Les 1_H.4 en 5 Woordenschat_1mh

Goedemiddag!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemiddag!

Slide 1 - Slide

Vandaag (geheugen opfrissen)
  • H.4 Woordenschat
Tegenstellingen van onbekende woorden vinden (blz. 102) 
 
  • H. 5 Woordenschat
Bekende woorddelen van onbekende woorden vinden

Slide 2 - Slide

Vandaag (en ook nog)
  • H.6 Taalverzorging woordsoorten
Voorzetsels en vaste voorzetsels bij werkwoorden (blz. 158) 
 

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Na deze les:

1. kan je voorzetsels 
herkennen en gebruiken.


Slide 4 - Slide

Woordzoekstrategieën
Welke kennen we al?

  • Een synoniem in de tekst zoeken
  • Een omschrijving zoeken
  • Een voorbeeld zoeken


Slide 5 - Slide

H.4 Tegenstelling zoeken
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat.
Ik heb het altijd warm, maar mijn zusje heeft het altijd ... .

Volgens het weerbericht zou het vandaag regenen, het was echter een hele ...  dag.

Mensen met een gemiddeld salaris kunnen dat niet betalen, maar de welgestelden wel.




Slide 6 - Slide

H.4 Tegenstelling zoeken
Zoek je een tegenstelling van een onbekend woord? 
Let dan op deze signaalwoorden
maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, 
aan de andere kant.

Hoewel ik meer van hartige hapjes houd, kan ik deze ... hapjes toch wel waarderen.

Slide 7 - Slide

H.5 Deel van het woord bekend
Als je de betekenis van een woord niet kent, kun je op zoek gaan naar een bekend deel van het woord.

  • Kijk welke delen van het woord jij al kent.
  • Kijk of er een voorvoegsel voor het woord staat, bijvoorbeeld: on-, ont-, her-.
  • Kijk of er een achtervoegsel achter het woord staat, bijvoorbeeld: -vol, -loos.

Slide 8 - Slide

H.5 Deel van het woord bekend
Bijvoorbeeld: inkoopmedewerker. 

Je kent het woord inkoop en het woord medewerker. 

Een inkoopmedewerker is dus iemand in het bedrijf die meehelpt met de inkoop.

Slide 9 - Slide

H.5 Deel van het woord bekend
Of bij woorden met een voorvoegsel. 

Bijvoorbeeld: ongezond 

Je weet dat -on hetzelfde is als niet of zonder. 

Ongezond betekent dus: niet gezond.

Slide 10 - Slide

H.5 Deel van het woord bekend
Of bij woorden met een achtervoegsel.

Bijvoorbeeld: naamloos. 

Je weet dat -loos hetzelfde is als zonder. 

Naamloos betekent dus dat iets zonder naam is, het heeft geen naam.

Slide 11 - Slide

Ik kan voorzetsels herkennen en gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

HUISWERK
Woensdag 12 mei:
H. 6 Taalverzorging grammatica
woordsoorten.
1. Maak opdracht 1, 2, 3 en 5  
(blz. 158-159 in het boek).
2. Lees de theorie over voorzetsels 
op blz. 158 in je boek.  


Slide 13 - Slide