Politieke Stellingen en Partijen

• Maatschappijkunde
• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Politieke Stellingen en Partijen

Leerdoel

Aan het einde van de les zul je in staat zijn om actuele politieke stellingen te identificeren en te begrijpen hoe politieke partijen standpunten innemen.

Wat weet je al over politieke stellingen en partijen?

Wat zijn politieke stellingen?

Politieke stellingen zijn uitspraken over onderwerpen die relevant zijn voor de samenleving, waarover mensen van mening verschillen.

Voorbeelden van politieke stellingen

1. Klimaatverandering is de grootste uitdaging van deze tijd. 

Voorbeelden van politieke stellingen

2. Het minimumloon moet verhoogd worden. 

Voorbeelden van politieke stellingen

3. De overheid moet meer investeren in de zorg. 

Voorbeelden van politieke stellingen

4. De pensioenleeftijd moet omlaag. 

Voorbeelden van politieke stellingen

 5. Nederland moet meer vluchtelingen opnemen. 

Voorbeelden van politieke stellingen

6. Scholen moeten meer aandacht besteden aan duurzaamheid. 

Voorbeelden van politieke stellingen

7. De belastingen voor hogere inkomens moeten omhoog. 

Voorbeelden van politieke stellingen

 8. Er moet strenger opgetreden worden tegen criminaliteit.

Koppelen van politieke partijen

Sleep de politieke partijen in de kolom 'voor' of 'tegen' de stelling.

Welke partijen zouden voor de stelling zijn?

Stelling 1: GroenLinks, D66, PvdA
Stelling 2: SP, PvdA 
Stelling 3: CDA, ChristenUnie, VVD
Stelling 4: 50PLUS, PVV
Stelling 5: GroenLinks
Stelling 6: Partij voor de Dieren, D66
Stelling 7: PvdA, GroenLinks
Stelling 8: VVD, CDA, PVV.

Tekst

Conservatief of progressief?

Sleep dezelfde politieke partijen als de vorige opdracht naar een kolom 'conservatief' of 'progressief'.

Wrap-up

Controleer of alle politieke partijen op de juiste manier zijn gekoppeld aan de stellingen en of de koppelingen met conservatief of progressief kloppen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.