wk11-les2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Vrijdag 12 februari

Lesson Up

de les staat klaar

taalraadsel

Wat gaan we doen?

      Mededelingen etc.                        

      

1) Nakijken HW opdr. 1                        10 min

2) Maken opdr. 2+3                              15 min

3) Werkwoordspelling                        20 min 

4) Zakelijke brief bespreken            10 min

5) Tekst+vragen maken (hw)            rest

      Afsluiting

Wat gaan we leren?

• Je weet hoe je werkwoorden moet spellen
  
• Je kent de leesdoelen en leesstrategieën en kunt ze       
    toepassen

                           Eerst nog even dit

Geen examenbundel of lesboek bij je? 

Je kunt niet meedoen met de les
en moet de kantine verlaten. 

 Ga direct langs START (Klaas of Frans)

en kom je na de les melden

Nakijken huiswerk:   
opdr. 1 blz. 97

10 minuten

Nakijken huiswerk:   
opdr. 1 blz. 97

2 A filmen bij een ongeluk

3 een interview

4 Alinea 2 hoort niet in de samenvatting, omdat hier geen hoofdzaken worden genoemd. Het gaat hier om een ervaring van Micha Coster, heeft verder geen relatie met de kern/onderwerp van de tekst. 

5 Nee, uit alinea 3 blijkt dat het niet duidelijk is of filmen kansrijk of kansloos is. De ene keer krijg je namelijk een boete en de andere keer een compliment. 

6 A Alinea 4 en alinea 5 vormen samen een opsomming.

7 B De grens van wat je wel hoort te doen en wat je niet hoort te doen.

8 1, 4, 6

9 De informatie uit tekst 1 past het best bij alinea 6. Tekst 1 gaat namelijk over een campagne van het Rode Kruis en daar gaat het in alinea 6 ook over. 

10 minuten

opdracht:   
opdr. 2+3 blz. 99-100

Neem je boek voor je op pag. 99

Maak in je schrift: opdr. 2 + 3-vraag 1,5,7,9

Klaar? --> zelf nakijken.

10 minuten

opdr. 2

1 De tekst is ironisch bedoeld, niet serieus. Dat zie je aan de zinnen: ‘ambulancepersoneel en politie lopen in de weg.’ 

dat ze ‘onzin beginnen uit te kramen over in de weg lopen’. 

‘Ik ben gek op ongelukken.’
Hieraan zie je dat deze tekst niet serieus bedoeld kan zijn.

2 Dit fragment past het best bij alinea 5. Daar wordt uitgelegd dat mensen er van houden om bloederige beelden te hebben, omdat dit statusverhogend werkt.

3 Youp van ’t Hek wil filmers van ongelukken belachelijk maken

opdr. 3

5 A  Alinea 3 en 4 vormen samen een opsomming.

7  1 - 4 - 5 - 6

9 B Het vergt grammaticaal inzicht om te weten wélke woorden je weg kunt laten.

code:

462 -605

Werkwoordspelling

Ik ga vandaag zwemmen.
Zwemmen is een..

1. Persoonsvorm
2. Heel werkwoord
3. Voltooid deelwoord

We hebben bij dat reisbureau informatie gekregen.
hebben is......

1. persoonsvorm
2. heel werkwoord
3. voltooid deelwoord

Damian heeft kaartjes voor de film gereserveerd.
gereserveerd is een:

1. Persoonsvorm
2. Heel werkwoord
3. Voltooid deelwoord

Ik ga morgen wandelen.
Wandelen is een..

1. Persoonsvorm
2. Heel werkwoord
3. Voltooid deelwoord

Welke vorm?

Jij VINDT popmuziek mooi.

1. stam
2. stam + t
3. hele werkwoord
4. infinitief

Vul aan:

Die ..... (verbranden) barbecueworstjes moet je niet meer eten.

1. verbrande
2. verbrandde
3. verbranden
4. verbrandden

Hoe spel je de verleden tijd enkelvoud van het werkwoord 'deleten'?

1. deleette
2. delete
3. deletete
4. deletede

Kies het juiste werkwoord:

"De directeur ... het gebouw."

1. verlaadt
2. verlaad
3. verlaat

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Het gebeurt in een oogopslag.
2. Het gebeurd in een oogopslag.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Gisteren haastten mijn ouders zich naar de bus.
2. Gisteren haasten mijn ouders zich naar de bus.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Hij heeft zich bij mij gemeld.
2. Hij heeft zich bij mij gemeldt.
3. Hij heeft zich bij mij gemelt.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Annie vluchte de wc in.
2. Annie vluchtte de wc in.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Hij is verhuist naar Amsterdam.
2. Hij is verhuisd naar Amsterdam.

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Houdt je van pizza?
2. Houd je van pizza?

In welke zin zijn alle werkwoorden correct gespeld?

1. Je rijdt in een luxe wagen.
2. Je rijd in een luxe wagen.

Bespreken zakelijke brief.

Neem voor je pag.62 opdr. 22

Een paar brieven globaal bekijken. Wat kunnen jullie ervan leren?

10 minuten

Rest van de les

examenbundel

Neem je examenbundel voor je

blz. 85

Neem je schrift voor je. 

Schrijf op: examen 2016-I ,
                      tekst 1 

Maak de 12 vragen bij de tekst = huiswerk.

? minuten

Afsluiting

Wat heb je geleerd over schrijfopdrachten?

wat heb je geleerd over werkwoordspelling?

Huiswerk:  Examenbundel

                      maak blz. 85-88  tekst 1