What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Staatsinrichting H1
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Napoleon verslagen bij Waterloo
Zoon van prins Willem V wordt
koning
Willem I
Nederland krijgt een grondwet en een
tweekamerstelsel
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
: Nederland, België en Luxemburg
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
22 slides
, with
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
1815: Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Napoleon verslagen bij Waterloo
Zoon van prins Willem V wordt
koning
Willem I
Nederland krijgt een grondwet en een
tweekamerstelsel
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
: Nederland, België en Luxemburg
Slide 1 - Slide
Belgische Revolutie
1830
Tijdens de viering van de verjaardag van koning Willem I in Brussel,
slaat de vlam in de pan en komt het volk in opstand.
Ruim een maand later roepen de Belgen hun
onafhankelijkheid
uit
Slide 2 - Slide
Gevolgen
1831: Leopold I wordt de eerste Belgische koning
1831: Tiendaagse Veldtocht
1839: onder internationale druk erkent Willem I de onafhankelijkheid
1840: Willem I treedt af
Slide 3 - Slide
1840-1848:
Koning Willem II
Conservatief
: geen ruimte voor veranderingen
Regeert, min of meer, als absolute vorst
Moet niets weten van democratie
Moeizame relatie met zijn vader
Slide 4 - Slide
Hoe zag het bestuur van Nederland er uit
tussen 1815-1848?
Slide 5 - Slide
Benoemt
Verantwoording
Kiest
Slide 6 - Slide
Revolutiejaar
1848
De ‘erfgenamen van de Franse Revolutie’, de
Liberalen
, komen tot de conclusie: "Alles is weer hetzelfde als vóór de Franse Revolutie!"
Overal zitten er weer koningen op de Europese tronen en ondanks 'een grondwet' is er maar
weinig democratie
.
Slide 7 - Slide
Paniek bij de vorsten
in heel Europa!
Ook in Den Haag...
...koning Willem II wordt 'in één nacht' liberaal
Slide 8 - Slide
Gevolgen (1)
De leider van de Nederlandse Liberalen:
Johan Rudolf Thorbecke
maakt een nieuwe
grondwet
:
Koning is onschendbaar
Ministeriële verantwoordelijkheid
Dit betekent: de ministers zijn verantwoordelijk voor de daden van de regering (ook: voor de daden van de koning)
Slide 9 - Slide
Gevolgen (2)
Parlementaire democratie
(=parlement heeft het laatste woord)
Constitutionele monarchie
(=koning moet zich aan de grondwet houden)
Verandering van het parlementaire stelsel (
"Hoe wordt het parlement gekozen?"
,
"Wie heeft welke macht?"
)
Slide 10 - Slide
Nieuwe Grondwet
1848
Slide 11 - Slide
Trias Politica
Belangrijk onderdeel van een parlementaire democratie
Verdeling van de macht in het land in
drie machten
Bedacht in Frankrijk in 18e eeuw, toen de koning alle macht(en) had.
Iemand kan maar bij één van de drie machten horen.
Slide 12 - Slide
Trias Politica
(Driemachtenleer)
Slide 13 - Slide
Hoe zag het bestuur
van Nederland
er
vanaf 1848* uit?
*de meeste onderdelen zijn vandaag nog steeds geldig
Slide 14 - Slide
Benoemt
Kiest
Verantwoording
Slide 15 - Slide
Grondrechten
Grondrechten
staan Hoofdstuk 1 van de Grondwet (van 1983)
Het belangrijkste onderdeel, het anti-discriminatie-artikel, is
Artikel 1
Ze zijn bedacht in een tijd dat grondrechten
niet vanzelfsprekend
waren.
Er wordt een onderscheid gemaakt in
Klassieke
-
en
Sociale
grondrechten
Slide 16 - Slide
Klassieke grondrechten
Beschermen ons tegen de overheid
Geven ons rechten tegen een
te machtige overheid
Staan sinds
1848
in de Grondwet
Klassiek
betekent: '
iets van vroeger, maar niet verouderd'
Slide 17 - Slide
bijvoorbeeld:
Artikel 1: Anti-discriminatie artikel
Artikel 2: Wie is Nederlander?
Artikel 4: Kiesrecht
Artikel 7: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 8: Recht op vereniging
Artikel 9: Recht op vergadering
Artikel 10: Onaantastbaarheid van de persoonlijke levenssfeer
Artikel 11: Onaantastbaarheid van het lichaam
Artikel 13: Briefgeheim
Slide 18 - Slide
Sociale grondrechten
Plichten van de overheid
Zorgen voor een
goed bestaan
Zijn pas later (
1983
) in de Grondwet opgenomen, hoewel ze al eerder bestonden.
Slide 19 - Slide
bijvoorbeeld:
Recht op veilig bestaan
Recht op onderwijs
Recht op gezondheidszorg
Recht op woongelegenheid
Recht op bewoonbaar gebied
Recht op rechtsbijstand
Recht op werk
Slide 20 - Slide
Coalitie en oppositie
In Nederland is
geen enkele partij groter dan de meerderheid
van de Tweede Kamer.
Om die meerderheid wel te hebben, moeten partijen
samenwerken
.
Partijen die in de regering
samenwerken
, heten:
coalitie
.
Partijen die niet in de regering zitten, maar wel in de Tweede Kamer, heten:
oppositie
Slide 21 - Slide
Taken van het parlement
Slide 22 - Slide
More lessons like this
1.1 De Nederlandse staatsinrichting nu
March 2019
- Lesson with
35 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 4
1848 en de nieuwe grondwet
March 2022
- Lesson with
48 slides
Geschiedenis
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
2.2 Democratie in Nederland
December 2018
- Lesson with
22 slides
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 2
4. De Grondwet
January 2017
- Lesson with
19 slides
by
Maatschappijleer
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Maatschappijleer
2. De Grondwet
December 2016
- Lesson with
14 slides
by
Geschiedenisleraar.nl
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
Geschiedenisleraar.nl
4. De Grondwet
April 2018
- Lesson with
19 slides
Maatschappijleer
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3,4
1.1 Les 1
January 2022
- Lesson with
20 slides
geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
1,1 Een nieuwe grondwet
August 2022
- Lesson with
47 slides
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4