Lezen 3.1 Informatieve teksten

Nederlands
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Lezen 3.1 Informatieve teksten
Doel: 

Je herkent informatieve teksten en je weet waarover de schrijver je wil informeren. 

Slide 2 - Slide

Wat is het doel van:
een nieuwsbericht over de verkiezingsuitslagen?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 3 - Quiz

Wat is het doel van:
een uitnodiging voor een schoolfeest?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 4 - Quiz

Wat is het doel van:
een persoonlijke reactie op een artikel op nu.nl over de wijzigingen van de snelheidslimiet in Amsterdam ?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 5 - Quiz

Wat is het doel van:
een mail van je mentor met uitleg over het inschrijven voor inhaallessen in de themaweek?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 6 - Quiz

Welke informatieve
teksten ken je?

Slide 7 - Mind map

Welke informatieve teksten zijn er:

  • Nieuwsbericht
  •  Reportage (verslag van één of meerdere gebeurtenissen)
  • Achtergrondartikel
  • Brochure
  • Voorlichtingsfolder
  • Interview

Slide 8 - Slide

Welke kenmerken hebben informatieve teksten?

Nieuwsberichten:
  • vetgedrukte kop boven de tekst 
  • vetgedrukte eerste alinea = lead (korte samenvatting van tekst)

Voorlichtingsfolders: 
  • opmaak (kolommen en tussenkopjes)





Slide 9 - Slide

Voorlichtingsfolder

Slide 10 - Slide

Wat is nog meer belangrijk?
Informatieve teksten zijn objectief.

Doel: informatie geven. Je krijgt antwoorden op vragen en je kunt er iets van leren.

Kritisch lezen: hoe is de betrouwbaarheid? (bron)

Slide 11 - Slide

Wat is je leesdoel bij een informatieve tekst?
A
iemands mening te weten komen
B
leren hoe je iets moet doen
C
antwoord krijgen op vragen over een onderwerp

Slide 12 - Quiz

Wat zijn kenmerken van een folder?
A
tekst in kolommen
B
tussenkopjes
C
titel
D
gevouwen vel papier

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de eerste alinea van een nieuwsbericht?

Slide 14 - Open question

Waar moet je op letten om te weten of de tekst betrouwbaar is?
A
wie is de schrijver?
B
de bron (waar komt de informatie vandaan)
C
hoe oud is de informatie?
D
kun je de informatie controleren?

Slide 15 - Quiz

Aan de slag!
Maak de opdrachten:
- Auto uitlenen. Hoe zit het met de autoverzekering.
- Stadionverbod
timer
20:00

Slide 16 - Slide