HA - week 38 - Les 3 - Woordenschat en zinsdelen

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Let op: 
Je pakt je spullen, maar ze blijven dicht op tafel liggen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, vrij

Let op: 
Je pakt je spullen, maar ze blijven dicht op tafel liggen

Slide 1 - Slide

- Welkom
- Stillezen
- woordenschat afronden
- Start grammatica

Doel: 
- Je kunt van een woord dat je niet kent de betekenis ontdekken door een synoniem te vinden
- Je kent de woorden in de lijst van H1
- Je kunt de persoonsvorm vinden in een enkelvoudige zin
Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Je oefent de woorden met quizlet (zie beschrijving it's learning)


Woordenschat afronden
timer
8:00

Slide 4 - Slide

Grammatica

Slide 5 - Mind map

Tekst
Tekst

Slide 6 - Slide

Dit werkwoord geeft aan in welke tijd de zin staat en om hoeveel personen de zin draait. 

3 manieren om de PV te vinden. 
Persoonsvorm

Slide 7 - Slide

  1. Vraagzin maken - eerste woord is pv
  2.  Zin in andere tijd zetten - veranderde ww is pv
  3. Hoeveelheid veranderen - veranderde ww is pv

  1. Jij let op je nichtje/ Let jij op je nichtje?
  2. Jij let op je nichtje/ jij lette op je nichtje. 
  3. Jij let op je nichtje/ jullie letten op je nichtje. 
Persoonsvorm

Slide 8 - Slide

  1. Vraagzin maken - eerste woord is pv
  2.  Zin in andere tijd zetten - veranderde ww is pv
  3. Hoeveelheid veranderen - veranderde ww is pv

  1. Jij let op je nichtje/ Let jij op je nichtje?
  2. Jij let op je nichtje/ jij lette op je nichtje. 
  3. Jij let op je nichtje/ jullie letten op je nichtje. 
Persoonsvorm

Slide 9 - Slide

Wat is de pv?
Dit jaar zal niemand in HA1F blijven zitten
A
Dit jaar
B
zal
C
Niemand in HA1F
D
zitten

Slide 10 - Quiz

Stukjes van de zin die altijd bij elkaar horen
- ze hebben samen één functie in de zin:

- Wie (doet iets)
- Wat (doet iets)
- Waarmee ( doet iemand iets)
- Voor wie (doet iemand iets)
- Waar, Wanneer, Hoe, Waarom (doet iemand iets)

Zinsdelen

Slide 11 - Slide

Hoe weet je nou wat er bij elkaar hoort?

  1. Zoek de PV - dat is altijd één zinsdeel
  2. De PV staat (in een gewone zin met punt) altijd op de tweede positie.
  3. Het stukje voor de pv hoort dus bij elkaar
  4. Daarna ga je met de zin puzzelen, wat kan er nog meer los voor de pv, zonder dat de betekenis veranderd? 

Zinsdelen

Slide 12 - Slide

  1. De jongens lopen naast elkaar naar school
  2. Ik geef  mijn eten aan Marlene
  3. De muis van Bas is weer ontsnapt.

Zinsdelen

Slide 13 - Slide

  1. De jongens /lopen/ naast elkaar naar school
  2. Ik /geef/ mijn eten aan Marlene
  3. De muis van Bas /is/ weer ontsnapt.

Zinsdelen

Slide 14 - Slide

Maak de startopdracht
Je mag overleggen
Startopdracht H1 - grammatica zinsdelen
timer
2:00

Slide 15 - Slide

- Je maakt jouw leerlijn van grammatica zinsdelen (let op er zijn twee onderdelen van grammatica, je pakt nu de bovenste

- Deze week maak je het af
- in de les de hele les de tijd om
   te werken en vragen te stellen. 
Aan de slag:

Slide 16 - Slide