Hoofdstuk 2 SO paragraaf 1 en 2 herkansing

Begin
Eind
Op de plek van de Alpen ligt een tropische zee.
De zeebodem kreukelt, buigt en breekt doordat de Afrikaanse plaat langzaam naar het noorden beweegt.
De sterk geplooide zeebodem wordt tegen Europa aan geduwd.
Op de bodem van de tropische zee ontstaat een dikke laag gesteente, door het doodgaan van zeedieren en de aanvoer van zand en stenen.
In Europa is het plooiingsgebergte de Alpen ontstaan.
1 / 19
next
Slide 1: Drag question
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Begin
Eind
Op de plek van de Alpen ligt een tropische zee.
De zeebodem kreukelt, buigt en breekt doordat de Afrikaanse plaat langzaam naar het noorden beweegt.
De sterk geplooide zeebodem wordt tegen Europa aan geduwd.
Op de bodem van de tropische zee ontstaat een dikke laag gesteente, door het doodgaan van zeedieren en de aanvoer van zand en stenen.
In Europa is het plooiingsgebergte de Alpen ontstaan.

Slide 1 - Drag question

Klik op de afbeelding om deze te vergroten.
Hoe heet de zee die tegenwoordig tussen Europa en Afrika ligt?

Slide 2 - Open question

Klik op de afbeelding om deze te vergroten. Wordt de zee tussen Europa en Afrika breder of smaller? Leg je antwoord op de vraag uit.

Slide 3 - Open question

Sleep achter toppen, hellingen en dalen de juiste woorden naar jong of oud gebergte.
Jong
Oud
Toppen
Hellingen
Dalen
Spits
Afgerond
Flauw
Steil
Minder diep
Diep

Slide 4 - Drag question

De kenmerken van de oude gebergten ontstaan door endogene / exogene krachten. Kies het juiste woord en leg je antwoord uit.

Slide 5 - Open question

Wat is verwering?

Slide 6 - Open question

Welke drie vormen van verwering zijn er en leg bij elke vorm uit hoe de verwering werkt.

Slide 7 - Open question

Bij welke vorm van verwering verandert de samenstelling van steen wel?

Slide 8 - Open question

Klik op de afbeelding om deze te vergoten Op de top van de Matterhorn in Zwitserland komt ook verwering voor. Welke vorm van verwering denk je dat daar het meest voorkomt? Kies een van de
drie vormen. Leg ook uit waarom je denkt dat die vorm van verwering op de Matterhorn het meest voorkomt.

Slide 9 - Open question

Wat is erosie?

Slide 10 - Open question

Door erosie
A worden dalen dieper en breder.
B worden bergen hoger.
C worden bergen lager.
D worden gletsjers groter en langer.

Schrijf de juiste letters op.

Slide 11 - Open question

Schrijf de letters op van de zinnen die goed zijn.
A De Alpen worden door endogene krachten opgebouwd en door exogene krachten weer
langzaam afgebroken.
B De afbraak van een gebergte begint met erosie en wordt versterkt door verwering.
C De Alpen zijn ontstaan door exogene krachten.
D Plooiingsgebergten ontstaan door het naar elkaar toe bewegen van platen.

Slide 12 - Open question

Als je het ontstaan en de afbraak van de Alpen goed bekijkt, zie je dat er sprake is van een kringloop.
Wat is de juiste volgorde van die kringloop?

A
erosie -> sedimentatie -> verwering -> gesteentevorming -> erosie
B
gesteentevorming -> sedimentatie -> verwering -> erosie -> gesteentevorming
C
sedimentatie -> erosie -> verwering -> gesteentevorming -> sedimentatie
D
verwering -> erosie -> sedimentatie -> gesteentevorming -> verwering

Slide 13 - Quiz

Klik op de afbeelding om deze te vergroten.
Hoe noem je de tussenvorm tussen sneeuw en ijs waaruit de gletsjer wordt gevormd?
A
Firn
B
grondmorene
C
middenmorene
D
eindmorene

Slide 14 - Quiz

Klik op de afbeelding om deze te vergoten.
Door welk soort verwering is het puin wat op de gletsjer ligt terecht gekomen?
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 15 - Quiz

Klik op de afbeelding om deze te vergroten.
Door welke vervoerders is het puin op de gletsjer verplaats?
A
ijs en water
B
ijs en wind
C
ijs en zwaartekracht
D
water en wind

Slide 16 - Quiz

Welke soort dalen worden door gletsjers gevormd?
Schrijf daarbij twee kenmerken op van dat soort dalen

Slide 17 - Open question

Neem de cijfers over en schrijf de juiste termen er bij.

Slide 18 - Open question

A.Neem de letters A en B over en schrijf er achter of het gaat om hard of zacht gesteente.

B Zal de waterval naar links of rechts verschuiven?

C Leg je antwoord bij b uit

Slide 19 - Open question