Spelling Hoofdletters en leestekens les 5

Welkom
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel (schrift open met gemaakt werk).

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Ga lekker zitten, pak je leesboek en duik in de wereld van jouw verhaal...
Leg al je spullen vast op tafel (schrift open met gemaakt werk).

Tot over 10 min ;-)
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Spelling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

rubriek: taalvoutje
het belang van komma's
Zie jij het verschil?

Slide 3 - Slide

vermaak = plezier hebben
verstelwerk = het vermaken van kleding
planning
lezen (10 min)
terugblik opdrachten (5 min)
(samen) aan de slag: 
bedenken toetsvragen hoofdletters en leestekens
opdracht 10


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

lesdoel
je weet (weer) de spellingsregels van hoofdletters en leestekens
je hebt geoefend met gebruik hiervan

Deze les is na te lezen op LessonUp.
klassencode 7C: clwbr
klassencode 7F: gbymp


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

(samen) aan de slag
nakijken opdrachten
havo: les 44 opdracht 6, 7, 8 en 9.

Hoe gaat dit? 3 fouten of meer? 
Waar gaat het mis? Kijk nog eens serieus naar de theorie!
timer
15:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

(samen) aan de slag
Wanneer schrijf je welk leesteken?
Zorg dat je een goede samenvatting hebt!


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

(samen) aan de slag
Opdracht: bedenk een goede toetsopdracht.
Tweetallen verzinnen twee opdrachten: 
1. over gebruik hoofdletters 
2. over verschillende leestekens.
Jullie geven ook het correcte antwoord. 
Dat lever je einde van de les in bij mij...

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

(samen) aan de slag
Ben je klaar met de toetsopdrachten?

Maak opdracht 10.

HW volgende week dinsdag:
kijken filmpje over samenstellingen met koppelteken en getallen (Les 42) maken opdracht 1, 2 en 4

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

goed gewerkt, dank voor vandaag!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

ww vervoegen
Hoe zit dat precies? 
tt of vt?

Zijn er regels?
Is er regelmaat te bespeuren?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Tijdens het foute grapje van de voorzitter werden vele wenkbrauwen … (fronsen).
A
gefronst
B
verfronst
C
verfronsd
D
gefronsd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Vorige zomer … (kiten) Julian nog aan de Noordzee, maar dit jaar gaat hij naar de Middellandse Zee.
A
kite
B
kitet
C
kitete
D
kitte

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:
In de houten deur is het logo van het bedrijf … (frezen).
A
gefreezt
B
gefreest
C
gefreesd
D
gefreezd

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Mijn tante heeft me drie uur lang … (vervelen) met verhalen over haar middelbareschooltijd.
A
verveelt
B
verveelde
C
verveelte
D
verveeld

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het haardvuur ..... (branden) de hele nacht lang.
A
brandt
B
brande
C
brandde
D
brandte

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het ..... (gebeuren) heel vaak dat ik per ongeluk de juiste werkvorm kies.
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt
D
gebeurde

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het is heel vaak ... (gebeuren) dat ik per ongeluk de juiste werkvorm koos.
A
gebeurd
B
gebeurdt
C
gebeurt
D
gebeurde

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Die mooie vaas is ... (omvallen).
A
omvallend
B
omvallende
C
omgevald
D
omgevallen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

De .... (omvallen) vaas is gelukkig niet gebroken.
A
omvallende
B
omgevallen
C
omgevallend
D
omgevallende

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

Het .... (spelen) meisje heeft twee vlechten in haar haar.
A
spelend
B
spelende
C
gespeeld
D
gespeelde

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

De .... (printen) foto hangt aan de muur.
A
printend
B
printende
C
geprinte
D
geprintte

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Noteer de juiste vorm van het ww:

De .... (witten) muren zijn sneeuwwit.
A
wittend
B
wittende
C
gewite
D
gewitte

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions