Hoofdstuk 2

Vandaag 2.1
Planning:
  • Herhaling h1
  • introductie h2.1

Maken:
  • 8-13 blz 27-29


Leerdoelen   
•  Je kunt herkennen en onderscheiden de verschillende vormen van recht (publiekrecht, strafrecht, burgerlijk recht/privaatrecht) en toepassen in casussen waarin deze rechten van toepassing zijn.
•  Je kunt analyseren hoe rechtsnormen bijdragen aan de handhaving van de orde in de samenleving en beoordelen hoe deze normen bijdragen aan rechtvaardigheid.
•  Je kunt het concept van rechtspersoon vergelijken met dat van een natuurlijke persoon en toepassen in situaties waarin juridische verantwoordelijkheid een rol speelt.
•  Je kunt het belang van een rechtsstaat evalueren door voorbeelden van rechtsbescherming en rechtshandhaving te gebruiken en onderscheiden hoe deze begrippen zich verhouden tot een autoritaire staat of dictatuur.
•  Je kunt analyseren hoe het geweldsmonopolie van de staat functioneert in een democratische rechtsstaat en beoordelen in hoeverre dit verschilt van het gebruik van geweld in een dictatuur of autoritaire staat.
•  Je kunt relaties leggen tussen de begrippen rechtvaardigheid, rechtsbescherming en rechtshandhaving en toepassen op actuele maatschappelijke vraagstukken rondom macht en machtsmisbruik.



1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Vandaag 2.1
Planning:
  • Herhaling h1
  • introductie h2.1

Maken:
  • 8-13 blz 27-29


Leerdoelen   
•  Je kunt herkennen en onderscheiden de verschillende vormen van recht (publiekrecht, strafrecht, burgerlijk recht/privaatrecht) en toepassen in casussen waarin deze rechten van toepassing zijn.
•  Je kunt analyseren hoe rechtsnormen bijdragen aan de handhaving van de orde in de samenleving en beoordelen hoe deze normen bijdragen aan rechtvaardigheid.
•  Je kunt het concept van rechtspersoon vergelijken met dat van een natuurlijke persoon en toepassen in situaties waarin juridische verantwoordelijkheid een rol speelt.
•  Je kunt het belang van een rechtsstaat evalueren door voorbeelden van rechtsbescherming en rechtshandhaving te gebruiken en onderscheiden hoe deze begrippen zich verhouden tot een autoritaire staat of dictatuur.
•  Je kunt analyseren hoe het geweldsmonopolie van de staat functioneert in een democratische rechtsstaat en beoordelen in hoeverre dit verschilt van het gebruik van geweld in een dictatuur of autoritaire staat.
•  Je kunt relaties leggen tussen de begrippen rechtvaardigheid, rechtsbescherming en rechtshandhaving en toepassen op actuele maatschappelijke vraagstukken rondom macht en machtsmisbruik.



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Belangrijkste begrippen h1
Belangrijke begrippen:
- Maatschappelijk probleem;
- Normen; ( regels over gedrag)
- Waarden; ( Wat je belangrijk vindt)
- Belangen;( Het voordeel dat je ergens bij hebt.)
- Macht; ( Vermogen om gedrag te beïnvloeden.
- Sociale ongelijkheid ( Ongelijke verdeling van middelen)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2
  1. Voordelen van een rechtsstaat
  2. Waarom en wat van de Grondwet
  3. Waarom we straffen
  4. Oplossen van conflicten via de rechter of mediation

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 2
  1. Wat is de betekenis van het standbeeld hiernaast?
  2. Waarom is de vrouw geblinddoekt ?
  3. Waarom heeft ze een weegschaal en een zwaard?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Kernbegrippen
Rechtsnormen =​

Gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd.​

Rechtspersoon
Alles en iedereen op wie rechtsnormen van toepassing zijn. Mensen maar ook bijv. bedrijven

Rechtsstaat =​
Een staat waarin burgers door grondrechten worden 
beschermd tegen machtsmisbruik 
en willekeur van de overheid. ​








Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ontstaan
Ontstaan rechtsstaat vanuit Franse revolutie ( 1789)
Burgers moesten worden beschermd tegen de macht van de overheid ( toen was het de koning)
Hoe?
Door grondrechten en door wetten (rechtsnormen)
Deze moeten rechtvaardig zijn, wat betekent dat ze passen bij onze ideeën over goed en kwaad

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Rechtsgebieden
regels tussen de burgers en de overheid? = publiekrecht

regels tussen burgers (of organisaties/bedrijven) onderling? = privaatrecht

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Tussen overheid en Burgers
( publiekrecht)
Burgers hebben identificatieplicht=  agenten controleren of een verdachte de juiste gegevens geeft (rechtshandhaving) maar de politie mag je niet zomaar om je ID vragen. Ze moeten wel een geldige reden hebben (rechtsbescherming) 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Burger tegenover burger
  • Privaatrecht wordt ook wel civiel of burgerlijk recht genoemd. Dat noem je dan een civiele of burgerlijke zaak. 
  • Het gaat dan altijd om een conflict (of geschil) waarbij een eiser tegenover een gedaagde staat. 
  • Binnen het privaatrecht verstaan we onder burgers niet alleen mensen van vlees en bloed, maar ook rechtspersonen zoals stichtingen en bedrijven.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Leg uit hoe de volgende begrippen terugkomen in de documentaire: geweldsmonopolie, autoritaire staat, dictatuur, rechtshandhaving.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Vandaag 2.1
Planning:
  • Herhaling h1
  • introductie h2.1

Maken:
  • 8-13 blz 27-29


Leerdoelen   
•  Je kunt herkennen en onderscheiden de verschillende vormen van recht (publiekrecht, strafrecht, burgerlijk recht/privaatrecht) en toepassen in casussen waarin deze rechten van toepassing zijn.
•  Je kunt analyseren hoe rechtsnormen bijdragen aan de handhaving van de orde in de samenleving en beoordelen hoe deze normen bijdragen aan rechtvaardigheid.
•  Je kunt het concept van rechtspersoon vergelijken met dat van een natuurlijke persoon en toepassen in situaties waarin juridische verantwoordelijkheid een rol speelt.
•  Je kunt het belang van een rechtsstaat evalueren door voorbeelden van rechtsbescherming en rechtshandhaving te gebruiken en onderscheiden hoe deze begrippen zich verhouden tot een autoritaire staat of dictatuur.
•  Je kunt analyseren hoe het geweldsmonopolie van de staat functioneert in een democratische rechtsstaat en beoordelen in hoeverre dit verschilt van het gebruik van geweld in een dictatuur of autoritaire staat.
•  Je kunt relaties leggen tussen de begrippen rechtvaardigheid, rechtsbescherming en rechtshandhaving en toepassen op actuele maatschappelijke vraagstukken rondom macht en machtsmisbruik.



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vandaag 2.2
Planning:
  • Herhaling h2.1
  • introductie h2.2

Maken:
  • 9, 10, 12, 13 en 15 op blz 31-36

Leerdoelen   
  • Je kunt de grondwet en grondrechten herkennen en uitleggen.
  • Je kunt klassieke en sociale grondrechten onderscheiden en toepassen.
  • Je kunt het belang van mensenrechten binnen een rechtsstaat uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe checks and balances de macht verdelen.
  • Je kunt uitleggen wat wraking is en hoe het werkt.
  • Je kunt het legaliteitsbeginsel en rechtszekerheid in praktijk herkennen.
  • Je kunt de trias politica in verschillende staatsvormen herkennen en uitleggen.



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Rechtsgebieden
regels tussen de burgers en de overheid? = publiekrecht

regels tussen burgers (of organisaties/bedrijven) onderling? = privaatrecht

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Tussen overheid en Burgers
( publiekrecht)
Burgers hebben identificatieplicht=  agenten controleren of een verdachte de juiste gegevens geeft (rechtshandhaving) maar de politie mag je niet zomaar om je ID vragen. Ze moeten wel een geldige reden hebben (rechtsbescherming) 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Legaliteitsbeginsel
De overheid moet zich aan de wet houden.
Daarom is iemand alleen strafbaar als die persoon de wet heeft overtreden.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Grondwet

Hierin staan de belangrijkste rechten en plichten van burgers én de overheid.

In de grondwet staan grondrechten / mensenrechten. De overheid moet zich hier dus ook aan houden!
 



De grondwet

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Grondrechten in Nederland
Klassieke grondrechten
recht op gelijke behandeling, vrijheid van godsdienst, meningsuiting.
>overheid moet garanderen
Sociale grondrechten:
recht op werk, gezondheidszorg, woongelegenheid.
>overheid moet zich er voor inspannen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Klassieke grondrechten 








Sociale grondrechten

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Mensenrechten ( grondrechten voor iedereen)
De Nederlandse staat stelt dat alle 
wereldburgers deze Grondrechten 
hebben
  • Verklaring Verenigde Naties
  • Naleving mensenrechten

Slide 22 - Slide

De mensenrechten staan in een verklaring die is opgesteld door de Vereningde Naties (VN). De VN zijn een internationale organisatie waarvan bijna alle landen ter wereld lid zijn. Binnen de VN werken landen onder meer samen op het gebied van veiligheid en mensenrechten. Alle leden van de VN hebben de verklaring ondertekend waarin de mensenrechten beschreven staan. Door deze verklaring te ondertekenen, hebben deze landen beloofd om ervoor te zorgen dat de mensenrechten in hun land worden nageleefd.

Hoewel bijna alle landen de mensenrechten verklaring hebben ondertekend, worden in veel landen nog regelmatig mensenrechten geschonden. In sommige landen is er bijvoorbeeld geen godsdienstvrijheid of heeft een groot gedeelte van de bevolking geen toegang tot gezondheidszorg.


Vandaag 2.1
Planning:
  • Herhaling h2.1
  • Uitleg grondrechten h2.2
  • opdrachten
  • Uitleg trias politica h2.2

Maken:
  • 10, 12 en 13 blz 31-35

Leerdoelen   
  • Je kunt de grondwet en grondrechten herkennen en uitleggen.
  • Je kunt klassieke en sociale grondrechten onderscheiden en toepassen.
  • Je kunt het belang van mensenrechten binnen een rechtsstaat uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe checks and balances de macht verdelen.
  • Je kunt uitleggen wat wraking is en hoe het werkt.
  • Je kunt het legaliteitsbeginsel en rechtszekerheid in praktijk herkennen.
  • Je kunt de trias politica in verschillende staatsvormen herkennen en uitleggen.



Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Trias politica
Scheiding der machten
Checks and balances
Interne controle

Slide 25 - Slide

Het feit dat burgers parlementen kunnen kiezen is ook een soort controle. Immers als ze niet functioneren kun je iemand anders stemmen
Casus: De regering wil een avondklok invoeren om de veiligheid in de stad te verbeteren.
De wetgevende macht overlegt over de beste aanpak, de uitvoerende macht moet deze handhaven,
en de rechterlijke macht moet beoordelen of deze maatregel grondwettelijk is .

Leg de volgende begrippen uit in deze context: Grondwet, Grondrechten, Checks and balances, Geweldsmonopolie, Wraking, Legaliteitsbeginsel, dilemma

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Vandaag 2.2
Planning:
  • Herhaling h2.1
  • introductie h2.2

Maken:
  • 9, 10, 12, 13 en 15 op blz 31-36

Leerdoelen   
  • Je kunt de grondwet en grondrechten herkennen en uitleggen.
  • Je kunt klassieke en sociale grondrechten onderscheiden en toepassen.
  • Je kunt het belang van mensenrechten binnen een rechtsstaat uitleggen.
  • Je kunt uitleggen hoe checks and balances de macht verdelen.
  • Je kunt uitleggen wat wraking is en hoe het werkt.
  • Je kunt het legaliteitsbeginsel en rechtszekerheid in praktijk herkennen.
  • Je kunt de trias politica in verschillende staatsvormen herkennen en uitleggen.



Slide 27 - Slide

This item has no instructions