Mijn proefles

wat betekend de afkorting: HA
A
hectare
B
meter
C
are
D
centimeter
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

wat betekend de afkorting: HA
A
hectare
B
meter
C
are
D
centimeter

Slide 1 - Quiz

Wat betekend HM2
A
een vierkante meter
B
een hectare
C
een vierkante hectare
D
een vierkante centimeter

Slide 2 - Quiz

Wat betekend een cm2?
A
Een centimeter
B
Een vierkante centimeter
C
Een milimeter
D
Een vierkante meter

Slide 3 - Quiz

Wat betekend een dm2
A
een deciliter
B
een vierkante meter
C
een vierkante decimeter
D
een decimeter

Slide 4 - Quiz

Wanneer je van een kleine oppervlakte naar een grote oppervlakte rekent:
A
gebruik je de formule l x b
B
deel je door 100
C
deel je net zo vaak door 100, totdat je bij de juiste stap bent
D
vermenigvuldig je met 100

Slide 5 - Quiz

de eenheid om oppervlakte aan te geven is:
A
b.v. een m2
B
een meter, centimeter of kilometer
C
een m3
D
lengte x breedte

Slide 6 - Quiz

om de oppervlakte van een rechthoek te berekenen gebruik je de formule:
A
lengte x breedte
B
hoogte x diepte
C
tel je alle zijden bij elkaar op
D
lengte x breedte x 2

Slide 7 - Quiz

om de omtrek van een figuur te berekenen gebruik je:
A
lengte x breedte
B
lengte x breedte : 2
C
straal x pie
D
alle zijden bij elkaar op tellen

Slide 8 - Quiz

Een driehoek bereken je door:
A
lengte x breedte : 2
B
diepte x 2
C
straal x lengte
D
alle zijden bij elkaar optellen

Slide 9 - Quiz

een hoogtelijn loopt van uit een hoek naar de:
A
zelfde zijde
B
tegenovergestelde zijde
C
geen zijde
D
dezelfde hoek

Slide 10 - Quiz

een hoogtelijn geeft:
A
de breedte van de driehoek aan
B
de hoogte van de driehoek aan
C
niets aan
D
geeft de hoek aan

Slide 11 - Quiz

een hoogtelijn maakt altijd een:
A
rechte hoek met de tegenoverliggende zijde
B
staat er voor de lol
C
geeft de diepte van de driehoek aan
D
zorgt ervoor dat je een goede driehoek kan tekenen

Slide 12 - Quiz

de lijn die door het middel van een cirkel loopt heet:
A
straal
B
pie
C
oppervlakte
D
diameter

Slide 13 - Quiz

de helft van de diameter is de:
A
straal
B
pie
C
halve diameter
D
cirkel

Slide 14 - Quiz

de straal loopt van:
A
links naar rechts
B
het midden naar de rand van de cirkel
C
nergens heen
D
rechts naar links

Slide 15 - Quiz

om de omtrek van de cirkel te berekenen gebruik je de formule:
A
pie x diameter
B
pie x straal x diameter
C
pie x straal x pie
D
pie x 3,14

Slide 16 - Quiz

om de oppervlakte van een cirkel te berekenen gebruik je de formule:
A
pie x diameter x diameter
B
pie x straal x straal
C
straal x diameter
D
3,14 x 100

Slide 17 - Quiz