§6 Feit, mening, standpunt en argument

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Hallo 2B!

Je legt klaar:

-Lesboek, schrift + pen;

-Ipad.

Er volgt zo een afbeelding

Wat te doen: 

1. Je moet kiezen;

2. Leg uit waarom je deze keuze maakt;
3. Je hebt voor deze opdracht 2 minuten (schrijf in je schrift).

Lesdoel

Je leert feiten, meningen en argumenten onderscheiden in de tekst.

Wat weet je al over:
mening, feiten en argumenten?

Uitleg: 

1. Mening / standpunt is een uitspraak over wat iemand vindt van iets of hoe iemand ergens over denkt. Met een mening/standpunt kun je het eens of oneens zijn. 

2. Een feit is een uitspraak over iets wat waar of onwaar is en wat je kunt controleren. HEEL BELANGRIJK: CONTROLE!

3. Als je zegt waaróm je een bepaalde mening hebt, noem je dat een argument. 

Hoe herken je meningen, feiten 

en argumenten?

1. Een mening herken je vaak aan signaalwoorden als: ik vind en volgens mij. 
2. Een feit kun je controleren: is het waar of niet waar. 
3. Een argument herken je vaak aan signaalwoorden als: want, omdat, namelijk en immers. 

Ik vind het hebben van één echte , goede vriend belangrijk

1. Mening
2. Feit
3. Argument
4. Geen idee

Je mag overleggen tijdens een toets of examen.

1. Mening
2. Argument
3. Feit
4. Geen idee

Ik vind het hebben van een huisdier belangrijk, want dan is er altijd iemand blij als je thuiskomt.

1. Dit is een mening met een argument
2. Dit is alleen een mening
3. Dit is alleen een argument
4. Geen idee

Aan de slag!

Je maakt: opdrachten 4 t/m 6.

Eerst 10 minuten stil, daarna mag je samenwerken.

Klaar?

1. Nakijken;

2. Moment vrij, boek erbij!

Leg in eigen antwoorden uit wat een mening is.

Geef je mening met een argument over de lessen Nederlands.

§6 afmaken!

Maar eerst herhaling :)

Een feit is iets wat waar of onwaar is. Een feit kun je dus altijd............

1. delen
2. geloven
3. checken, nagaan
4. verwerpen

Wat is een mening?

Wat is een mening?

1. Iets wat gewoon zo is
2. Iets wat ik vind, daar kan iemand anders het mee oneens zijn
3. Iets wat ik vind en daar moet iemand anders het mee eens zijn
4. Een feit

Wat zijn argumenten? Argumenten zijn ...

1. Belangrijke woorden in een tekst die een verband aangeven
2. Woorden die de mening van de schrijver aangeven
3. Een onderbouwing van de reden waarom je iets doet of niet doet
4. Voorbeelden die gegeven worden in de tekst

Willem-Alexander is de leukste koning die Nederland ooit gehad heeft.

1. feit
2. mening/standpunt
3. argument

Er zijn te veel aardbewoners om de planeet gezond te houden.

1. feit
2. mening/standpunt
3. argument

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Je kunt een … herkennen aan signaalwoorden zoals: namelijk.

1. Feit
2. Mening
3. Argument
4. Standpunt

Een voetbalwedstrijd duurt 2x45 minuten.

1. feit
2. mening
3. argument
4. standpunt

Omdat ze daar heerlijk eten hebben.

1. feit
2. mening
3. argument
4. standpunt

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

1. feit
2. mening
3. argument
4. standpunt

Aan de slag!

Wat: alles tot opdracht 11 (daarna nakijken, daarna leesboek)!

Waar: klaslokaal of gang (bij samenwerken).

Wanneer: tot 12:25.

Hoe: leerboek + schrift.