Brugklas - Vorm en lijn

Brugklas - Vorm en lijn
1 / 45
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Brugklas - Vorm en lijn

Slide 1 - Slide

Lijn
Lijn

Slide 2 - Slide

Lijn
Een lijn is simpelweg een aaneensluiting van punten.

Lijnsoorten
Lijnen kunnen recht, krom, dik, dun, kronkelend, vloeiend, etc zijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Kleurpotloden
  • Scherpe / geslepen punt
  • Niet drukken
  • Ontspannen vasthouden
  • In laagjes werken
  • Kleine bewegingen maken (vanuit vingers en pols)
  • Met veel geduld en voor kleine tekeningen
  • Kleur overgang - > laagjes

Slide 5 - Slide

Opdracht!
Emoties <-> Lijnen
  1. Neem een nieuw blad in je schrift voor je. 
  2. Teken een vierkant van 10x10cm. (gebruik een hb potlood en een liniaal)
  3. Luister goed naar de docent / kijk naar het bord
  4. Voer de opdrachten uit met kleurpotloden


Slide 6 - Slide

Opdracht afmaken
  • Weet je nog hoe je de kleurpotloden moest gebruiken?
  • Kleur ieder vakje zo mooi mogelijk in! 
  • Gebruik kleurovergangen
  • Maak de opdracht deze les af

Slide 7 - Slide

Vorm

Slide 8 - Slide

Basisvormen
Alles wat we zien heeft vorm, het bestaat uit basisvormen.
Vormen zijn overal. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Er zijn dus







tweedimensionale (2D) vormen
 en


 




driedimensionale (3D) vormen

Slide 11 - Slide

Er zijn verschillende vormsoorten:

Slide 12 - Slide

Henry Matisse - Blue Nude

Slide 13 - Slide

1. Organische vorm
Kenmerken

  • Afgeleid van natuurlijke
    vormen (mens, dier, natuur)
  • Vloeiende vormen 

Slide 14 - Slide

Piet Mondriaan - Compositie 2

Slide 15 - Slide

2. Geometrische vorm
Kenmerken

  • Een meet-kundige vorm
  • Gemaakt met passer of liniaal

Slide 16 - Slide

Simpele, geometrische basisvormen

Slide 17 - Slide

Wat zijn de twee belangrijkste vormsoorten?
A
Ronde en ovale vormen
B
Geometrische en wiskundige vormen
C
Organische en geometrische vormen
D
Vormen gemaakt met een passer of met een lineaal

Slide 18 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van de organische vorm?
A
Alles is rond
B
Met een passer gemaakt
C
Alles is hoekig
D
Gebaseerd op natuurlijke vormen

Slide 19 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van een geometrische vorm?
A
Meetkundige vorm
B
Het zijn vierkanten en rechthoeken
C
Alles is gebaseerd op natuurlijke vormen
D
Het is driedimensionaal

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Transparant - ondoorzichtig
Glad - Ruw
Organisch - Geometirsch
Kort - lang
Veel - weinig
dik - dun
3d - 2d

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Video

Wat is dan een vormovereenkomst?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Opdracht!

Slide 26 - Slide

Instructies
  • Je hebt een leeg blad voor je (krijg je van je docent)
  • Je hebt een HB potlood vast
  • Je luistert aandachtig - niet praten!
  • Je hebt je ogen dicht
  • Je laat je potlood over het papier bewegen op de muziek die je hoort. Er is geen goed of fout. Luister goed. Vertaal dat wat je hoort naar een beweging, denk aan de vormsoorten. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Opdracht 2
  • Leg je eerste blad weg
  • Je krijgt een nieuw blad voor je
  • Je hebt nog steeds je potlood vast
  • Je luistert weer aandachtig
  • Je hebt je ogen opnieuw dicht
  • Je laat je potlood over het papier bewegen op de muziek die je hoort. Denk aan de vormsoorten. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Uitwerken
  • Maak van ieder van je schetsen een uitsnede waar veel lijn en vorm zichtbaar is. Je kiest voor organische vormen of voor geometrische vormen. 
  • Kies je favoriet en neem de lijn tekening over op een tekenblad. 
  • Let op: Je tekent eerst een passe-partout van 2 cm rondom. 
  • Teken de lijnen met HB-potlood. 
  • Werk uit met plakkaat verf. 
  • Gebruik alleen gemengde kleuren (secundair en tertiare). Denk aan: verhelderen en verdonkeren. 
  • Werk het netjes uit. Hoe netter, hoe beter. 
  • Schrijf je naam op het werk (achterkant links boven)
  • Met extra tijd mag je ook je andere tekening uitwerken. Dan heb je een tweeluik met contrast. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Frank Stella - 
Atalanta and Hippomenes 
(2017) 

Slide 33 - Slide

Frank Stella - Leeuwarden II (2017) 

Slide 34 - Slide

Een sculptuur van organische en geometrische vormen. 

Er ontstaat een vormcontrast. 

Slide 35 - Slide

Opdracht
Maak je eigen sculptuur met vormcontrast. 
Gebaseerd op je eigen schetsen "tekenen op muziek". 

Slide 36 - Slide

Organische vorm: Solderen
Buig een ijzerdraad in organische vormen. Gebruik verschillende stukken. Soldeer de losse delen aan elkaar vast. 

Slide 37 - Slide

Solderen basis instructie

Slide 38 - Slide

Stappenplan
  1. Pak je "tekenen op muziek" schets - organische vormen
  2. Buig ijzerdraad in organische vormen. Gebruik rondbektangen of mallen zoals een glas, of andere ronde objecten.
  3. Je hebt minimaal 5 "kruispunten" die gesoldeerd moeten worden. 
  4. Er zijn 6 soldeerplankjes. Om de beurt plak je op dat plankje met crepetape je ijzerdraden vast. Als het goed vast zit ben je klaar om naar de soldeerbank te gaan. 
  5. Zet een veiligheidsbril op. 
  6. Vet de hoekje in met soldeervet.
  7. Gebruik de soldeerbout om het ijzerdraad heet te maken. Hou een stukje soldeertin tussen een tang en houdt het tegen het hete ijzerdraad. Zoals in het filmpje. Hoe minder soldeertin, hoe beter. 
  8. Heb je alle hoekjes vast gemaakt? Maak je model los, verwijder het tape. Breng het plankje naar de docent. De volgende leerling is aan de beurt. 

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Geometrische vorm: Foamboard snijden
Snijd foamboard in rechte stukken, gebruik een liniaal en een stanleymes. Zorg dat alle lijnen recht zijn met behulp van een liniaal. 

Slide 41 - Slide

Foamboard snijden basis instructie

Slide 42 - Slide

Stappenplan
  1. Pak je "tekenen op muziek" schets - geometrische vormen
  2. Pak een snijmat, een stukje foamboard, metalen liniaal, scherp mesje
  3. Snijd minimaal 5 geometrische vormen, gebaseerd op je schets. 
  4. Met deze vormen creeer je een geometrische kunstwerk. Je mag ook meer dan 5 vormen gebruiken. Zorg dat ze vanuit 1 hoek een interessant geheel vormen. 
  5. De geometrische vormen ondersteunen je organische draadmodel waardoor die er in hangt
  6. Snijd je vormen in zodat het draadmodel erin kan schuiven. Denk goed na, let goed op, wat komt waar? Hoe ver moet je snijden?
  7. Van de zijkant zie je de vorm van het draadmodel, de organische vormen en lijnen. Van de andere kant zie je een compositie met geometrische vormen en vlakken. 
  8. Je mag de geometrische vormen inkleuren als je tijd over hebt. 

Slide 43 - Slide

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Slide