Oefenen de Vlier

Lesdoel



Je oefent met de spellingcategorieën die je tot nu toe in groep 8 hebt gehad
1 / 44
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.

Items in this lesson

Lesdoel



Je oefent met de spellingcategorieën die je tot nu toe in groep 8 hebt gehad

Slide 1 - Slide

Welk woord is goed gespeld?
A
's avonds
B
s'avonds
C
's avons
D
'savonds

Slide 2 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
enthausiast
B
anthousiast
C
enthousiast
D
enthosiast

Slide 3 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
specerei
B
specerij
C
speserei
D
speserij

Slide 4 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
thermiese
B
termiese
C
thermische
D
termische

Slide 5 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
tekstiel
B
tekstyl
C
textyl
D
textiel

Slide 6 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
melodieën
B
melodieen
C
melodiën
D
melodieeën

Slide 7 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
maneschein
B
manenschein
C
maneschijn
D
manenschijn

Slide 8 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
cirka
B
cirkaa
C
sirca
D
circa

Slide 9 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
medalje
B
medaille
C
medaile
D
medailje

Slide 10 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
exclusief
B
eksclusief
C
exklusief
D
exklucief

Slide 11 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
financiel
B
financieel
C
finansjeel
D
fienancieel

Slide 12 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
regioos
B
regio's
C
regiejoos
D
regios

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Typ het woord

Slide 16 - Open question

Typ het woord

Slide 17 - Open question

Typ het woord

Slide 18 - Open question

Typ het woord

Slide 19 - Open question

Typ het woord

Slide 20 - Open question

Typ het woord

Slide 21 - Open question

Typ het woord

Slide 22 - Open question

Typ het woord

Slide 23 - Open question

Typ het woord

Slide 24 - Open question

Welk woord is goed gespeld?
A
fototje
B
foto-tje
C
fotoo-tje
D
fotootje

Slide 25 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
tomatenplant
B
tomateplant
C
tomaatenplant
D
toomatenplant

Slide 26 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
verassing
B
verrasing
C
verrassing
D
verasing

Slide 27 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
amfibiën
B
amvibiën
C
amfibieën
D
amfibieen

Slide 28 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
prehistoorische
B
prehistoriese
C
prehistorische
D
preehistoriese

Slide 29 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
acrobatiese
B
acrobatische
C
acrobatise
D
akrobatische

Slide 30 - Quiz

Welk woord is goed gespeld?
A
kippensoep
B
kipensoep
C
kippennsoep
D
kipesoep

Slide 31 - Quiz

Typ het woord

Slide 32 - Open question

Typ het woord

Slide 33 - Open question

Typ het woord

Slide 34 - Open question

Typ het woord

Slide 35 - Open question

Waar staan beide woorden goed geschreven?
A
trainingspak - celo
B
traningspak - celo
C
trainingspak - cello
D
traininspak - cello

Slide 36 - Quiz

Waar staan beide woorden goed geschreven?
A
reclame - 'szaterdags
B
reklame - 's zaterdags
C
reklame - 's zaterdags
D
reclame - 's zaterdags

Slide 37 - Quiz

Waar staan beide woorden goed geschreven?
A
de Vlier - Atlantische oceaan
B
De Vlier - Atlantische Oceaan
C
De vlier - Atlantische Oceaan
D
de vlier - atlantische oceaan

Slide 38 - Quiz

Wat is de juiste spelling van 'ik (loop) naar school'?
A
ik liepen
B
ik loopt
C
ik loopte
D
ik loop

Slide 39 - Quiz

Hoe schrijf je 'zij (spelen) in het park'?
A
zij spelen
B
zij speelden
C
zij speelt
D
zij speeltet

Slide 40 - Quiz

Wat is de juiste vorm van 'wij (fietsen)' gisteren?
A
wij fietst
B
wij fietsen
C
wij fietsten
D
wij fietsden

Slide 41 - Quiz

Hoe schrijf je 'jij (kijken) naar de film'?
A
jij kijkte
B
jij kijk
C
jij kijkt
D
jij keek

Slide 42 - Quiz

Wat is de juiste spelling van 'hij (werken) hard'?
A
hij werkten
B
hij werk
C
hij werkt
D
hij werkte

Slide 43 - Quiz

Wat is de juiste spelling van het werkwoord 'chatten' in de verleden tijd?
A
chatte
B
chatten
C
chatte ik
D
chattete

Slide 44 - Quiz