Sociale media hfdst 2 blz 156 klas 1P/1G
1 / 17
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat zijn onregelmatige werkwoorden?
A
Dit zijn woorden die niet
zo vaak voorkomen.
B
Dit zijn woorden die de regel van ED erbij niet volgen. Je hebt dus pech en deze moet je gewoon uit je hoofd leren.
C
Dit zijn woorden die je liever niet gebruikt in de verleden tijd.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Slide
Welke social media-app is dit?
A
Toddler
B
Tumblr
C
Tubbler
D
Twowoop
Slide 6 - Quiz
Welke social media-app is dit?
A
Pinball
B
Pinterest
C
Ptrest
D
Pinteresting
Slide 7 - Quiz
Welke social media-app is dit?
A
Gmail
B
Google Plus
C
Google
D
YouTube
Slide 8 - Quiz
Welke social media-app is dit?
A
Flickr
B
Fimeo
C
E-Cars
D
Blue|Magenta
Slide 9 - Quiz
Welke social media-app is dit?
A
YouTube
B
Google
C
ArrowInRedBox
D
Gmail
Slide 10 - Quiz
Welke social media-app is dit?
A
Freddit
B
Readit
C
Rellit
D
Reddit
Slide 11 - Quiz
Wie ben jij op sociale media?
A
Ik ben online niet veel meer dan een profiel: ik deel zelf niets, ik ben meer een volger.
B
Ik ben online een positieve versie van mezelf: ik deel alleen positieve, succesvolle en mooie dingen.
C
Ik ben online een open boek: ik deel alles, positief en negatief, het maakt mij niet uit.el zelf niets, ik ben meer een volger.
Slide 12 - Quiz
Sociale media zijn...
A
asociaal, maar ze zorgen ook voor een netwerk.
B
bedreigend, maar ze zijn moeilijk te vermijden.
C
onmisbaar, want ze horen bij de reputatie-economie.
D
transparant, want ze zorgen ervoor dat je overal te volgen bent.
Slide 13 - Quiz
De sociale media
A
tijdelijk
B
veranderen
C
verzamelde informatie
D
websites die mensen kunnen gebruiken om, informatie aan elkaar door te geven
Slide 14 - Quiz
Welke social media-app is dit?
A
Facebook
B
Tweety
C
Vogeltje
D
Twitter
Slide 15 - Quiz
Welke social media-app is dit?
A
Facebook
B
Whats app
C
Fakebook
D
Istagram
Slide 16 - Quiz
Social media zijn betrouwbare bronnen
A
waar
B
niet waar
