide

Beschrijving van de openingsfoto

Je ziet op de foto een Pingo.
Dit is een ijslens onder de grond. Doordat de ijsmassa water aantrekt groeit de pingo.

Blablabalbla


Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
Openingsfoto

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Gebruik de bron:
(1p) Waar is het kouder?
(2p) Waarom is het hier kouder?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Klimaatfactoren 

1. Hoogteligging;
2. Breedteligging;
3. Wind- en zeestromen.



Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoogtegordels

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zet in de juiste volgorde
          1                        2                        3                        4                       5 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Temperatuur en hoogte

Per 1000 meter omhoog 
daalt de temperatuur met 
6 celcius graden

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Loef- en lijzijde

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Nu in praktijk oefenen
Waar ligt de loefzijde:
noord, oost, zuid of west?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

W
WAT GEEFT DE KAART WEER (LEGENDA)?
A
Algemene patroon?
WAAR VEEL? WAAR WEINIG? GEBRUIK SPREIDINGSWOORDEN
U
Uitzonderingen
WELKE GEBIEDEN VALLEN BUITEN HET ALGEMENE PATROON?
W
Windrichtingen. 
BESCHRIJF MET BEHULP VAN WINDRICHTINGEN (EN TOPONIEMEN)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Afsluitende foto
Wat zie je?
Waar komt het voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 29 - Slide

Beschrijving van de afsluitende foto
Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

This item has no instructions