Scheikunde groep 8

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Wiskunde van Moundir 

Wat heb jij straks geleerd:

Hoe je de oppervlakte berekent van:

• een driehoek   
• een parallellogram
• een vierhoek  
• een cirkel                                         

Wat je al weet:

De oppervlakte berekenen van een vierkant en rechthoek:

1. opp = lengte x breedte
2. opp = 3 cm x 2 cm = 6 cm²

Voorbeelden van vlakke figuren

Hoe bereken je oppervlaktes van driehoeken?

Inlijsten of formule 

inlijsten

De oppervlakte berekenen van een driehoek:

1. opp = (zijde x hoogte):2
2. opp = (3 cm x 2 cm) : 2 = 3 cm²

driehoek

De oppervlakte berekenen van een driehoek:

1. opp = (zijde x hoogte):2
2. opp = (3 cm x 2 cm) : 2 = 3 cm²

driehoek 

• De hoogtelijn hoort bij de zijde waar hij aan vast zit met het rechte hoek tekentje.
• Dus de hoogtelijn zit vast aan zijde AB
  

driehoek

Welke zijde hoort bij de hoogtelijn?

driehoek

De oppervlakte berekenen van een driehoek:

• opp = (zijde x hoogte):2

•  opp = (3 cm x 3 cm) : 2 = 4,5 cm²

parallellogram inlijsten

• Teken een rechthoek om het parallellogram heen waar hij precies in past.

• Bereken daarna de oppervlakte van de rechthoek en haal dan de oppervlakte van de lichte driehoeken af.

• Wat je over houdt is de oppervlakte van vierhoek ABCD

inlijsten

• opp totaal = L x B 
• opp totaal = 6 cm x 3 cm 
• = 18 cm²

• opp1 = (2 x 3) : 2 
• = 3 cm2
• opp2= (2 x 3) : 2 
• = 3  cm2

• ^{opp vierhoek ABCD = 18 - 3 - 3 = 12 cm2}

parallellogram

• opp =  zijde x hoogte
• opp = 4 cm x 3 cm 
• = 12 cm²

Opp. Cirkel

opp = π x straal x straal

• π spreek je uit als pi
• π is ongeveer 3,14  

• opp = π x 3 cm x 3 cm = 28,26 cm²

Omtrek Cirkel

Omtrek cirkel = π x diameter

• de straal is de helft van de diameter

De diameter is 3 cm dan is de straal 6 cm

π x 6 = 18.84...

Bereken de oppervlakte van dit prisma.

Hoeveel verschillende figuren  zie je? 3

2 zijvlakken

1 grondvlak 

2 driehoeken

Bereken de oppervlakte 

van de prisma 

Bereken de eerste driehoek

0,5 x 9 x 6 = 27cm2

Er zijn 2 driehoeken

27 x 2 = 54cm2

Bereken de eerste zijvlak

7,5 x 18 = 135cm2

Er zijn 2 zijvlakken 

135 x 2 = 270cm2 

Bereken de grondvlak 

9 x 18= 163 cm2

Alles bij elkaar 54 + 270 + 163 = 487 cm2

Bij welke zijde hoort de hoogtelijn?

1. AC
2. AB
3. BC
4. Weet ik niet

Hoe lang is de hoogtelijn?

1. 6 cm
2. 18 cm
3. 9 cm
4. 3 cm

Wat is de oppervlakte van driehoek ABC

1. 3 cm2
2. 12 cm2
3. 18 cm2
4. 6 cm2

Wat is de oppervlakte van het parallellogram?

1. 20 cm2
2. 10 cm2
3. 16 cm2
4. 8 cm2

Wat is de straal van deze cirkel?

1. 2,5
2. 5
3. 2
4. 4

Wat is de diameter van deze cirkel?

1. 6
2. 2,5
3. 2
4. 4

Wat is de oppervlakte van deze cirkel?

1. 12,5 cm2
2. 13 cm2
3. 12,56 cm2
4. 12,57 cm2

Hoe lang is de zijde die bij de hoogtlijn hoort?

1. 3
2. 6
3. 12
4. 8

Hoe lang is de hoogtelijn?

1. 6
2. 12
3. 2
4. 3

Hoe lang is de hoogtelijn?

1. 4
2. 3
3. 6
4. 12

Hoe lang is de zijde die bij de hoogtelijn hoort?

1. 2
2. 5
3. 4
4. 3

Heb je het doel gehaald?

Ga nu zelfstandig aan de slag met de herhaling.

Ik loop rond om te helpen!

3.3 - veranderen van fase

water

Waar gebruik jij water voor op een dag?