V4 - T4: BS7 Ontstaan van soorten

Thema 4 Evolutie

B7
Ontstaan van soorten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 4 Evolutie

B7
Ontstaan van soorten

Slide 1 - Slide

Waar staan deze vergelijkingen voor?

p^2+ 2pq+ q^2= 1
p+q= 1

Slide 2 - Slide

Soortsbegrip
Een groep organismen met vergelijkbare kenmerken die onderling kunnen kruisen om vruchtbare nakomelingen voort te brengen en die reproductief geïsoleerd zijn van andere soorten

Slide 3 - Slide

Leerdoel B7
  • Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven
    - door geografische verschillen
    - door verschil in gedrag

  • Je kunt aan de hand van het eilandbiogeografiemodel de eilandtheorie uitleggen


Slide 4 - Slide

Het effect van natuurlijke selectie op de distributie van fenotypen

Slide 5 - Slide

Basisstof 7
Het ontstaan van soorten

Tekst

Slide 6 - Slide

Soortvorming:
1. een deel van een populatie raakt gescheiden van de rest van de soort.
2. aanpassing aan verschillende omgevingsomstandigheden.
3. reproductieve isolatie. Zolang de twee groepen onderling kruisen, delen ze dezelfde genenpool en blijven ze dezelfde soort.

Slide 7 - Slide

Verschillende vormen
Allopatrische soortvorming: reproductieve isolatie wordt veroorzaakt door een geografische barrière

Sympatrische soortvorming: er is geen geografische barrière, maar iets anders weerhoudt hen ervan zich voort te planten, bijvoorbeeld temporele (in de tijd), gedrags- of habitatisolatie

Slide 8 - Slide

Sympatrische soortvorming
In hetzelfde gebied zonder dat er een geografische barrière zit.
gedrag, tijd
  • Of door polyploïdie: een meervoud van het diploïde aantal chromosomen in een (deel van een) organisme
  • Polyploïdie ontstaat door fout tijdens de mitose


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Eilandtheorie
In het voorkomen van het aantal soorten zag Darwin een wetmatigheid: hoe groter het eiland, hoe meer soorten. Hoe verder van het vaste land, hoe minder soorten.
Na verloop van tijd ontstaat een evenwicht tussen immigratie en uitsterven.

Slide 11 - Slide

Eilandtheorie
De eilandtheorie voorspelt dus de grootte van de biodiversiteit van geïsoleerde gebieden, zoals eilanden, bergtoppen, meren en bossen.

Slide 12 - Slide

93C

Slide 13 - Slide

Eilandtheorie
Grootte van het eiland beïnvloedt de snelheid van uitsterven:
- Klein eiland: veel concurrentie -> soorten sterven sneller uit.
- Groot eiland: minder concurrentie -> soorten sterven minder snel uit.

Groene lijnen in de grafiek.

Slide 14 - Slide

Eilandtheorie
Afstand van het eiland tot het vaste land (bron van migratie)
- Dichtbij: veel migratie 
- Ver weg: weinig migratie 
Meer bij groot eiland dan bij klein eiland door meer beschikbare niches!

Rode lijnen in de grafiek.

Slide 15 - Slide

Eilandtheorie
Dynamisch evenwicht: het punt waarop de immigratie gelijk is aan de snelheid van uitsterven.
De biodiversiteit blijft gelijk.
Er verdwijnen wel soorten en die worden vervangen door nieuwe.

Slide 16 - Slide

Eilandtheorie op de Wadden
Welke Waddeneiland heeft de grootste biodiversiteit? 
Verklaar met de eilandtheorie van BINAS 93C.

A     Texel
B     Ameland
C     Terschelling

Slide 17 - Slide

Samenvatting Eilandtheorie
In het voorkomen van het aantal soorten op eilanden zag Darwin een wetmatigheid: 
- hoe groter het eiland, hoe meer soorten. 
- hoe verder van het vaste land, hoe minder soorten.

De eilandtheorie beschrijft dus de biodiversiteit in relatie tot de grootte van een eiland (of een ander geïsoleerd ecosysteem) en de afstand tot het vaste land (of tot andere ecosystemen).

Slide 18 - Slide

Leerdoel B7
  • Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven
    - door geografische verschillen
    - door verschil in gedrag

  • Je kunt aan de hand van het eilandbiogeografiemodel de eilandtheorie uitleggen


Slide 19 - Slide

Aan de slag
Maken opdracht 93 t/m 101 
Maken begrippenlijst BS7 

Slide 20 - Slide