Spelling Hoofdletters en leestekens les 5 7C

Welkom
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel (schrift open met gemaakt werk).

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel (schrift open met gemaakt werk).

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Spelling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

rubriek: taalvoutje
Begrijp jij wat er staat? 
Hoe zou jij het verbeteren?

Slide 3 - Slide

vermaak = plezier hebben
verstelwerk = het vermaken van kleding
planning
lezen (10 min)
terugblik leestekens (5 min)
(samen) aan de slag: 




Slide 4 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
je weet (weer) de spellingsregels van hoofdletters en leestekens
je hebt geoefend met gebruik hiervan

Deze les is na te lezen op LessonUp.
klassencode 7C: clwbr
klassencode 7F: gbymp


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

(samen) aan de slag
Wanneer schrijf je welk leesteken?
Zorg dat je een goede samenvatting hebt!

Wat doe je als je het lesboek niet begrijpt?


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Aanhalingstekens zet je alleen om citaten te benoemen.
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

ook om woorden die je letterlijk wilt benoemen of woorden die een speciale betekenis hebben.
Apostrof schrijf je o.a. na een bezitsvorm van namen die eindigen op een -s klank.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

voorbeeld:
Lucas' vader = vader van Lucas 
Luca's vader = vader van Luca
(maar Henks vader)
Een liggenstreepje gebruik je als afbreekstreepje.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

voorbeeld:
einde van de regel, woord past er niet helemaal op: re-gels
Een liggenstreepje gebruik je ook als je een of meer letters uit een woord weglaat.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quiz

dat is oa de regel voor een apostrof!
m'n favoriet
't is mooi geweest

liggend streepje = weglatingsstreepje als je een heel woord weglaat.
Voorbeeld:
spellings- en interpunctieregels
kleuter- en kinderspeelgoed

'Weet je', zei hij, 'dat hoofdletters in het Duits nog belangrijker zijn dan in het Nederlands?'
A
aanhalingstekens goed
B
aanhalingstekens fout

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

'Weet je', zei hij, 'dat hoofdletters in het Duits nog belangrijker zijn dan in het Nederlands?'
Wat is de gesproken zin?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

'Weet je,' zei hij, 'hoofdletters zijn in het Duits nog belangrijker dan in het Nederlands?'
A
aanhalingstekens goed
B
aanhalingstekens fout

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

'Weet je,' zei hij, 'hoofdletters zijn in het Duits nog belangrijker dan in het Nederlands?'
Wat is de gesproken zin?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

(samen) aan de slag
Les 83, maken opdracht 1 samen
opdracht 2 en 3.

Klaar? Maak opdracht 4, 7 en 8
 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

(samen) aan de slag
 HW volgende week maandag:

filmpje kijken meervoudsvormen op -en of -s 
(mavo Les 11, havo Les 12)
Maak je eigen aantekeningen in je schrift. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

goed gewerkt, dank voor vandaag!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

ww vervoegen
Hoe zit dat precies? 
tt of vt?

Zijn er regels?
Is er regelmaat te bespeuren?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Tijdens het foute grapje van de voorzitter werden vele wenkbrauwen … (fronsen).
A
gefronst
B
verfronst
C
verfronsd
D
gefronsd

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Vorige zomer … (kiten) Julian nog aan de Noordzee, maar dit jaar gaat hij naar de Middellandse Zee.
A
kite
B
kitet
C
kitete
D
kitte

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:
In de houten deur is het logo van het bedrijf … (frezen).
A
gefreezt
B
gefreest
C
gefreesd
D
gefreezd

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Mijn tante heeft me drie uur lang … (vervelen) met verhalen over haar middelbareschooltijd.
A
verveelt
B
verveelde
C
verveelte
D
verveeld

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het haardvuur ..... (branden) de hele nacht lang.
A
brandt
B
brande
C
brandde
D
brandte

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het ..... (gebeuren) heel vaak dat ik per ongeluk de juiste werkvorm kies.
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt
D
gebeurde

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het is heel vaak ... (gebeuren) dat ik per ongeluk de juiste werkvorm koos.
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt
D
gebeurde

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Die mooie vaas is ... (omvallen).
A
omvallend
B
omvallende
C
omgevald
D
omgevallen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

De .... (omvallen) vaas is gelukkig niet gebroken.
A
omvallende
B
omgevallen
C
omgevallend
D
omgevallende

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het .... (spelen) meisje heeft twee vlechten in haar haar.
A
spelend
B
spelende
C
gespeeld
D
gespeelde

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

De .... (printen) foto hangt aan de muur.
A
printend
B
printende
C
geprinte
D
geprintte

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

De .... (witten) muren zijn sneeuwwit.
A
wittend
B
wittende
C
gewite
D
gewitte

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions