Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Secundair onderwijs

^{Signaalwoorden en tekstverbanden} 

Doel

- Signaalwoorden aanduiden in een tekst

- Bijhorend tekstverband zoeken

Tekstverbanden

Een tekst bestaat uit zinnen en alinea’s. Tussen de zinnen en alinea’s in een tekst bestaan verbanden. Dat betekent dat de ene iets met de andere te maken heeft. Een zin volgt logisch op de voorgaande zin, een alinea sluit aan op de voorgaande alinea.

 

Tekstverbanden

Deze tekstverbanden worden vaak duidelijk gemaakt met behulp van signaalwoorden. Dit zijn woorden die duidelijk maken hoe de tekst in elkaar zit. Signaalwoorden verbinden alinea’s, zinnen of delen van zinnen met elkaar. Elk signaalwoord geeft een bepaald tekstverband aan. Zo’n woord geeft een duidelijk ‘signaal’, waardoor je als lezer weet hoe de zinnen of alinea’s bij elkaar passen.

Welk signaalwoord hoort niet bij een opsommend verband?

1. Maar
2. Tevens
3. Daarnaast
4. Ten eerste

Wat is het signaalwoord in de volgende zin?

Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.

Van welk verband is hier sprake?
Net als mijn opa, houd ik erg van tennis.

1. Opsommend
2. Reden
3. Toelichtend
4. Vergelijkend

Van welk verband is hier sprake?
Ondanks dat hij niet van Spanje houdt, gaat hij er elk jaar heen.

1. Gevolg
2. Vergelijkend
3. Tegenstellend
4. Voorwaarde

Welk signaalwoord hoort bij een uitzondering?