5H 10.3 soortvorming

10.3 soortvorming
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

10.3 soortvorming

Slide 1 - Slide

Evolutie.. waar ging het tot nu toe over?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is het juiste adaptatiemodel van de berkenspanner?
A
a
B
b

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

leerdoelen 10.3 
  • je kent de definitie van de dikgedrukte termen
soort - biodiversiteit - genenpool - reproductieve isolatie -  eilandtheorie
  • je kent de verschillen tussen de vormen van reproductieve isolatie en je begrijpt hoe dit bijdraagt aan soortvorming
  • je kunt uitleggen hoe nieuwe soorten kunnen ontstaan
  • je kunt de eilandtheorie uitleggen
  • je kunt het belang van een grote biodiversiteit toelichten

Slide 7 - Slide

een soort
een groep organismen die samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen


Slide 8 - Slide

Hoe ontstaat een nieuwe soort?
  1. Een populatie (groep organismen van zelfde soort) raakt reproductief geisoleerd.
  2. De twee populaties passen zich aan, aan hun omgeving (adaptatie).
  3. Zou je ze weer bij elkaar zetten en ze kunnen geen vruchtbare nakomelingen meer krijgen.... dan heb je een nieuwe soort.

Slide 9 - Slide

Lees 10.3. Welke vormen van reproductieve isolatie kennen we?

Slide 10 - Open question

Welke vorm van isolatie kan optreden?

Een deel v/d salamanders gaat vooral op de oever leven.
A
isolatie in tijd
B
isolatie in ruimte
C
isolatie in gedrag
D
isolatie in uiterlijk

Slide 11 - Quiz

Welke vorm van isolatie kan optreden?

Sommige pauwen krijgen witte i.p.v. blauwe veren.
A
isolatie in tijd
B
isolatie in ruimte
C
isolatie in gedrag
D
isolatie in uiterlijk

Slide 12 - Quiz

Welke vorm van isolatie kan optreden?

Een groep merels fluit op een hogere toonhoogte dan andere merels.
A
isolatie in tijd
B
isolatie in ruimte
C
isolatie in gedrag
D
isolatie in uiterlijk

Slide 13 - Quiz

biodiversiteit
= veel variatie in de natuur

- veel verschillende soorten
- veel genetische variatie


Slide 14 - Slide

Wat is het voordeel van een grote biodiversiteit?

Slide 15 - Open question

de eilandtheorie
Des te groter een 'eiland', des te groter het aantal soorten.

Op grotere eilanden is de kans op overleven groter, en dus op uitsterven kleiner.

Slide 16 - Slide

aan de slag
Maak opdracht 12 in je boek. Deze gaan we samen bespreken.

Slide 17 - Slide

aan de slag
Maken, nakijken, leren t/m 10.3.
Biologiepagina.nl

Slide 18 - Slide

leerdoelen 10.3 
  • je kent de definitie van de dikgedrukte termen
soort - biodiversiteit - genenpool - reproductieve isolatie  - eilandtheorie
  • je kent de verschillen tussen de vormen van reproductieve isolatie en je begrijpt hoe dit bijdraagt aan soortvorming
  • je kunt uitleggen hoe nieuwe soorten kunnen ontstaan
  • je kunt de eilandtheorie uitleggen
  • je kunt het belang van een grote biodiversiteit toelichten

Slide 19 - Slide

Hoe ontstaat een nieuwe soort?

Slide 20 - Open question

lees het volgende krantenartikel

Slide 21 - Slide

Wat is het doel van Staatsbosbeheer met deze 'uitruil' van percelen?

Slide 22 - Open question

Juist of onjuist. Het vergroten van bestaande natuurgebieden leidt tot een afname van de biodiversiteit.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

aan de slag
Lees practicum B - de omgeving selecteert, goed door. 

1. Maak 6x40 snippers van jouw kleur en geef ieder groepje (inclusief je eigen groep) 40 snippers.
2. Verdeel de taken.
3. Wacht tot we gezamenlijk starten.

Regels - je pakt maar 1 prooi per tafel en je pakt willekeurig (niet uitkiezen)


Slide 24 - Slide

Maak als groep een foto van je staafdiagram en upload hem hier.

Slide 25 - Open question

nabespreken
  1. Welke vorm van selectie hebben we met deze proef getest?
  2. Vergelijk de diagrammen. Welke kleur prooi overleeft het beste?
  3. Bij welke kleur was de selectiedruk het hoogste op jouw jachtveld?
  4. Voorspel het aantal prooidieren van elke kleur na 10 generaties.
  5. Voorspel het aantal prooidieren van elke kleur als er seksuele selectie voor groen zou zijn.

Slide 26 - Slide

aan de slag

Na afloop alles weer netjes in de envelop voor de volgende groep.

Aan de slag met huiswerk maken (t/m 10.3 maken en nakijken).


Slide 27 - Slide