What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Zinsontleding
Grammatica
Zinsontleding
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Grammatica
Zinsontleding
Slide 1 - Slide
Doel
Aan het eind van de les kun je de 5 zinsdelen herkennen.
Aan het einde van de les kun je de 5 zinsdelen benoemen.
Slide 2 - Slide
Inhoud
Persoonsvorm
Werkwoordelijk gezegde
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat is de persoonsvorm en hoe vind ik de persoonsvorm?
Slide 5 - Open question
Hoe vind je de persoonvorm?
De zin
vragend
te maken.
Het eerste woord is de persoonsvorm.
Hij mag geen bier drinken voor schooltijd. PV=
De zin in een
andere tijd
te zetten. = tijdproef!
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De jongen valt van zijn fiets. PV=
Slide 6 - Slide
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De buurvrouw fietst elke dag naar het werk
A
elke dag
B
De buurvrouw
C
naar het werk
D
fiets
Slide 7 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 8 - Open question
Werkwoordelijk gezegde
Het
werkwoordelijk gezegde
=
alle
werkwoorden in een zin.
Slide 9 - Slide
Wat is het wwg?
Martin weet de weg niet te vinden.
A
Martin
B
de weg
C
weet te vinden
D
weet vinden
Slide 10 - Quiz
Het onderwerp
Het onderwerp vind je door te vragen:
WIE (OF WAT) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE
De hond eet zijn brokjes op.
Slide 11 - Slide
Wat is het onderwerp?
Hoe laat komt tante op bezoek?
A
Hoe laat
B
tante
C
komt
D
op bezoek
Slide 12 - Quiz
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp vind je door te vragen:
WAT (OF WIE) + WERKWOORDELIJK GEZEGDE + ONDERWERP
Let op:
Niet elke zin heeft een lijdend voorwerp: geen goed antwoord op de vraag? Geen lijdend voorwerp!
Lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!
Het lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp is de persoon die iets overkomt in de zin.
Slide 13 - Slide
Wat is het lijdend voorwerp?
Deze klas kan het spel niet vinden.
A
Deze klas
B
kan
C
het spel
D
vinden
Slide 14 - Quiz
Wat kan GEEN lijdend voorwerp zijn?
A
De kat met het gebroken pootje
B
de pan met tomatensoep
C
in de tuin van de buren
D
wij
Slide 15 - Quiz
Meewerkend voorwerp
Slide 16 - Slide
Wat is het meewerkend voorwerp?
Zij heeft het ons toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
ons
D
toch
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Zinsontleding
May 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Zinsontleding
November 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Zinsontleding
16 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Zinsontleding
June 2023
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Lesson with
44 slides
Taal
Primary Education
Zinsontleden pv t/m mv
May 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
L11 Zinsdelen
April 2024
- Lesson with
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs