Periode 3 Schrijfvaardigheid les 2

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Periode 3 

Les 2

Lesdoelen

Lire:

Je kan een Franse tekst lezen.

Je kan woorden opzoeken die je niet begrijpt

Écrire:

Je weet hoe je een brief moet starten

Lire

Le texte:

Le début de la gloire

Een marker

Een schrift

Markeer de woorden die 

je kent

Tel ze op

en zet onderaan de tekst hoeveel woorden je kent.

Wat wordt er in de eerste alinea geschreven?

1. Dankzij een video is Zoé heel bekend geworden.
2. Drie jaar geleden is Zoé verliefd geworden op Sulivan Gwed
3. Het kanaal "Juste Zoé" bestaat sinds de zomer van 2015

Zoé is via YouTube, Snapchat en Twitter voortdurend in contact met haar fans.
Wat heeft ze volgens de tweede alinea nog meer gedaan voor haar
fans?

Waar is de derde alinea voor?
Om aan te tonen...

1. waarom Zoé mee doet aan Vidéo City.
2. waarom Zoé erg bekend is in Angers.
3. dat Zoé dol is op handtekeningen geven
4. dat Zoé een echt bekend persoon is

« Zoé a … du maquillage » (lignes 33-35)
Que fait Zoé en échange ?

1. Ze heeft kleding gemaakt.
2. Ze heeft reclame gemaakt.
3. Ze gaat haar abonnées zien
4. Ze verkoopt make-up.

« J’ai énormément pleuré » (lignes 47-48)
Pourquoi est-ce que Zoé a énormément pleuré ?
A Elle a effacé le contenu de son disque dur.

1. Ze heeft haar alles van haar harde schijf gewist.
2. Ze is er in geslaagd haar video's terug te vinden.
3. Men heeft haar kanaal aangevallen
4. Men had kritiek op de inhoud van haar kanaal.

Hierna volgen 3 beweringen.

Geef van elke bewering aan of deze wel of niet overeenkomt met de

laatste alinea.

Zoé werkt ongeveer tien uur per dag aan haar YouTubekanaal.

1. Waar
2. Niet waar

Zoé hoopt dat het maken van YouTubefilmpjes haar fulltimebaan
wordt.

1. Waar
2. Niet waar

Zoé droomt ervan om een rol te kunnen spelen in een speelfilm.

1. Waar
2. Niet waar

Écrire

Zoé wil haar volgers beter leren kennen en vraagt je een DM te sturen met wat persoonlijke informatie.

Denk aan je aanhef én je afsluiting!

Verwerk in de tekst:

- wie je bent

- hoe oud je bent

- waar je woont

- op welke sport je zit

- op welke school je zit

- wat je lievelingseten is