Par. 5.1 Energie en omzettingen

H5 Warmte
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H5 Warmte

Slide 1 - Slide

Energie

Slide 2 - Mind map

Leerdoelen
Je kunt na deze les:
  • minimaal zes energiesoorten en energieomzettingen noemen;
  • energieomzettingen weergeven in een energiestroomdiagram;
  • uitleggen dat er bij de faseovergangen vast-vloeibaar en vloeibaar-gas warmte nodig is voor de toename van de bewegingsenergie van de moleculen;
  • met de eerste hoofdwet uitleggen dat energie niet verloren gaat;
  • met de tweede hoofdwet uitleggen dat er altijd niet-nuttige energie ontstaat.

Slide 3 - Slide

Energie
Het woord energie kom je in het dagelijks leven vaak tegen. 

Energie is nodig om dingen te doen, voorwerpen te verwarmen, in beweging te zetten of te veranderen. 

Het symbool van energie is E en de eenheid is joule (J).

Slide 4 - Slide

Energievormen
  • Elektrische energie: energie uit het stopcontact waarmee je je telefoon oplaadt;
  • Bewegingsenergie: energie die een voorwerp heeft als het in beweging is;
  • Chemische energie: energie uit stoffen, bijvoorbeeld suiker in een energiedrankje of benzine als brandstof;

Slide 5 - Slide

Energievormen
  • Stralingsenergie: energie afkomstig van bijvoorbeeld de zon. Stralingsenergie voel je op je huid als warmte en een plant kan het gebruiken om te groeien;
  • Kernenergie: energie uit een kerncentrale die elektrische energie opwekt;
  • Warmte: energie die nodig is om de temperatuur van een stof te verhogen of de stof te laten smelten of verdampen.

Slide 6 - Slide

Energie kun je omzetten in een andere vorm
  • licht 
  • geluid
  • warmte 
  • elektriciteit 
  • beweging
  • chemische energie
     Bij energie omzettingen gaat nooit energie verloren, dit is
    WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE
Energie bestaat in
verschillende vormen
 

Slide 7 - Slide

Warmte
Warmte is de energie die nodig is om de temperatuur van een stof te verhogen of een stof te laten smelten of verdampen.
Warmte heeft symbool Q en eenheid joule (J), net als energie. 
Warmte is dus niet hetzelfde als temperatuur: de eenheid van temperatuur (T) is graden Celsius (°C). 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Hoofdwetten van de warmteleer
Eerste hoofdwet: Energie gaat nooit verloren, maar kan ook nooit meer worden dan je erin stopt.
Tweede hoofdwet: Het is onmogelijk om alle energie nuttig om te zetten. 

Slide 10 - Slide

Energiestroomdiagram

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Bewegingsenergie naar stralingsenergie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie

Slide 13 - Quiz

In een boot gebruik je een peddel om vooruit te komen, welke bewering is waar?
A
Je zet chemische energie om in bewegingsenergie
B
de boot zet bewegingsenergie om in bewegingsenergie
C
bewegingsenergie van de peddel, wordt omgezet in beweging van het water.
D
bewegingsenergie van de wind wordt omgezet in beweging van de boot

Slide 14 - Quiz

Zonne-energie is
A
windenergie
B
bewegingsenergie
C
elektrische energie
D
stralingsenergie

Slide 15 - Quiz


A
Elektrische energie
B
Stralingsenergie
C
Chemische energie
D
Bewegingsenergie

Slide 16 - Quiz

Aan de slag!
  • Lees § 5.1
  • Maak de opdrachten van § 5.1

Slide 17 - Slide

HW: afmaken § 5.1

Slide 18 - Slide