EHBO kennisquiz

Wat is de eerste regel van EHBO?
1 / 15
next
Slide 1: Open question
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is de eerste regel van EHBO?

Slide 1 - Open question

hoe heet deze greep?

Slide 2 - Open question

Wat betekent steriel?
A
schoon
B
nieuw
C
gaasje
D
bacterievrij

Slide 3 - Quiz

mag je een iets uit een wond halen?
A
altijd
B
alleen als het met een pincet lukt
C
nooit
D
weet niet zeker

Slide 4 - Quiz

wat doe je bij vergiftiging van een kind?
A
laten braken
B
melk geven
C
112 /huisarts bellen
D
water geven

Slide 5 - Quiz

wat zijn vitale organen?
A
hersenen, hart en nieren
B
huid, hart en hersenen
C
longen, hart en hersenen
D
ogen, hart en hersenen

Slide 6 - Quiz

wat betekent preventie?
A
voorkomen van brand
B
voorkomen van ongelukken
C
voorkomen van inbraak
D
bescherming tegen schade of ongeval

Slide 7 - Quiz

wat hoort niet in de branddriehoek?
A
temperatuur
B
koolmonoxide
C
brandstof
D
zuurstof

Slide 8 - Quiz

Wat betekent dit pictogram?
A
giftige stof
B
ontvlambare stof
C
bijtende stof
D
gevaarlijk voor mens en milieu

Slide 9 - Quiz

Wat is ongeveer een normale hartslag bij een volwassene?
A
60 -80 slagen p/m
B
110- 130 slagen p/m
C
40 - 60 slagen p/m
D
80 -110 slagen p/m

Slide 10 - Quiz

Wat is GEEN ehbo bij een tweedegraads brandwond kleiner dan een euro?
A
ijspack erop leggen
B
10 - 20 minuten koelen met lauw water
C
brandblaren nooit doorprikken
D
niets op de brandwond smeren

Slide 11 - Quiz

Mag je de brandwond met plastic folie afdekken?
A
ja het maakt niet uit waarmee
B
nee alleen brandzalf gebruiken
C
ja na het koelen
D
nee nooit

Slide 12 - Quiz

Wat doe je als eerste bij een ernstige verslikking?
A
Rautekgreep toepassen
B
vragen of het gaat?
C
Greep van Heimlich toepassen
D
112 bellen

Slide 13 - Quiz

Wat doe je als iemand bewusteloos is?
A
Greep van Heimlich toepassen
B
de ademhaling checken
C
Rautekgreep toepassen
D
112 bellen

Slide 14 - Quiz

Wanneer gebruik je een wonddrukverband?
A
bij een brandwond
B
bij een actief bloedende wond
C
bij een schaafwond
D
bij een open botbreuk

Slide 15 - Quiz