Les 24

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

1. Straattaalwoord 

2. Herhalingsquiz H5 taalverzorging

3. NIEUW: taalverzorging H6

4. OP SCH0OL: spelletje en THUIS: hw maken

HUISWERK: p. 158 en 159 (p. 160+161 zijn voor volgende week door lesuitval)

https:

Wat gaan we vandaag doen?

1. Straattaalwoord 

2. Herhalingsquiz H5 taalverzorging

3. NIEUW: taalverzorging H6

4. OP SCH0OL: spelletje en THUIS: hw maken

(oud spreekwoord)

Op de markt/ is/ een gulden/ een daalder/ waard.

1. bwb = op de markt
2. bwb = een gulden
3. bwb = waard
4. bwb = is

Bonusvraag: wat is waar?

'' Op de markt is een gulden een daalder waard?''

1. 1 gulden was net zoveel waard als 1 euro
2. een daalder was 2 gulden 50 (2,50) waard
3. 1 gulden was meer waard dan 1 euro
4. een daalder was 2 gulden

We / gaan /met het vliegtuig/ naar Londen.

1. 1 bwb: met het vliegtuig
2. 1 bwb: naar Londen
3. 2 bwb's: /met het vliegtuig/ + /gaan/
4. 2 bwb's: /met het vliegtuig/ + /naar Londen/

Gek /ben /ik /niet.

1. Er staat 1 bwb in de zin: niet
2. Er staat 1 bwb in de zin: gek
3. Er staan 2 bwb's in de zin: /gek/ + /niet/
4. Er staan GEEN bwb's in deze zin

Waar of niet:

Er bestaan zinnen ZONDER bijwoordelijke bepalingen

1. niet waar
2. waar

Waar of niet:

'Natuurlijk' (als het uiteraard betekent), 'niet' en 'misschien' zijn ALTIJD bwb.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet:

Als je een zin ontleedt (onderwerp, persoonsvorm etc), dan is het eerste wat je doet de BWB's zoeken.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet:

hoogste trede (1) = overtreffende trap
middelste trede (2) = stellende trap
onderste trede (3) = vergrotende trap

1. niet waar
2. waar

Welke is goed?

1. meest, meer, veel
2. best, beter, goed
3. liefst, liever, graag
4. Ze zijn allemaal goed

Welke is goed?

1. machtelozer
2. machteloser
3. machteloozer
4. machtelooser

Welke is goed?

1. Ik ben beter als hij.
2. Hij is beter dan haar.
3. Zij is beter dan jij.
4. Wij zijn beter als jullie.

Welke is goed?

1. Ik ben even snel als hij.
2. Hij is even snel dan zij.
3. Zij is even snel dan jij.
4. Wij zijn even snel als jouw.

Welke is goed?

1. kettingetje
2. kettingtje
3. kettinktje
4. kettinkje

Welke is goed?

1. jongetje
2. jongentje
3. jongenje
4. jonkentje

Welke is goed? (jockey)

1. jockey'tje
2. jockeytje
3. jockie'tje
4. jockieje

Welke is goed? (lolly)

1. lollietje
2. lollytje
3. lolly'tje
4. lollie'tje

Welke is goed? (kano)

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanootje
4. kanoo'tje

LAATSTE VRAAG

Waar of niet:
Sprookje is het verkleinwoord van 'sprook'

1. waar
2. niet waar

Wat gaan we vandaag doen?

1. Straattaalwoord 

2. Herhalingsquiz H5 taalverzorging

3. NIEUW: taalverzorging H6

4. OP SCH0OL: spelletje en THUIS: hw maken

Taalverzorging hoofdstuk 6

p. 158 + p.159

''Vaste voorzetsels bij werkwoorden'' 

(grammatica woordsoorten, dit hoort niet bij ontleden)

----> Wat zijn voorzetsels ook al weer??????

Taalverzorging hoofdstuk 6

----> Wat zijn voorzetsels ook al weer??????

SINDS het feest (is zij ineens heel populair.)

(De kat springt) VAN de kast (en komt) NAAST de kast (terecht.)

TIJDENS het feest (vielen de lampen uit.)

AAN de kast (hangt een spiegel.)

Wat is GEEN voorzetsel?

1. gedurende
2. niet
3. op
4. onder

Wat is GEEN voorzetsel?

1. naar
2. na
3. natuurlijk
4. om

Taalverzorging hoofdstuk 6

p. 158 + p.159

''Vaste voorzetsels bij werkwoorden'' 

(grammatica woordsoorten, dit hoort niet bij ontleden)

----> Wat zijn VASTE voorzetsels ??????

Taalverzorging hoofdstuk 6

''Vaste voorzetsels bij werkwoorden'' ----> Wat zijn VASTE voorzetsels ??????

Het werkwoord 'gaan' heeft GEEN vast voorzetsel.

Ik ga NAAR school.

Ik ga OP vakantie.

Het werkwoord 'behoren' heeft WEL vast voorzetsel.

Groningen behoort TOT de drie armste steden van Nederland (= echt waar!).

Wat gaan we vandaag doen?

1. Straattaalwoord 

2. Herhalingsquiz H5 taalverzorging

3. NIEUW: taalverzorging H6

4. OP SCH0OL: spelletje en THUIS: hw maken

SPELLETJE (ETEN)

PIZZA

ANANAS

SPIN = FOUT

SUIKERSPIN = GOED ;-)

WALNOOT