This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
heb het mobieltje bij de hand
Slide 1 - Slide
Energie overdracht
Slide 2 - Slide
Leerdoelen
Je kunt na deze les:
minimaal zes energiesoorten en energieomzettingen noemen;
energieomzettingen weergeven in een energiestroomdiagram;
met de eerste hoofdwet uitleggen dat energie niet verloren gaat;
Slide 3 - Slide
Energie
Het woord energie kom je in het dagelijks leven vaak tegen.
Energie is nodig om dingen te doen, voorwerpen te verwarmen, in beweging te zetten of te veranderen.
Het symbool van energie is E en de eenheid is joule (J).
Slide 4 - Slide
Energievormen
Elektrische energie: energie uit het stopcontact waarmee je je telefoon oplaadt;
Bewegingsenergie: energie die een voorwerp heeft als het in beweging is;
Chemische energie: energie uit stoffen, bijvoorbeeld suiker in een energiedrankje of benzine als brandstof;
Slide 5 - Slide
Energievormen
Stralingsenergie: energie afkomstig van bijvoorbeeld de zon. Stralingsenergie voel je op je huid als warmte en een plant kan het gebruiken om te groeien;
Kernenergie: energie uit een kerncentrale die elektrische energie opwekt;
Warmte: energie die nodig is om de temperatuur van een stof te verhogen of de stof te laten smelten of verdampen.
Slide 6 - Slide
Energie kun je omzetten in een andere vorm
licht
geluid
warmte
elektriciteit
beweging
chemische energie Bij energie omzettingen gaat nooit energie verloren, dit is : WET VAN BEHOUD VAN ENERGIE
Energie bestaat in verschillende vormen
Slide 7 - Slide
Warmte
Warmte is de energie die nodig is om de temperatuur van een stof te verhogen of een stof te laten smelten of verdampen.
Warmte heeft symbool Q en eenheid joule (J), net als energie.
Warmte is dus niet hetzelfde als temperatuur: de eenheid van temperatuur (T) is graden Kelvin (°K).
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Hoofdwetten van de warmteleer
Eerste hoofdwet: Energie gaat nooit verloren.
De som van de energieën voor de omzetting is gelijk aan de som van de energieën na de omzetting
Slide 11 - Slide
Wet van Behoud van Energie
Energie in = Energie uit
Slide 12 - Slide
Energiestroomdiagram
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Welke energie omzetting vind hier plaats?
A
Bewegingsenergie naar stralingsenergie
B
Chemische naar thermische energie
C
Chemische naar bewegingsenergie
D
Elektrische naar stralingsenergie
Slide 15 - Quiz
In een boot gebruik je een peddel om vooruit te komen, welke bewering is waar?
A
Je zet chemische energie om in bewegingsenergie
B
de boot zet bewegingsenergie om in bewegingsenergie
C
bewegingsenergie van de peddel, wordt omgezet in beweging van het water.
D
bewegingsenergie van de wind wordt omgezet in beweging van de boot