Bijwoord of bijvoeglijk naamwoord?

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Adjectives - 
bijvoegelijk naamwoord

Slide 3 - Slide

Bijwoord
Bijv. naamwoord
Bad
Badly

Slide 4 - Drag question

Bijwoord
Bijv. naamwoord
Well
Good

Slide 5 - Drag question

Adjective = bijv. naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.


The green car.

green = bijvoeglijk naamwoord
car = zelfstandig naamwoord (de, het, een voor zetten).

Slide 6 - Slide

Adverb = bijwoord


- bijwoord zegt iets over het werkwoord
Quickly press the space bar.

- bijwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord
This is an incredibly difficult level.

- bijwoord zegt iets over een ander bijwoord

You have to move really quickly.

Slide 7 - Slide

I think you understand this grammar rule quite good/well.
A
good
B
well

Slide 8 - Quiz

She played bad/badly and lost the game.
A
Bad
B
Badly

Slide 9 - Quiz

She asks intelligent/intelligently questions.
A
intelligent
B
intelligently

Slide 10 - Quiz

Unfortunately/unfortunate, we were late and missed the beginning of the film.
A
unfortunately
B
unfortunate

Slide 11 - Quiz

Sam is a very ... lorry driver.
A
enthusiastic
B
enthusiastically

Slide 12 - Quiz

Sam the lorry driver drove ...
A
enthusiastic
B
enthusiastically

Slide 13 - Quiz

He (a) bought (b) a new house (c).

recently
A
A
B
B
C
C

Slide 14 - Quiz

Chapter 8.3 - page 19
exercise: 1, 2, 3, 4 

Done? go to page 22 and 23. Pick 10 words from the list you don't know yet and write them in your notebook.

Slide 15 - Slide