DNA bassistof 9.1

DNA
bouw en functie van DNA  In vogelvlucht

leerdoelen: je kunt van een prokaryoot en van een eukaryoot 

  • het verschil in genoom aangeven 
  • bouw beschrijven van een DNA molecuul 
  • beschrijven uit welke onderdelen een chromosoom bestaat 


begrippen: 
genoom - mtDNA-plasmide -nucleïnezuur - nucleotide-stikstofbase-3' en 5'uiteinde - basenparing-complementair-



1 / 20
next
Slide 1: Slide
biologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

DNA
bouw en functie van DNA  In vogelvlucht

leerdoelen: je kunt van een prokaryoot en van een eukaryoot 

  • het verschil in genoom aangeven 
  • bouw beschrijven van een DNA molecuul 
  • beschrijven uit welke onderdelen een chromosoom bestaat 


begrippen: 
genoom - mtDNA-plasmide -nucleïnezuur - nucleotide-stikstofbase-3' en 5'uiteinde - basenparing-complementair-



Slide 1 - Slide

DNA buiten de celkern: 
  • mitochondrie
  • chloroplast
  • plasmide (bacterie)

Slide 2 - Slide

BiNaS 71C
De 3 onderdelen van DNA:
suiker-, fosfaatgroep en stikstofbase

Slide 3 - Slide

BiNaS 71C
De binding fosfaat- en suikergroep met de 4 verschillende stikstofbasen

Slide 4 - Slide

DNA 
  • nucleïnezuur
  • opgebouwd uit nucleotiden in een bepaalde sequentie 
--> nucleotide : desoxyribose + N-base+ anorg. fosfaatgroep
--> N-base: Adenine, Cytosine, Thymine, Guanine
--> dubbele helix met basenparing 
  • coderend vs. niet-coderend

Slide 5 - Slide

coderend DNA
  • een deel van het DNA dat de DNA-sequentie (=code) bevat waarmee ribosomen één of meer eiwitten kunnen synthetiseren 
niet-coderend DNA
  • codeert voor andere moleculen die een regulerende functie hebben bij de synthese van eiwitten
  • zijn repetitief DNA
  • bestaat uit genen zonder functie 

Slide 6 - Slide

Histonen en DNA

Slide 7 - Slide

BiNaS 70A
Spiraliseren van DNA rond de histonen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

genoom prokaryoot 
- dubbelstrengs DNA als helix
- los in cytoplasma
- groot circulair molecuul & 
   kleine plasmide(n) 
genoom eukaryoot:
- dubbelstrengs DNA als helix
- in de celkern 
- als lange draden gewonden 
   rond histonen
- histonen en DNA vormen 
   samen de chromosomen



Slide 10 - Slide

functies van DNA
1) bevat informatie voor de erfelijke eigenschappen van een cel
2) bepaalt de functie van de cel
3) levert de instructies waarmee ribosomen in de cel verschillende soorten eiwitten kunnen synthetiseren 

Slide 11 - Slide

BiNas 71E

Slide 12 - Slide

RNA

Bijna altjd enkelstrengs
N-base is Uracil ipv thymine
Suikergroep is
ribose ipv desoxyribose


Slide 13 - Slide

DNA-replicatie
DNA verdubbelt zich  net voor de celdeling.
Het gaat altijd in dezelfde richting
Dit wordt uitgevoerd door diverse enzymen


Slide 14 - Slide

BiNas 71D 3'-> 5'

Slide 15 - Slide

In welke celorganellen van een bladcel van een tomatenplant bevindt zich geen DNA
A
celkern
B
chloroplasten
C
cytoplasma
D
mitochondriën

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil tussen een prokaryoot en een eukaryoot?
Een prokaryoot heeft
A
geen DNA maar wel celorganellen
B
geen celkern maar wel celorganellen
C
geen DNA en geen celorganellen
D
geen celkern en geen celorganellen

Slide 17 - Quiz

Heeft een huidcel van Kay hetzelfde DNA als een spiercel van Kay?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Waaruit bestaat een nucleotide?
A
Uit DNA
B
Uit een stikstofbase en een desoxyribosemolecuul
C
Uit een stikstofbase, een ribosemolecuul en een aminozuur
D
Uit een stikstofbase, een desoxyribosemolecuul en een fosfaatgroep

Slide 19 - Quiz

Wie weet het nog:
Noem twee verschillen tussen DNA en RNA?

Slide 20 - Open question