Brugklas - Vorm en lijn

Brugklas - Vorm en lijn
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Beeldende vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Brugklas - Vorm en lijn

Slide 1 - Slide

Lijn
Lijn

Slide 2 - Slide

Lijn
Een lijn is simpelweg een aaneensluiting van punten.

Lijnsoorten
Lijnen kunnen recht, krom, dik, dun, kronkelend, vloeiend, etc zijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Kleurpotloden
  • Scherpe / geslepen punt
  • Niet drukken
  • Ontspannen vasthouden
  • In laagjes werken
  • Kleine bewegingen maken (vanuit vingers en pols)
  • Met veel geduld en voor kleine tekeningen
  • Kleur overgang - > laagjes

Slide 5 - Slide

Opdracht!
Emoties <-> Lijnen
  1. Neem een nieuw blad in je schrift voor je. 
  2. Teken een vierkant van 10x10cm. (gebruik een hb potlood en een liniaal)
  3. Luister goed naar de docent / kijk naar het bord
  4. Voer de opdrachten uit met kleurpotloden


Slide 6 - Slide

Opdracht afmaken
  • Weet je nog hoe je de kleurpotloden moest gebruiken?
  • Kleur ieder vakje zo mooi mogelijk in! 
  • Gebruik kleurovergangen
  • Maak de opdracht deze les af

Slide 7 - Slide

Vorm

Slide 8 - Slide

Basisvormen
Alles wat we zien heeft vorm, het bestaat uit basisvormen.
Vormen zijn overal. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Er zijn dus







tweedimensionale (2D) vormen
 en


 




driedimensionale (3D) vormen

Slide 11 - Slide

Er zijn verschillende vormsoorten:

Slide 12 - Slide

Henry Matisse - Blue Nude

Slide 13 - Slide

1. Organische vorm
Kenmerken

  • Afgeleid van natuurlijke
    vormen (mens, dier, natuur)
  • Vloeiende vormen 

Slide 14 - Slide

Piet Mondriaan - Compositie 2

Slide 15 - Slide

2. Geometrische vorm
Kenmerken

  • Een meet-kundige vorm
  • Gemaakt met passer of liniaal

Slide 16 - Slide

Simpele, geometrische basisvormen

Slide 17 - Slide

Wat zijn de twee belangrijkste vormsoorten?
A
Ronde en ovale vormen
B
Geometrische en wiskundige vormen
C
Organische en geometrische vormen
D
Vormen gemaakt met een passer of met een lineaal

Slide 18 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van de organische vorm?
A
Alles is rond
B
Met een passer gemaakt
C
Alles is hoekig
D
Gebaseerd op natuurlijke vormen

Slide 19 - Quiz

Wat is een belangrijk kenmerk van een geometrische vorm?
A
Meetkundige vorm
B
Het zijn vierkanten en rechthoeken
C
Alles is gebaseerd op natuurlijke vormen
D
Het is driedimensionaal

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Transparant - ondoorzichtig
Glad - Ruw
Organisch - Geometirsch
Kort - lang
Veel - weinig
dik - dun
3d - 2d

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Video

Wat is dan een vormovereenkomst?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Opdracht!

Slide 26 - Slide

Instructies
  • Je hebt een leeg blad voor je (krijg je van je docent)
  • Je hebt een HB potlood vast
  • Je luistert aandachtig - niet praten!
  • Je hebt je ogen dicht
  • Je laat je potlood over het papier bewegen op de muziek die je hoort. Er is geen goed of fout. Luister goed. Vertaal dat wat je hoort naar een beweging, denk aan de vormsoorten. 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Opdracht 2
  • Leg je eerste blad weg
  • Je krijgt een nieuw blad voor je
  • Je hebt nog steeds je potlood vast
  • Je luistert weer aandachtig
  • Je hebt je ogen opnieuw dicht
  • Je laat je potlood over het papier bewegen op de muziek die je hoort. Denk aan de vormsoorten. 

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Uitwerken
  • Maak van ieder van je schetsen een uitsnede waar veel lijn en vorm zichtbaar is. Je kiest voor organische vormen of voor geometrische vormen. 
  • Kies je favoriet en neem de lijn tekening over op een tekenblad. 
  • Let op: Je tekent eerst een passe-partout van 2 cm rondom. 
  • Teken de lijnen met HB-potlood. 
  • Werk uit met plakkaat verf. 
  • Gebruik alleen gemengde kleuren (secundair en tertiare). Denk aan: verhelderen en verdonkeren. 
  • Werk het netjes uit. Hoe netter, hoe beter. 
  • Schrijf je naam op het werk (achterkant links boven)
  • Met extra tijd mag je ook je andere tekening uitwerken. Dan heb je een tweeluik met contrast. 

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide